pro-life
Geplaatst: 18 okt 2008, 13:10
In zekere zin kun je de wedergeboorte, de geestelijke geboorte waarin een mens van geestelijk dood geestelijk levend wordt gemaakt, vergelijken met de natuurlijke geboorte. Daar komt het begrip natuurlijk ook vandaan.
Wanneer we die vergelijking doortrekken moeten het nieuwe leven van de wedergeboorte misschien ook met dezelfde waardigheid tegemoet treden als bij de natuurlijke geboorte van een mens.
Veel christenen voelen zich verwant met de pro-life gedachte. Zij achten de beschermwaardigheid van het (ongeboren) leven zo hoog, dat ze abortus, het afbreken van de zwangerschap en het afdrijven van de ongeboren vrucht beslist afwijzen. Ook het ongeboren leven is van de prilste aanvang af beschermwaardig leven.
Hoe anders wordt er soms omgegaan met de ongeboren vrucht van het geestelijk leven. Veel gereformeerde theologen maken een onderscheid in wedergeboorte en bekering. Daarbij is de wedergeboorte het onzichtbare, maar principiële en eerste werk van God in een mens. In de mens wordt een innerlijk levensbeginsel gelegd, dat vervolgens in het uitwendige leven leidt tot bekering en geloof en op deze wijze ook ervaarbaar wordt voor de wedergeboren mens.
Merk op, dat het beeld hier niet helemaal parallel loopt. Het begrip wedergeboorte duidt op een onzichtbare voorfase voorafgaand aan de zichtbare kenmerken en tekenen van bekering en geloof, maar het natuurlijke geboortebegrip is de afsluiting van de voorfase van het ongeboren leven. Wedergeboorte is onzichtbaar, geboorte is zichtbaar.
Hoe het ook zij, mijn vraag is of de pro-life gedachte niet ook op het nieuwe geestelijke leven kan worden toegepast.
In dat geval zou het nieuwe levensbeginsel beschermwaardigheid verdienen. De goddelijke gave van het nieuwe leven, dat straks bekering en geloof zal voortbrengen, moet worden gekoesterd en gewaardeerd.
De vraag is natuurlijk, hoe moeten we ons dat concreet voorstellen? Kunnen we eigenlijk wel weten of een mens dat nieuwe levensbeginsel heeft ontvangen?
Wie wedergeboorte en bekering heel ver uit elkaar trekt heeft hier inderdaad een probleem. Immers er kunnen dan nog geen vruchten van geloof en bekering zichtbaar zijn, terwijl er toch al een nieuw geestelijk leven is geschonken. Vanuit die visie is het inderdaad onverstandig om iets te gaan koesteren en beschermen. Het kan lang onzeker of onbekend blijven of er iets in een mens veranderd is.
Maar wanneer we wedergeboorte, bekering en geloof meer in elkaars verlengde zien, en ik denk, dat veel gereformeerde theologen dit doen, dan is een pro-life houding ten aanzien van prille gelovigen wel denkbaar. Als er maar het minste snippertje geloof of ommekeer in iemands leven wordt opgemerkt, ook al is het maar een voor sommigen onbetekenend iets, dan zou het pro-life standpunt ten aanzien van het nieuwe geestelijke leven ons ervoor kunnen behoeden om er ruw, afwijzend en wantrouwend mee om te gaan.
Immers, waar geloof is, hoe onbeholpen, klein en onvast ook, daar is leven. En wanneer we dat eenmaal weten, dan moet dat leven, analoog aan het ongeboren leven, ook gewaardeerd worden.
Nu zou je natuurlijk kunnen zeggen, dat iets wat God gewerkt heeft, namelijk de wedergeboorte, zo onwederstandelijk is en zo’n eeuwigheidswaarde heeft, dat het niet uitmaakt wat er aan vijandigheid tegen opkomt. Dit levensbeginsel zal altijd tot bloei komen.
Dat is waar, maar geeft ons dat een rechtvaardiging in handen om dit nieuwe leven met argus-ogen te beschouwen? Moeten we er vijandig tegen zijn, wantrouwig of afwijzend? Moeten we het niet veelmeer bevestigen en er mee instemmen, wat God gedaan heeft? Heeft het begrip wedergeboorte hier ook niet de notie van de blijdschap en de vreugde om iemand die het levenslicht mag aanschouwen en zich bekeert? En is dit dan niet te vergelijken met de waarde, die we hechten aan de geboorte van een kind? Danken we God daar ook niet voor? En beschouwen we die geboorte ook niet als een teer wonder en iets om heel dankbaar voor te zijn?
Daarom hierbij een oproep. Neem een pro-life houding aan, wanneer kleine tekenen er op wijzen, dat God een goed werk in iemand is begonnen. Zeker, in het begin is alles nog schuchter, onvast en pril, maar des te meer vraagt dat om een beschermende, bevestigende en liefdevolle houding jegens de mensen, die deze genadegave hebben ontvangen. We moeten maar zeer voorzichtig zijn met een houding, die altijd maar wenkbrauwen fronst en de vraag stelt “of er eigenlijk wel geestelijk leven aanwezig is”.
