ds H.J. Hegger, Rondzendbrief 43

limosa

ds H.J. Hegger, Rondzendbrief 43

Bericht door limosa »

De laatst verschenen Rondzendbrief, nr 43. Hier te downloaden! Kijk anders gewoon op: eenheid.org. Dan kun je ook aanmelden.

Ik heb nr 43 net gelezen. Mijn eerste reactie was: oei . . .

Iemand anders een eerste indruk?
Erik de Noorman
Berichten: 58
Lid geworden op: 03 jun 2004, 21:35
Locatie: Zuid-Holland

Re: ds H.J. Hegger, Rondzendbrief 43

Bericht door Erik de Noorman »

limosa schreef:De laatst verschenen Rondzendbrief, nr 43. Hier te downloaden! Kijk anders gewoon op: eenheid.org. Dan kun je ook aanmelden.

Ik heb nr 43 net gelezen. Mijn eerste reactie was: oei . . .

Iemand anders een eerste indruk?
Mijn 1e reactie is: ach...
Gebruikersavatar
plebe
Berichten: 656
Lid geworden op: 11 aug 2005, 10:38

Bericht door plebe »

"oei" en "ach" ................

Erg duidelijk hoor!
Gelooft het evangelie en bekeert u !
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16749
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Bericht door Hendrikus »

plebe schreef:"oei" en "ach" ................

Erg duidelijk hoor!
"Ach" zou nog tale Kanaäns kunnen zijn, "oei" niet :wink:

Maar hoe zou 't met broeder Van der Zwaag zijn?
Gebruikersavatar
Unionist
Berichten: 5738
Lid geworden op: 22 mei 2004, 16:13

Bericht door Unionist »

Grote zwarte Sperwer zeggen "Ugh!
Erik de Noorman
Berichten: 58
Lid geworden op: 03 jun 2004, 21:35
Locatie: Zuid-Holland

Bericht door Erik de Noorman »

Hendrikus schreef:
plebe schreef:"oei" en "ach" ................

Erg duidelijk hoor!
"Ach" zou nog tale Kanaäns kunnen zijn, "oei" niet :wink:
Dan had het aaaccchhhh moeten zij hoor. :wink:
Gebruikersavatar
Marnix
Berichten: 13464
Lid geworden op: 21 jul 2005, 13:18
Locatie: Hilversum

Bericht door Marnix »

Correctie, het is rondzendbrief 42...

En oei of ach, er zit naar mijn mening een hoop waarheid in de brief, meer dan sommigen willen zien.
Gebruikersavatar
Gian
Berichten: 6328
Lid geworden op: 27 nov 2004, 21:24

Bericht door Gian »

limosa schreef:De laatst verschenen Rondzendbrief, nr 43. Hier te downloaden! Kijk anders gewoon op: eenheid.org. Dan kun je ook aanmelden.

Ik heb nr 43 net gelezen. Mijn eerste reactie was: oei . . .
Marnix schreef:Correctie, het is rondzendbrief 42...

En oei of ach, er zit naar mijn mening een hoop waarheid in de brief, meer dan sommigen willen zien.
Laatstverschenen is nr 43.
De link geeft nr 42.
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangwekkend deel het elimineren van traditioneel-theologische en hermeneutische contradicties.
limosa

Bericht door limosa »

Ik bedoel Rondzendbrief 43. Zat gisteren in de mail. Maar de link is niet goed en ik zie nr. 43 ook nog niet op de site.
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

limosa schreef:Ik bedoel Rondzendbrief 43. Zat gisteren in de mail. Maar de link is niet goed en ik zie nr. 43 ook nog niet op de site.
Op de site staat bij de allerlaatste rondzendbrief .....nr 42.... :roll:

ik hoop het niet.
Gebruikersavatar
Gian
Berichten: 6328
Lid geworden op: 27 nov 2004, 21:24

Bericht door Gian »

Rondzendbrief 43 28 december 2005

TWIJFEL AAN GODS BLIJDE BOODSCHAP?
Op zondag 4 december preekte ds. Kattenberg in de kerk van de Gereformeerde Gemeente van Arnhem over Lukas 1:13,18-20. Volgens hem kunnen we in die verzen beluisteren: een boodschap vol heil, een redeneren vol ongeloof en een kastijding vol goedgunstigheid.
Het moet inderdaad voor Zacharias een enorme verrassing zijn geweest dat hij van een engel die voor Gods troon staat, de mededeling krijgt: ‘Jarenlang hebt u gebeden of u en uw vrouw toch nog een kind zouden krijgen. God heeft jullie gebed niet alleen gehoord, maar ook verhoord.’

