ADVENT

de nieuwe dag brengt somberheid nabij;
wat in de kosmos heeft geen zorg te duchten ?
de trieste winter is nog niet voorbij;
de akkers, die zijn leeg en zonder vruchten

gejaagd en tevens donker zijn de luchten,
in de natuur, en in de wereldsfeer;
de schepping heeft er weet van in haar zuchten,
reikhalzend wordt gewacht op ommekeer.

dan breekt De Morgen door het aardse zeer,
er komt een eind aan oorlog en geruchten;
van oost tot west, voor veraf en dichtbij:

verschijnt één gouden bliksem: daar is HIJ !
rouw, tranen, dood, die moeten voorgoed vluchten,
voor HEM, voor Jezus Christus, onze HEER.

Thomas

Ondanks commentaar in een ander topic over gedichten, zo ik toch graag willen weten wie deze Thomas is.

Het gedicht ADVENT kan, voor zoveel dat nodig zou zijn, toegelicht worden met te melden dat de dichter de volgende Bijbelplaatsen in gedachten had:
strofe 1: Jesaja 59 vanaf vers 11
strofe 2: Romeinen 8 vanaf vers 19
strofe 3:Mattheüs 24 vers 27 + Lucas 17 vers 24
strofe 4: Openbaring 21 vers 4.
De dichter zelf, Thomas, hij vindt zich terug in 2 Timotheüs 4 vers 8-slot.

Thomas