Wanneer iemand zijn geloof belijdt en zijn leven betert, ook al is dat nog zo onbeholpen en geestelijk nog onvolwassen, dan moeten we ten aanzien van deze mens pro-life zijn. Al het leven komt immers van God!
gravo
Wanneer we die vergelijking doortrekken moeten het nieuwe leven van de wedergeboorte misschien ook met dezelfde waardigheid tegemoet treden als bij de natuurlijke geboorte van een mens.
Veel christenen voelen zich verwant met de pro-life gedachte. Zij achten de beschermwaardigheid van het (ongeboren) leven zo hoog, dat ze abortus, het afbreken van de zwangerschap en het afdrijven van de ongeboren vrucht beslist afwijzen. Ook het ongeboren leven is van de prilste aanvang af beschermwaardig leven.
Hoe anders wordt er soms omgegaan met de ongeboren vrucht van het geestelijk leven. Veel gereformeerde theologen maken een onderscheid in wedergeboorte en bekering. Daarbij is de wedergeboorte het onzichtbare, maar principiële en eerste werk van God in een mens. In de mens wordt een innerlijk levensbeginsel gelegd, dat vervolgens in het uitwendige leven leidt tot bekering en geloof en op deze wijze ook ervaarbaar wordt voor de wedergeboren mens.
Merk op, dat het beeld hier niet helemaal parallel loopt. Het begrip wedergeboorte duidt op een onzichtbare voorfase voorafgaand aan de zichtbare kenmerken en tekenen van bekering en geloof, maar het natuurlijke geboortebegrip is de afsluiting van de voorfase van het ongeboren leven. Wedergeboorte is onzichtbaar, geboorte is zichtbaar.
Hoe het ook zij, mijn vraag is of de pro-life gedachte niet ook op het nieuwe geestelijke leven kan worden toegepast.
In dat geval zou het nieuwe levensbeginsel beschermwaardigheid verdienen. De goddelijke gave van het nieuwe leven, dat straks bekering en geloof zal voortbrengen, moet worden gekoesterd en gewaardeerd.
De vraag is natuurlijk, hoe moeten we ons dat concreet voorstellen? Kunnen we eigenlijk wel weten of een mens dat nieuwe levensbeginsel heeft ontvangen?
Wie wedergeboorte en bekering heel ver uit elkaar trekt heeft hier inderdaad een probleem. Immers er kunnen dan nog geen vruchten van geloof en bekering zichtbaar zijn, terwijl er toch al een nieuw geestelijk leven is geschonken. Vanuit die visie is het inderdaad onverstandig om iets te gaan koesteren en beschermen. Het kan lang onzeker of onbekend blijven of er iets in een mens veranderd is.
Maar wanneer we wedergeboorte, bekering en geloof meer in elkaars verlengde zien, en ik denk, dat veel gereformeerde theologen dit doen, dan is een pro-life houding ten aanzien van prille gelovigen wel denkbaar. Als er maar het minste snippertje geloof of ommekeer in iemands leven wordt opgemerkt, ook al is het maar een voor sommigen onbetekenend iets, dan zou het pro-life standpunt ten aanzien van het nieuwe geestelijke leven ons ervoor kunnen behoeden om er ruw, afwijzend en wantrouwend mee om te gaan.
Immers, waar geloof is, hoe onbeholpen, klein en onvast ook, daar is leven. En wanneer we dat eenmaal weten, dan moet dat leven, analoog aan het ongeboren leven, ook gewaardeerd worden.
Nu zou je natuurlijk kunnen zeggen, dat iets wat God gewerkt heeft, namelijk de wedergeboorte, zo onwederstandelijk is en zo’n eeuwigheidswaarde heeft, dat het niet uitmaakt wat er aan vijandigheid tegen opkomt. Dit levensbeginsel zal altijd tot bloei komen.
Dat is waar, maar geeft ons dat een rechtvaardiging in handen om dit nieuwe leven met argus-ogen te beschouwen? Moeten we er vijandig tegen zijn, wantrouwig of afwijzend? Moeten we het niet veelmeer bevestigen en er mee instemmen, wat God gedaan heeft? Heeft het begrip wedergeboorte hier ook niet de notie van de blijdschap en de vreugde om iemand die het levenslicht mag aanschouwen en zich bekeert? En is dit dan niet te vergelijken met de waarde, die we hechten aan de geboorte van een kind? Danken we God daar ook niet voor? En beschouwen we die geboorte ook niet als een teer wonder en iets om heel dankbaar voor te zijn?
Daarom hierbij een oproep. Neem een pro-life houding aan, wanneer kleine tekenen er op wijzen, dat God een goed werk in iemand is begonnen. Zeker, in het begin is alles nog schuchter, onvast en pril, maar des te meer vraagt dat om een beschermende, bevestigende en liefdevolle houding jegens de mensen, die deze genadegave hebben ontvangen. We moeten maar zeer voorzichtig zijn met een houding, die altijd maar wenkbrauwen fronst en de vraag stelt “of er eigenlijk wel geestelijk leven aanwezig is”.
Wanneer iemand zijn geloof belijdt en zijn leven betert, ook al is dat nog zo onbeholpen en geestelijk nog onvolwassen, dan moeten we ten aanzien van deze mens pro-life zijn. Al het leven komt immers van God!
gravo