Maar wat was de reactie van Zacharias? Een redenering vol ongeloof: “Waaraan zal ik dat weten?” Het Woord van God dat hem door die engel verkondigd werd, was voor hem niet genoeg. Hij vroeg om een teken, een bewijs dat die engel de waarheid sprak. Dat kwam dus hierop neer: ‘Eerst wil ik het zien; daarna wil ik het wel geloven.’
Het is alsof hij wilde zeggen: ‘Heere God, onderschat mij niet! Ik ben er ook nog! Ik vertrouw zo maar niet in Uw Woord alleen. Pas als ik een duidelijk bewijs in handen heb, wil ik wel mijn fiat aan uw Woord geven.’
De predikant paste dat vervolgens toe op de kerkgangers. ‘Als u in de Bijbel die geweldige boodschap hoort: uw zonden zijn u vergeven en u ontvangt het eeuwige leven om niet en enkel via het geloof in Jezus Christus’ – wat is dan uw reactie? Springt u dan een gat in de lucht van vreugde? Spuit het vol dankbaarheid uit uw hart naar Omhoog: ‘Wàt een blij bericht!’ Of zegt ook u: “Waaraan zal ik dat weten?” Vraagt ook u om een teken? Wilt ook u eerste een bevinding hebben en wilt u pas daarna geloven?
Dan draait u het precies andersom. De boodschap van de Bijbel is: eerst geloven, dan zien. Maar u zegt: eerst zien en dan geloven.
Maria geloofde eerst en vroeg pas daarna: “Hoe zal dit geschieden, daar ik geen omgang met een man heb?” Zij kreeg toen het verheven antwoord dat de Heilige Geest haar zou overschaduwen.

Zacharias wordt gestraft. Maar dat was niet een straf van vergelding. Het was een kastijding vol goedgunstigheid van Gods kant. Hij was immers een gelovige. “Zij (= hij en zijn vrouw) waren beiden rechtvaardig voor God” (vers 6).
De Heere trekt dan ook Zijn belofte niet terug. Hij antwoordt niet iets in deze trant: ‘Omdat je het niet hebt willen geloven, ga ik aan jou voorbij.’ Zo houdt de Heere Zijn belofte aan ons, zondaars, gestand, ook al vervallen wij soms tot twijfel.
De straf voor Zacharias is daarom ook slechts tijdelijk: “Gij zult zwijgen en niet kunnen spreken tot de dag toe dat deze dingen geschieden.’



U begrijpt dat ik de preek met mijn eigen woorden en heel kort heb weergegeven. Zelf zou ik nog aan willen toevoegen: voor sommigen is zelfs ‘zien’ niet genoeg. In het besef van hun zware gewichtigheid schudden ze hun waanwijze hoofd en steken dreigend hun vinger omhoog en snauwen en grauwen: “Zien is nog geen hebben”!!!
Even nog dit: het is merkwaardig dat sommige waarheden waarin je al lang hebt geloofd, ineens heel sterk tot je spreken. Dat overkwam mij ook nu. In zijn gebed sprak ds. Kattenberg uit en verootmoedigde zich daarover: ‘Niemand van ons heeft ooit uit eigen beweging U gezocht. Het initiatief ging eenzijdig altijd van U uit. Wij wilden niet uit genade gered worden, maar U wilde dat wèl.’
Ik werd toen overweldigd door een diep en warm gevoel van veiligheid bij deze uitverkiezende en genadige God en een loflied vol dankbaarheid steeg uit mijn hart op naar onze Vader in Jezus Christus.
***
DS. L. HUISMAN
“Er zijn altijd van die gezeten vrome mensen, die zeggen: ‘Ja maar, dat gaat zo maar niet hoor!’ Ze zijn nooit blij als Sion uitbreidt. Ze hebben er altijd wat tegen in te brengen. Ze vinden het nooit echt genoeg. Ze zijn niet blij, als er velen tot het Avondmaal komen. Ze zijn niet blij, als jonge mensen komen om aan te zitten aan de dis van het verbond en met de oude vromen samen de Naam van Christus belijden. Want ze zeggen: ‘O nee, zo gaat het niet, mensen! Dàn bij ons vroeger!’
Ik heb ze wel gehoord, ook hier in de gemeente. Ik heb ze wel gehoord die er hun twijfel over uitspraken. Maar dat er van de vijfhonderd belijdende lidmaten slechts honderd aankwamen, dáár hebben ze nooit een nacht van wakker gelegen. Ze hebben nooit geschreid: ‘O God, wat moet dat nu met die vierhonderd die niet aankomen? Moeten die nu verloren gaan?’ Nee, ze hebben het altijd gehad over: die wel en die wel, die zij er niet bij zouden hebben geteld zijn.” (Geen ander Evangelie, I, p.67).
***
UIT DE DIEPTE ROEP IK TOT U
Wat kan ik mij klein, gering, nietig weten en voelen tegenover de Ontzagwekkende! Ik durf Zijn Naam nauwelijks uit te spreken want mijn lippen zijn onrein en mijn hart is besmeurd met zondigheid.
Zeker, ik walg daarvan en ik strijd ertegen, maar die walging en die strijd komen niet van mij, maar van Hem, de Reine. Omdat ik gegrepen ben door Hem, kan en wil ik niet anders dan mij bevrijden van mijn vieze ‘ik’.
Omdat de Volmaakte in mij is komen wonen, wil ik altijd weer jagen naar de volmaaktheid. Ik wil dat, maar ik kàn ook niet anders. Ik kan niet in mijn zondigheid berusten, zolang ik mij ervan bewust blijf dat het de Heilige behaagd heeft in mij te verblijven en dat de Heilige Geest zelfs mijn lichaam tot een tempel heeft uitgekozen om vandaar uit Zijn onuitsprekelijke zuchtingen naar Omhoog te zenden.

