Ariene schreef:Daarom spreekt de HEERE, de God Israels: Ik had wel klaarlijk gezegd: Uw huis en uws vaders huis zouden voor Mijn aangezicht wandelen tot in eeuwigheid; maar nu spreekt de HEERE: Dat zij verre van Mij; want die Mij eren, zal Ik eren, maar die Mij versmaden, zullen licht geacht worden.
Deze tekst hoort bij het schriftgedeelte waar ik mijn onderwerp over moet doen.
Zelf vind ik deze tekst best moeilijk.
-Komt God op Zijn belofte terug?
Nee het is een uitbreiding de belofte geld alleen wanneer je God de eer geeft.
God reageert dus op de zonden.
-Is ons handelen dan in Gods voorzienigheid opgenomen?
Dan zou dit ook gelden voor onze ijver God te zoeken en wellicht daarom uitverkoren...
(ik weet het, dit sluit niet aan bij onze belijdenis, maar lijkt mij een gevolg van een utleg van bovenstaande tekst.
Ik zou het erg waarderen wanneer julie meedenken over deze tekst
Dag Ariene,
Hoe je het wend of keert, in bovenstaande bijbelgedeelte (en op veel meer plaatsen in de Bijbel) is sprake van een
dynamische verhouding tussen God en mens. Dat wil zeggen, het is een verhouding waarbij beide partijen kunnen bewegen. Dit in tegenstelling tot een
statische verhouding, waarin de posities vaststaan voor beiden of vaststaan voor één van beiden.
Een voorbeeld van een statische verhouding is de relatie tussen twee stenen. Geen van beide stenen kan de ander in beweging krijgen. Zelf kunnen de stenen zich ook niet bewegen. Denk eens aan die foto's van de planeet Mars. daar zien we stenen liggen, die ik weet niet hoelang al op die plek liggen. Toen Abraham, Izaak en Jacob hun godsontmoetingen hadden, lagen die stenen er al op precies dezelfde manier als waarop de
Pathfinder ze onlangs heeft aangetroffen. Statisch dus.
Een ander voorbeeld van een schijnbaar dynamisch, maar in wezen statische verhouding is die van de poppenkastspeler en de pop. De speler houdt de pop omhoog, laat de mond op en neer gaan, maar spreekt zelf de woorden, die de pop geacht wordt te zeggen. Hierin is de pop ook dood en statisch, hoewel hij beweegt. Hij beweegt echter niet zelf, hij wordt bewogen. Soms wordt het werk van God in de mens wel eens zo voorgesteld, maar het past ook niet op het bovenstaande bijbelverhaal.
In dit verhaal is er een echte dynamische relatie: zowel God en mens bewegen en spreken en beinvloeden de relatie. De mens leeft en beweegt. Het tragische is, dat deze mens zich verzet tegen God. Hij beweegt wel, maar altijd de verkeerde kant op. Gods reactie is duidelijk: dan verander ik ook mijn plannen met jullie.
Maar juist, omdat God Zich zo kan uitlaten blijft er ook ruimte om te hopen op Gods ontferming. Dat Hij het kwaad niet zal uitvoeren dat Hij heeft aangekondigd. Dat het Hem zal berouwen.
De grote kracht van het Evangelie is dat God het daar om begonnen is. Hoe vaak (!) heeft Hij Zijn volk niet willen verzamelen, zoals een hen haar kuikens. Een teer beeld van Gods onophoudelijke pogingen om ons hart te winnen.
En ja, in deze dynamische relatie kan het dus ook misgaan. De mens kan uiteindelijk, wanneer hij, staande voor een liefhebbende God, met de genade in de hand, deze met een minachtend gebaar naar God terugwerpt, verloren gaan.
Hoe zit dat? Wist God dat al? Is de mens dan toch een trekpop? Stond alles al vast? Is alles statisch? Geen eigen initiatief?
Deze vragen zijn voor ons niet te beantwoorden. Hoezeer de theologie daar ook "laatste woorden" en "verklaringen" voor wil geven. Uit de Bijbel blijkt, dat we de ruimte hebben en krijgen om te leven, te denken, beslissingen te nemen, het goede of het kwade te doen. En dat is ook de praktijkervaring van alledag. Zo leven we ook. We doen dingen, nemen initiatieven, gaan van God af of juist naar Hem toe.
Ik denk, dat we het daarmee moeten doen. Maar we mogen niet uitsluiten, dat God in al ons doen, denken en beslissen meewerkt. Het is zelfs ondenkbaar, dat God zich ver van ons zou kunnen verwijderen en dat we toch kunnen doorleven en doordenken.
Maar dit is geen verklaring! We weten niet hoe het zit! God en mens zijn verbonden en los tegelijk. Ze kunnen tot elkaar komen, ze kunnen uit elkaar vallen.
De Bijbel heeft het woord "geloof" gereserveerd voor de situatie, dat de band tussen God en mens goed is en hecht. Door het geloof worden de verzoening en de bevrijding werkelijkeid. Het geloof rechtvaardigt de mens. De oproep tot geloof klinkt in OT en NT krachtig.
Maar nogmaals: hoe het precies gaat, we kunnen het niet zeggen. Maar al te vaak leiden speculaties hierover tot de wat veilige gedachte van het statische model. Als we het dan niet weten, laten we dan maar gaan voor "God moet het initiatief nemen". Maar daarmee willen we toch weer het laatste verklarende woord spreken over deze paradox. En dan doen we onszelf het geweld aan, dat we bepaalde bijbelgedeelten niet meer kunnen begrijpen en onder andere teketsen een hele dikke streep gaan zetten. En dan lopen we rond met onze eigen "keuzebijbel".
Niet doen dus: de Bijbel geeft een dynamisch beeld aan. Onze theologisch doordenking komt vaak uit bij een statisch beeld (anders zou er toch iets niet kloppen).
Mijn advies zou zijn: volg je hart, wanneer het verlangt naar God.
Want dat is de plaats waar God werkt.
gravo