Remonstrants of toch niet?

[Afgewezen]

- knip - Bert heeft zelf zijn reactie weggehaald, daarom ook in deze post. Jongere

[henriët]

toch lijkt het me Bijbels dat wanneer je je zonden gaat zien, je eigen ellende...
je niet meer kunt leven zelf...
je hebt een Ander nodig...

Dus ellende... maar toch uitziend naar Christus...

hoe duister eea ook zijn kan...

[Erasmiaan]

Juist zij zijn het ook die genodigd worden in Jesaja 55 vers 1: O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk.

Hier staat toch duidelijk wie er genodigd worden tot de Fontein. De Heere werkt het bij Zijn volk in het hart op Zijn tijd en wijzen. Voor hen die er niets van kennen is het noodzaak om de Heere er over aan te roepen; ach Heere, dat dorstig zijn, dat mis ik. Ik moet gewaar worden dat ik dat niet heb, en dat is zo erg, want daardoor veracht ik die Fontein. Schenk me er ook wat van.

Ellendekennis is dus wel een voorwaarde, ofwel, ontdekt te worden aan die dorst, want anders zul je dat levende water ook nooit benodigen.

Dit is je reinste Schriftvervalsing.

Als er 1 bijbelboek misbruikt wordt is het Psalmen.

Psalm 42 is geschreven door een kind van God die de afwezigheid van God ervaart.

*Alle zielsgesteldheden in alle psalmen zijn deel van de heiligmaking, en hebben niets te maken met zaken voor de wedergeboorte.

*In nagenoeg alle psalmen blijkt de dichter zijn hoop (geloof) op God te stellen.

*In geen van de psalmen wordt getwijfeld.

Inderdaad, bijna alle psalmen staan in de heiligmaking. Dat wil niet zeggen dat er geen lessen voor de wedergeboorte uit te halen zijn. Immers al Gods werk is hetzelfde: bij de aanvang en bij de voortgang.

Maar dat van die twijfel, dat ben ik niet helemaal met je eens: zie bijv. Psalm 73 vers 10 en 11.

[caprice]

Het is absoluut geen zaak van met de armen over elkaar zitten en wachten, maar met de zielsgestalte zoals die verwoordt wordt in Psalm 42 vers 3: Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen?
Als de dichter spreekt over dat dorsten, gaat het over dat diepe verlangen. De kanttekening zegt over dorsten: Dat is, verlangt uitermate zeer.

Juist zij zijn het ook die genodigd worden in Jesaja 55 vers 1: O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk.

Hier staat toch duidelijk wie er genodigd worden tot de Fontein. De Heere werkt het bij Zijn volk in het hart op Zijn tijd en wijzen. Voor hen die er niets van kennen is het noodzaak om de Heere er over aan te roepen; ach Heere, dat dorstig zijn, dat mis ik. Ik moet gewaar worden dat ik dat niet heb, en dat is zo erg, want daardoor veracht ik die Fontein. Schenk me er ook wat van.

Ellendekennis is dus wel een voorwaarde, ofwel, ontdekt te worden aan die dorst, want anders zul je dat levende water ook nooit benodigen.

Maar, mijn vriend Caprice, hoe zal men dat bidden als men niet aan zijn zonden ontdekt is? Als men niet door Zijn Geest levend gemaakt is? Kan een dode zondaar (dat) bidden?

Nee. En daarom geldt dit, wat Lapressa zegt:

Caprice, dit zegt dominee van de Heiden: "Op jonge leeftijd had de Heere mijn ogen geopend en ben ik zondaar voor God geworden."

God opent de ogen en dan pas wordt ingezien wat de werkelijke staat voor God is. Dus eerst komt God en niet eerst onze ellendekennis.

[JolandaOudshoorn]

Gisteren hoorde ik ook, heel mooi: God begint! (het ging over de kinderdoop en dat was een teken dat God begint, Hij zet de eerste stap) Het draait om Zijn heilsverbondshandelen en het draait dus NIET om onze eigen "geloofskeuze"! Als we spreken over Gods genade, dan spreken we ook over de soevereinheid van God. Hij is de Eerste en de Laatste!
Maar dat mag niet leiden tot valse lijdelijkheid, want God werkt wel door de middelen!

[Ariene]

Juist zij zijn het ook die genodigd worden in Jesaja 55 vers 1: O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk.

Hier staat toch duidelijk wie er genodigd worden tot de Fontein. De Heere werkt het bij Zijn volk in het hart op Zijn tijd en wijzen. Voor hen die er niets van kennen is het noodzaak om de Heere er over aan te roepen; ach Heere, dat dorstig zijn, dat mis ik. Ik moet gewaar worden dat ik dat niet heb, en dat is zo erg, want daardoor veracht ik die Fontein. Schenk me er ook wat van.

Ellendekennis is dus wel een voorwaarde, ofwel, ontdekt te worden aan die dorst, want anders zul je dat levende water ook nooit benodigen.