Ik ben geboren en opgegroeid met een neiging om in alles mezelf te zoeken en ik zal die begeerte nooit helemaal kwijt raken. En ik weet wel dat elk mens daarmee behept is, maar wat schiet ik op met die wetenschap? Het kan mij alleen maar down maken, als ik mij realiseer dat vanuit de miljarden mensen die Hij geschapen heeft, er maar heel weinig lofzang en dankbaarheid naar Hem opstijgt.
Er is zo weinig verzuchting: ‘ God, ik houd zo intens veel van U! U bent het een en al voor mij! U bent het middelpunt en het einddoel van mijn ganse bestaan!’

O God,
Vaak voel ik mij als een korrel zand in de enorme vlakte van de woestijn. Een andere keer ervaar ik mijn ziel zelf als een grote woestijn. Dan hoor ik uit alle hoeken van mijn ziel de hunkering naar U omhoog stijgen. Dan is er in mij een tasten naar de oneindigheid, een schreien om de onvervulde droom naar U.
Dan is alles in mij verstild. Dan ben ik als een onwakend morgenland met dampen die als slierten hangen boven de weiden van de lente. Dan hoor ik Uw hemelse klanken in mijn ziel naar beneden rollen, naar het dal waar ik alleen ben met mezelf. Dan weet ik dat U bezig bent met mij ‘te lokken en te leiden naar de woestijn om daar te spreken tot mijn hart’ (Hosea 2:13). Dan hoor ik hoe die klanken zich aan elkaar rijgen tot melodieën die hijgen naar U, de Onbegrensde.

En altijd maar door blijft er het roepen naar U, de Ontzagwekkende, en een smeken om Uw allerlaatste lieflijkheid. O Stem en eeuwig Woord, spreek tot mij telkens weer. Tot mij, die stille stip in de velden van deze wijde wereld.
Zie mijn tranen van verbrokenheid die glinsteren als dauwdruppels waarin U altijd weer met Uw vergevende liefde staat te stralen.
Mijn ganse wezen wordt nu als wierook die ik naar U toe wil zwaaien, wierook die echter al snel weer verwaait in mijn vergankelijkheid. En toch weet ik dat Uw Heilige Geest mijn ganse bestaan heiligt door Zijn reine Adem. God, ik ben U zo dankbaar!

Mijn hart rekt zich uit naar U, de Onbereikbare, die ik echter in Jezus Christus betasten mag. Want van U getuigt Johannes: “Hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze eigen ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben van het Woord des levens (...) verkondigen wij u” (1 Joh. 1:1-3).
Ik mag een relatie van liefde hebben met U in Uw Zoon. Mijn ikje mag zich nestelen in Uw Ik dat wijd en immens is.
Ik wil mezelf aan U toewijden in het komende nieuwe jaar. Neem mij, wijd mij met Uw heiligheid, reinig mij met Uw reinheid. Trek mij naar U toe. Haal mij bij U binnen. U zegt immers zelf dat U dat doen wilt, anders zou ik het nooit durven vragen. U zegt van Uzelf: “God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem” (1 Joh. 4:16).
Komt U mij in 2006 halen? Graag, dan mag ik U rechtstreeks aanschouwen in Christus. Dan zeg ik het de oude Simeon na: “Nu laat Gij, Here, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw Woord, want mijn ogen hebben Uw heil gezien.” Maranatha, Here Jezus, kom! Amen.
***

UIT DE MAILBOX hjhegger@planet.nl
Eerst iets uit de praatbox. Iemand vertelde mij:
Br. X. hield het niet meer uit om elke zondag vanaf de kansel bekogeld te worden met enkel bangmakerijen: ‘Pas op voor Jezus! Denk niet te gauw dat je Hem zo maar in geloof mag aannemen. Je moet eerst van alles ondervonden hebben voordat je heel misschien mag aannemen dat God je genadig is door Christus. Anders is er alle kans dat je met een ingebeelde hemel naar de hel gaat. Wat aan je geloof moet voorafgaan, staat zo wel niet in de Bijbel, maar dat leert Gods volk’.
Hij was daarom door de week een evangelische Bijbelstudiegroep gaan bezoeken. Daarin werd uit de Bijbel aangetoond dat we alle vertrouwen in Christus mogen stellen.
Maar... dat kwam zijn kerkenraad aan de weet. En toen had je de poppen aan het dansen. Hij werd op het matje geroepen. Hij verdedigde zich: “Maar ik heb daar echt bekeerde mensen aangetroffen.” Hij kon vertrekken met de waarschuwing dat de kerkenraad zich nader zou bezinnen.
Niet lang daarna moest hij opnieuw voor de vierschaar verschijnen. Hem werd te kennen gegeven: “U moet uw bewering dat onder de leden van die evangelische Bijbelgroep er zich ook echte bekeerden bevinden, herroepen. Als u dat weigert, verbieden wij u de toegang tot het Avondmaal.”
Hij weigerde. Tot zijn schuchtere verdediging voerde hij aan: “Een kerkenraad mag mij niet, en dat nog wel in de Naam van Christus, verplichten om te liegen.” Maar de kerkvorsten beleven onvermurwbaar.

