:roll:Bert Mulder schreef:Meen wel dat dit zo ongeveer overeen komt met wat ik ook schreef. Voor allen, gemeenschappelijk, was de belofte. Dus in de organische zin. Maar ook hier maakt Calvijn duidelijk onderscheid tussen de uitwendige and inwendige roeping, tussen uitverkorenen en verworpenen. Ondertussen wordt de hele gemeente als Gods volk beschouwd.Afgewezen schreef:Voor allen gemeenschappelijk was de belofte (let wel! Afg.), waardoor de Heere hen tot kinderen had aangenomen. Het kan niet ontkend worden, of daarin wordt de eeuwige zaligheid aan allen aangeboden. Wat betekent het dan anders, dat Paulus ontkent, dat enkelen met recht als kinderen der belofte worden beschouwd, dan dat hij niet meer redeneert over de uitwendige, aangeboden genade, maar over die, welke de uitverkorenen alleen krachtdadig ontvangen?
Hier ontstaat dus een dubbele reeks van de kinderen in de Kerk. Etc.Omdat het gehele lichaam des volks door een en hetzelfde woord tot de schaapskooi Gods wordt geroepen, worden in dit opzicht allen zonder uitzondering als kinderen beschouwd, en slaat de naam van Kerk op allen gemeenschappelijk. Ten opzichte van het verborgen heiligdom Gods worden geen anderen als kinderen Gods beschouwd, dan zij, in wie de belofte door het geloof verwerkelijkt is.
Organische zin? Wij horen met onze organisch gevormde oren en begrijpen met ons organisch gevormde verstand de prediking met daarin de beloften. Het 'aanbod' zoals Calvijn dat leert is eveneens organisch, net als de hele uitwendige roeping. Net als het gehele geopenbaarde Woord van God. En daarmee ook de onderscheiding in de dogmatiek die het 'aanbod' als aanbod leert.
Kortom: Alles wat oren heeft om te horen wordt genade aangeboden. Of lees ik dat dan verkeerd?
Maar tegelijkertijd is het toch ook dat niet alle hoorders met oren uitverkoren zijn?
Ik meen dat Afgewezen een citaat aanhaalt dat dan wel een groot verschil maakt met de visie die het algemeen aanbod van genade afwijst. Op dit punt is Calvijn duidelijk voorstander van het algemeen aanbod van genade en onderscheid deze reformator net als vrijwel alle theologen uit de reformatie en nadere reformatie de aanbieding van het heil van de vruchten van geloof die in geloof het aanbod als aanbod 'ontdekken' en er door de Geest gedreven hun toevlucht toe nemen. Juist dit onderscheid tussen aanbieden een aannemen wijst op het onderscheid tussen in- en uitwendige roeping.