Ik wil je graag laten delen in een andere uitleg van deze tekst:

De roep gaat hier uit naar alle dorstigen. Bedoelt de tekst hier de dorstigen naar Christus mee? Zij die dorsten naar gerechtigheid?
Om dit duidelijk te krijgen lezen we verder

2 Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen.

Hij spreekt hier tegen mensen die honger en dorst hebben, maar ze geven hun geld uit aan brood en werken voor andere dingen (nl. die niet verzadigen kan)

En dan gaat Jesaja verder:


3 Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David.

Juist deze mensen die hun leegte willen vullen met allerllei aardse zaken worden opgeroepen om te luisteren.
Want Al die honger en dorst kan alleen gestild worden wanneer je tot Hem komt!

[Afgewezen]

toch lijkt het me Bijbels dat wanneer je je zonden gaat zien, je eigen ellende...
je niet meer kunt leven zelf...
je hebt een Ander nodig...

Dus ellende... maar toch uitziend naar Christus...

hoe duister eea ook zijn kan...

Hoe logisch het ook klinkt, toch ben ik het hier niet mee eens.
Want het is helemaal niet zo 'logisch' dat we een Ander nodig krijgen. Zeker, we weten dat wel, door opvoeding, door Bijbellezen, etc. Maar het is een verborgenheid, weliswaar in het Woord geopenbaard, die moet toegepast worden aan het hart.

[Afgewezen]

Gisteren hoorde ik ook, heel mooi: God begint! (het ging over de kinderdoop en dat was een teken dat God begint, Hij zet de eerste stap) Het draait om Zijn heilsverbondshandelen en het draait dus NIET om onze eigen "geloofskeuze"! Als we spreken over Gods genade, dan spreken we ook over de soevereinheid van God. Hij is de Eerste en de Laatste!
Maar dat mag niet leiden tot valse lijdelijkheid, want God werkt wel door de middelen!

Ja, maar je kunt de soevereiniteit van God ook weer niet laten opgaan in Zijn verbondshandelen.
Ik bedoel dit: als God een verbond der genade opricht met de gelovigen en hun kinderen, dan zegt dat nog niets over het ontvangen van het geloof door die persoon. En over dat laatste gaat het met name bij die soevereine genade.
Hoe ruim we over Gods heilshandelen, Zijn verbond en het Evangelie ook spreken mogen, vast blijft staan dat het geloof niet aller is!

[JolandaOudshoorn]

Gisteren hoorde ik ook, heel mooi: God begint! (het ging over de kinderdoop en dat was een teken dat God begint, Hij zet de eerste stap) Het draait om Zijn heilsverbondshandelen en het draait dus NIET om onze eigen "geloofskeuze"! Als we spreken over Gods genade, dan spreken we ook over de soevereinheid van God. Hij is de Eerste en de Laatste!
Maar dat mag niet leiden tot valse lijdelijkheid, want God werkt wel door de middelen!

Ja, maar je kunt de soevereiniteit van God ook weer niet laten opgaan in Zijn verbondshandelen.
Ik bedoel dit: als God een verbond der genade opricht met de gelovigen en hun kinderen, dan zegt dat nog niets over het ontvangen van het geloof door die persoon. En over dat laatste gaat het met name bij die soevereine genade.
Hoe ruim we over Gods heilshandelen, Zijn verbond en het Evangelie ook spreken mogen, vast blijft staan dat het geloof niet aller is!

Dat werd ook niet beweerd. De zaligeheid ligt niet in de doop, niet in onze keuze of wat dan ook. De zaligheid van ons komt van God! Dat was meer het punt waarom het draaide.

[BJD]

Juist zij zijn het ook die genodigd worden in Jesaja 55 vers 1: O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk.

Hier staat toch duidelijk wie er genodigd worden tot de Fontein. De Heere werkt het bij Zijn volk in het hart op Zijn tijd en wijzen. Voor hen die er niets van kennen is het noodzaak om de Heere er over aan te roepen; ach Heere, dat dorstig zijn, dat mis ik. Ik moet gewaar worden dat ik dat niet heb, en dat is zo erg, want daardoor veracht ik die Fontein. Schenk me er ook wat van.

Ellendekennis is dus wel een voorwaarde, ofwel, ontdekt te worden aan die dorst, want anders zul je dat levende water ook nooit benodigen.

Ik wil je graag laten delen in een andere uitleg van deze tekst:

De roep gaat hier uit naar alle dorstigen. Bedoelt de tekst hier de dorstigen naar Christus mee? Zij die dorsten naar gerechtigheid?
Om dit duidelijk te krijgen lezen we verder

2 Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen.

Hij spreekt hier tegen mensen die honger en dorst hebben, maar ze geven hun geld uit aan brood en werken voor andere dingen (nl. die niet verzadigen kan)

En dan gaat Jesaja verder:


3 Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David.

Juist deze mensen die hun leegte willen vullen met allerllei aardse zaken worden opgeroepen om te luisteren.
Want Al die honger en dorst kan alleen gestild worden wanneer je tot Hem komt!

idd, Ds Baan legt hier heel helder uit wie er allemaal worden genodigd http://www.prekenweb.nl/preken/BaanGJ-Jes55v1.mp3