* * *

Stenen in de gergemvijver
Met deze kernwoorden typeerde Laurens Heijboer de e-mail die hij naar mij zond en waarin hij meedeelde dat ik hem zo mocht afdrukken in onze Rondzendbrief.

Beste ds. Hegger,
Na lezing van uw laatste rondzendbrief nr. 41 kan ik me niet langer bedwingen om u eens te mailen. Ik ben God namelijk zo dankbaar voor de radicaliteit waarmee u misstanden in de Ger. Gem. aan de kaak stelt. Op het moment spreekt de hele kwestie mij in het bijzonder aan omdat mijn vrouw en ik vanwege kritiek op de leer en prediking van ons kerkverband ook “aangepakt” zijn. Net als Klaas v/d Zwaag werden wij al snel afgehouden van het Heilig Avondmaal. In ons geval naar aanleiding van een brief van mijn kant over de prediking. Op het moment zijn we in afwachting van wat onze kerkenraad verder zal beslissen.

U begrijpt dat we de laatste rondzendbrieven van u over de Ger. Gem. gespeld hebben! Soms leek het mij toe dat u te fel reageert; iets wat mij overigens door een ouderling ook verweten is. Maar inmiddels ben ik er van overtuigd dat die felheid geheel op z'n plaats is. Niet dat ons reageren niet vermengd zou kunnen zijn met een vleselijke drift (daar heb ik zelf nogal eens last van), maar er zijn een aantal zaken binnen ons kerkverband zo scheef gegroeid dat er werkelijk korte metten mee gemaakt moet worden. Temeer omdat het mijns inziens tot geestelijke armoede en doodsheid heeft geleid van het merendeel van de Gergemmers. Dat laatste is voor mij hartverscheurend; om te zien dat mensen onbekeerd zijn, niet omdat ze nu zo onwillig zijn, maar omdat ze totaal onkundig worden gehouden van Gods weg van zaligheid in onze Heere Jezus Christus. En de predikanten, die hiervoor verantwoordelijk zijn, doen dat niet eens uit moedwil. De harten en zinnen zijn verblind, hoewel dit niet buiten hun verantwoordelijkheid valt. Zeker niet als de één na de andere profeet (Blauwendraad, Klaas v/d Zwaag, e.a.) opstaat binnen de Ger. Gem. en ze allemaal worden gestenigd! (Mattheus 23:37a Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn!)
Ik hoop dat u mijn mail op prijs stelt en wens u in ieder geval alle wijsheid en Gods zegen toe die u nodigt hebt voor uzelf en in uw werk.
Hartelijke Groet, Laurens Heijboer, Spinbolmolen 44, 3352 TA Papendrecht, 078-6932601

Mijn vragen:
Is dit niet je reinste heiligschennis? Is dit niet een schennis van het heilig karakter van het Avondmaal, van het teken en zegel van het voor zondaars genadige Liefdesverbond, dat God sloot in het bloed van Zijn Zoon. “Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker des Heren drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt. Wie dus op onwaardige wijze het brood eet of de beker drinkt, zal zich bezondigen aan het lichaam en bloed des Heren” (1Kor. 11:26,27).
Is het niet een volkomen onwaardig eten van dit heilige brood, wanneer je deze zelfovergave van Jezus Christus gaat verbinden aan de eis dat ze moet uitspreken dat er onder een groep christenen die samen gelovig de Bijbel onderzoeken, geen bekeerden zitten? Misbruikt men dan niet het Heilig Avondmaal als een pressiemiddel?
Moeten we dit niet aan de kaak stellen, wanneer de Naam van onze geliefde Zaligmaker ons nog een beetje lief is? Is een profetisch protest tegen zo’n heiligschennend machtsmisbruik niet absoluut noodzakelijk? Mag een kerkenraad zo oordelen over het hart van mensen, en dat nog wel over mensen die ze nooit ontmoet hebben?

Beste oude broeder Hegger,
De perikelen in de Gereformeerde Gemeenten zijn inderdaad om verdrietig van te worden. Op zich kan ik wel begrijpen dat sommige predikanten niet al te nadrukkelijk de kerk bekritiseren. Anders wordt hun hoofd er helemaal afgehakt en krijgen ze een onmogelijke positie. Als eenling is hun taak tenslotte om hun individuele schaapjes naar Christus te leiden. Maar het is wel jammer dat op deze manier geen tegenwicht meer wordt gegeven aan de andere krachten, die er nu in zijn geslaagd Van der Zwaag min of meer te excommuniceren.

Een van de grote problemen is geloof ik de cultuur: ‘Dit is altijd onze leer geweest, we moeten het allemaal met elkaar eens zijn, alles moet tot in de puntjes geregeld zijn, en als je dingen loslaat gaat het vast fout.’
Men zegt dan in feite: “Vertrouwen is goed, controle is beter”. Maar was die uitspraak niet van Lenin? Het is een cultuur van angst (in het beste geval) en (hopelijk slechts bij sommigen) van machtsdenken.
Ja, wij zijn de bruid van Christus - maar we laten Hem op dit moment wel vaak vergeefs aan de deur kloppen, omdat ons bed zo lekker warm is. Ik denk dat we weer moeten leren luisteren en handelen naar Gods woorden, zonder vooringenomenheid, en dat we meer moeten vertrouwen op de kracht van God en het werk van de Geest. Dan wordt Hij ook minder tegengehouden. Blijft u alstublieft het belletje klingelen! Peter Fokker.

Geachte broeder in Christus,
Naar aanleiding van de Rondzendbrief 42 en de vraag wie de Big Brother is:
Ik denk dat het niet alleen een kwestie is van angst voor ‘ze’ zeggen, maar ook de angst voor erin gehamerde dreigende slagzinnen zoals: ‘Pas op dat u Gods oogappel niet aanraakt!’ Iemand schreef u dat al eerder.

Vanaf het begin van het ontstaan van de Oud Gereformeerde Gemeenten is er een zekere eerbied voor de kerkenraad in de breedste zin. De gewone kerkleden waren eenvoudige mensen en de kerkenraad iets meer ontwikkeld. Daardoor zag men, gewoon al vanwege de maatschappelijke positie, tegen hen op. Ik denk dat het zo is gegroeid en helaas lieten de kerkenraadsleden zich dat welgevallen. (Het zijn sterke benen die de weelde van de macht kunnen dragen.)
Daardoor wordt tegenwoordig iemand die het waagt de kerkenraad tegen te spreken, beschouwd als iemand die de stille censuur waardig is geworden.
Het gevolg daarvan is dat het geestelijke leven kwijnt. Men durft niet meer blij te zijn in Christus, want men moet in het zwart gaan (ook letterlijk) over de zonden, die zo nog maar niet vergeven zijn. Alle blijmoedige spreken over vergeving der zonden is verdacht.

Wat hebben we veel gebed nodig om een reformatie en vervulling met de Heilige Geest! Alleen dan kunnen we dichtbij de Heere leven en een zegen voor de naaste zijn. Alleen dan kunnen we onze naasten tot Christus brengen zoals de eerste discipelen deden. Gods nabijheid in Christus toegewenst voor 2006, hartelijke groeten Hermien van Iwaarden

‘Het kon zo oneindig beter’
Bij mijn citaten uit de boeken van ds. Huisman moet ik een keuze doen en die citaten moeten kort zijn. Daarnaast is er kans dat vanwege die kortheid een citaat voor de lezers onbegrijpelijk wordt. Daarom meen ik soms door kleine toevoegingen te moeten verduidelijken wat ds. Huisman bedoelt. Daardoor bestaat echter het gevaar dat ik ds. Huisman verkeerd weergeef. Iemand meende dat ik dat gedaan had met mijn citaat in Rzb. 41. Volgens hem had ik niet mogen weglaten: 'Het kon zo oneindig veel beter’ Verder: 'U maakt van de zin: ’het hoort bij het ritueel’ het volgende: ‘het doen van geloofsbelijdenis is bij ons een ritueel geworden’.
Toch ben ik nog steeds overtuigd dat ik ds. Huisman correct heb weergegeven.

Beste ds. Hegger,
Alles wat br. Van der Zwaag is aangedaan vind ik heel erg verdrietig. Wellicht weet u dat niet, maar wat er met deze broeder gebeurt, is, erg genoeg, helemaal niets bijzonders meer binnen de Gereformeerde Gemeente.
Zelf ben ik ook Gergemmer, maar ik behoor gelukkig tot een heel positieve gemeente waar zulke dingen niet gebeuren. Ik weet echter genoeg mensen uit mijn omgeving wie de toegang tot het Heilig Avondmaal geweigerd wordt. Als je onder kerkelijke vermaning staat, ben je niet welkom aan de tafel waar Christus de Zijnen toe uitnodigt. En onder een kerkelijke vermaning kun je komen te staan voor van alles en nog wat, zelfs als je regelmatig op zondag een naburige GerGem-kerkdienst (!!!) bezoekt, omdat je het onder de prediking van je eigen dominee niet meer kunt uithouden.
Ik heb uw boeken gelezen en vind u heel moedig om alles wat u doet. Toch doet het mij zeer als ik uw scherpe stukjes lees, ook al ben ik het helemaal mee eens met u. Ik zou ook zo graag willen dat het anders was.Wij bidden elke dag voor een opwekking onder de GerGem en ik wil iedereen oproepen dit te doen, het is meer dan nodig!
Hartelijke groet, Anjo
HJH: Op mijn vraag of ik haar naam mocht noemen, antwoordde ze: “zeer beslist niet!” Ik antwoordde haar:

Beste Anjo,
Wat jij schreef deed mij denken aan broeder Wim van Kranenburg, destijds eveneens Gergemmer die – hij is intussen al enkele jaren geleden gestorven - administrator was van “In de Rechte Straat”. Hij zei tegen mij: “In onze Gereformeerde Gemeenten heerst een ware terreur.”
Dat maakte op mij een onuitwisbare indruk. Ik zal dat dan ook nooit vergeten. Ik zie hem nog diep bedroefd zitten, daarboven op zijn kamer in ons kantoor. Ik kon het bijna niet geloven. Ik vroeg me af: is dàt de Gereformeerde Gemeente waarnaar mijn hart zo lang was uitgegaan? En zijn dàt de ouderlingen van wie Paulus zegt: “Een opziener dan moet zijn onbesproken, nuchter, bezadigd, beschaafd, niet opvliegend, maar vriendelijk” (1 Tim. 4:2,3). Ik krijg echter de indruk dat velen in de GerGem gewoon bang zijn voor hun kerkenraad.



Geachte broeder Hegger,
Dank u dat u het voor onze broeder opneemt. Ik had direct bij uw eerste brief al een brief gemaild naar ds. Meeuse.
Fijn dat er zoveel mensen hebben gereageerd. Ik weet niet of het iets goeds heeft uitgewerkt, maar wij hebben slechts te zaaien en te doen wat onze hand vindt om te doen.
Ik denk dat heel veel mensen er toch moeite mee hebben, dat ze hetzij de GerGem hetzij de Oud Gereformeerde Gemeente, hetzij de Gereformeerde Gemeente in Nederland hebben verlaten of dit overwegen. Je verwisselt je kerk niet als een paar schoenen.
Ik denk ook dat die broeder of zuster die het ook een psychische zaak noemde, gelijk heeft. Er wordt in deze kerken wel stellig of subtiel beweerd dat ze de zuivere waarheid alleen hebben. En soms vraag ik me wel eens af of ze die überhaupt wel hebben. Is het misschien is een goed idee als er voor hen een brochure zou verschijnen?
Zelf zit ik door omstandigheden minder aan een kerkelijke nominatie vast. Onze kinderen zijn volwassen en maakten een eigen keus. Dus dan is sowieso makkelijker ergens elders te gaan als het je teveel wordt in je "eigen" kerk.
Ik bid u veel wijsheid toe en Gods zegen. Hartelijke groet, Hermien van Iwaarden-Arends (mag met naam)

Geachte ds. Hegger,
Zojuist heb ik uw extra rondzendbrief gelezen en heb moeten huilen. U vraagt zich natuurlijk direct af: waarom? Wel, na het boekje van Blaauwendraad had ik besloten om nooit meer een boek te lezen met een dergelijke inhoud. Ik was bang om schade op te lopen aan mijn onsterfelijke ziel.
Echter, het heeft de Heere behaagd om deze zondaar te trekken met de liefelijke woorden van Jesaja 53, waarin Hij mij duidelijk liet zien dat mijn schuld betaald is door een Ander, en deze Ander heb ik lief gekregen als geen ander.
Dit vond plaats onder de prediking van een trouwe dienstknecht van God, ds. H. Hofman. Mede doordat de Heere ons gebracht heeft onder zijn hoede en prediking, merken wij niet of nauwelijks op, dat ontwikkelingen gaan zoals ze op dit moment bekend worden.
Ds. Hofman achten wij zeer hoog, en zoals gezegd een trouwe dienstknecht. Trouw aan de boodschap van zonde, van een aanbod van genade aan alle hoorders, een verantwoordelijkheid van de mens daarin, en bovenal een Rechtvaardig, Barmhartig Hogepriester, Die geen gemeenschap kan hebben met de zonde, maar die met de vader uit de gelijkenis van de verloren zoon, zondaren toesnelt om genadig te zijn, om Zijn Vaderliefde te schenken aan albedervers.
Gisteravond reed ik met iemand terug van een vergadering die (opmerkelijk genoeg) plaatsvond in het Bondscentrum te Woerden. Hij wees mij op het treurig verloop van deze verwikkelingen en op uw rondzendbrieven.
Uw brief gelezen hebbend, besef ik dat ook ik in deze niet lijdelijk mag afwachten door een passieve (afstandelijke) houding aan te nemen, maar dat we allemaal in het ambt aller gelovigen medeschuldig zijn als we het heldere Woord van God laten verduisteren door theologische theorieën. We zijn ook allemaal betrokken, want het gaat over de toekomst van de kerk.
We hebben zelf ook moeten ervaren hoe fout het is om maar bezig te blijven het klatergoud van de mens te polijsten. Er komt namelijk altijd een moment dat we er door heen gepoetst zijn. We moeten aanvaarden dat wij onszelf niet kunnen bekeren, maar dat we met onze zonden onder aan het kruis terecht moeten komen, bij Hem, die hongerigen niet ledig wegstuurt.
De Heere zegt het in Zijn Woord: Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, want onze wijngaarden hebben jonge druifjes (Hooglied 2). Juist hierin gaat het zo vaak om die jonge druifjes. Er MOET een einde komen aan het 'Ik vind'-tijdperk. We moeten terug naar de boodschap van de Bijbel. Het Woord laten spreken, en het werk van de Geest niet tegenstaan.
Ik hoop van harte dat br. Klaas van der Zwaag volhoudt, en bid dat hij kracht ontvangen mag.
Ik bid ook voor het kerkverband dat ik liefheb, vooral om wijsheid en een verlicht verstand voor de broeders die over de zaak van de 'Verwachting' moeten oordelen.
Op ongeveer 16 jarige leeftijd heb ik uw boek 'Mijn weg naar het Licht' gelezen, en later ook 'Terug naar de levende Christus'. Deze boeken heb ik enorm gewaardeerd. Later kwam daar de dwaling van afstand tussen, waarvoor ik mij ook wil excuseren (in feite was u hierdoor ook een soort van verdacht). Graag wens ik u op uw hoge leeftijd Gods zegen toe. Moge uw heldere analyses ook leiden tot een heldere boodschap en tot uitbreiding van Gods Koninkrijk.
Met vriendelijke groet, Maarten van Gelder

Beste Maarten van Gelder,
Vriendelijk dank voor uw brief. Mag ik hem, al of niet door u gewijzigd, al of niet met uw naam, overnemen in onze Rzb? Zijn antwoord:
Als u het belangrijk vindt mag u mijn reactie publiceren, eventueel ook wel met naam (als dat iets toevoegt). Van harte Gods zegen in uw werk. Met vriendelijke groet, Maarten van Gelder.

EEN GEZEGEND 2006!
Dat wensen wij, het team van de Rondzendbrieven: Michelle, Albert, Roseline, Wim, Andreas en Herman, jullie van ganser harte toe! We voelen ons intens met jullie verbonden. Vaak krijgen we in brieven te horen dat jullie voor ons bidden. We zijn daar erg dankbaar voor, want we weten dat wij in onszelf povere, schamele en zwakke zondaars zijn. We zijn er ons van bewust dat we heel gemakkelijk afglijden en dat we tot onze dood hebben te strijden tegen de oude mens in ons. De duivel zit echt niet stil. Maar gesteund door jullie gebeden weten wij ons in Christus meer dan overwinnaars (Rom. 8:37).

WIJ VERZOEKEN U:
Als u meent dat onze rondzendbrieven waardevol zijn omdat we daarin met elkaar van gedachten wisselen rondom de geopende Bijbel, probeer dan vrienden en kennissen ervoor te winnen en geef hun e-mailadres door aan info@eenheid.org. (dus NIET aan hjhegger@planet.nl want die moet het dan toch weer doorsturen). Dan krijgen ook zij automatisch onze Rondzendbrieven toegestuurd.
Al onze reeds verschenen rondzendbrieven kunt u vinden op http://www.eenheid.org. Uw reacties zijn welkom op hjhegger@planet.nl
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangwekkend deel het elimineren van traditioneel-theologische en hermeneutische contradicties.
Houthakker

Bericht door Houthakker »

Niks mis met die rondzendbrief.
Het is een rondzendbrief.
Van harte hopen wij dat de schrijver van deze rondzendbrieven ook in het voor ons staande jaar, nog vele brieven mag verzenden.

Groet,
Houthakker.
Dathenum

Bericht door Dathenum »

Ik sluit me van harte aan bij de vorige schrijver, ook ik hoop dat ds. Hegger met zijn rondzendbrieven ook het komend jaar nog tot zegen voor velen mag zijn.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Kwam deze rondzendbrief tegen op internet. Het leek me wel goed deze hier te plaatsen. :wink:
EEN ANDER GELUID OVER DE GEREFORMEERDE GEMEENTE
Voor een vruchtbare gedachtewisseling is het van wezenlijk belang steeds het Romeinse rechtsbeginsel toe te passen: Audi et alteram partem, hoor ook de andere partij. Alleen dan is er kans – en ook dan vaak nog met veel moeite – om uiteindelijk de waarheid boven tafel te krijgen. Daarom was ik erg blij met een brief die ik hieronder laat volgen, waarop ik heb geantwoord en waarvoor ik vervolgens verlof kreeg om die op te nemen in onze rondzendbrieven. Eerst nu mijn antwoord.

Beste broeder Vree,
Uiterst geboeid heb ik uw brief gelezen. Ik vind uw bijdrage ZEER waardevol. Graag zou ik die in z’n geheel in een van onze Rzb willen plaatsen, voorzien van deze inleiding:
Tot nog toe heb ik vooral brieven gekregen van hen die het niet met de koers en de prediking van het merendeel van de predikanten van de Gereformeerde Gemeente eens zijn. Vaak dacht ik dan: waarom komen er geen reacties van hen in de GG die daar juist positief over denken? Durven ze dat niet? Willen ze dat niet omdat ze misschien vanuit de hoogte (enigszins) neerzien op buitenstaanders en vooral op hen die de GG verlaten hebben?
Deze briefschrijver doet dat in elk geval niet. De hele brief ademt liefde en pastorale bezorgdheid uit. Ik hoop dat we meerdere van dergelijke brieven ontvangen en ze mogen publiceren, met of zonder naam.

Het leek mij goed om uw brief zonder enig commentaar van mijn kant te publiceren. Ik wacht dan graag de eventuele reacties van anderen af.
Verbonden in uw dankbare aanbidding van de heilige God die in erbarmen neerzag op ons opstandige zondaars en Zijn Zoon zond om ons te redden van de eeuwige ondergang waartoe Hij ons eigenlijk veroordelen moest, en met hartelijke broedergroeten: Herman Hegger. Hieronder de brief van broeder Vree.

Geachte ds. Hegger, 7-12-2005
Sinds lang weet ik mij aan u verbonden in de liefde tot de dierbare Zoon van God, onze Heere Jezus Christus.
In de tijd dat u zelf veel artikelen schreef in De Rechte Straat, zag ik vaak uit naar uw meditaties waarin u die lieve Borg en Zaligmaker altijd weer een Naam boven alle namen kwam te geven. God wordt nergens meer in verheerlijkt dan daarin dat Zijn onuitsprekelijke Gave op het allermeest wordt verhoogd.
U zult daarvoor veel zegen hebben ontvangen want wie de Zoon eert, eert de Vader. Die Mij gezien heeft die heeft de Vader gezien, zo heeft de Heere Jezus getuigd.
U vertolkte daarbij vaak wat in mijn hart leefde en ik zelf niet onder woorden kon brengen.
Dan valt er, ook op afstand, een liefdeband die soms wonderlijker is dan de liefde der vrouwen.
Als er iets mag worden verstaan wat dat betekent: “Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood moet sterven” en dat zulks op geen andere wijze kon dan dat Hij in mijn plaats, Arie Vree, een vloek is geworden; dat mijn vuile, vieze zonden Zijn zonden zijn geworden, omdat anders aan Gods gerechtigheid niet kon worden voldaan (immers de ziel die gezondigd heeft die zal sterven), ja Zijn Vader voor Hem (die Hij lief heeft met een eeuwige liefde) in een verterend vuur is veranderd; dan blijft alleen aanbidding over. (Excuses voor de zeer lange zin).
Aanbidding dat God de Vader voor zo´n verwerpelijke zondaar Zijn Zoon heeft willen geven.
Aanbidding dat Die lieve Borg voor mij de eeuwige dood heeft willen sterven en zo´n dure prijs heeft willen betalen.
Aanbidding dat Die lieve Heilige Geest dat heil ook in mijn ziel heeft willen openbaren.
Gij zijt duur gekocht en daarom “U, die geloofd is Hij dierbaar”.
Dan wordt zalig worden een eeuwig, aanbiddelijk wonder.
Dominee, dan willen wij niet anders weten dan Jezus Christus en Die gekruisigd. Ja toch?

Dominee het bovenstaande maakt sinds lang de innige band van de gemeenschap der heiligen met u uit.
Dit schrijf ik u omdat ik u uit deze band der liefde een zaak onder ogen wil brengen die mij buitengewoon veel pijn doet.
Ik bedoel een e-mail van u over dr. v.d. Zwaag die ik via iemand op mijn computer heb gekregen.

Ik moet u zeggen over het boek van dr. v.d. Zwaag het nodige te hebben gehoord (en dat vooral van hen die op z´n zachts gezegd geen vrienden zijn van de Gereformeerde Gemeenten en de aloude kruisprediking die u en mij zo dierbaar is voor een ander evangelie willen inruilen).
Ook in mijn kerkelijke gemeente is de nodige onrust geweest. De soms felle reacties kwamen echter overwegend van hen die zo´n ontboezeming, als ik aan u in de aanhef heb geschreven, niet innig met ons samenbindt, niet op prijs stellen.
Hoe komt het toch dat juist mensen met deze inslag zo fel reageren als de kerkenraad meent dit boek niet in discussie te moeten brengen?

Dominee het is voor het grootste deel van de leden uit onze gemeenten echt niet zo dat een “kerkvorst” dicteert, bijbels gefundeerd of niet, en dat de goegemeente daar ja en amen op zegt. Het protestantisme kenmerkt zich juist door de eigen, persoonlijke verantwoording voor God en de mensen.

Sinds jaren gist het, vooral onder de jongeren, in ons kerkverband. Het moet in de kerk, in de prediking wat anders, wat opgewekter, wat minder tranen over de zonden, niet meer zoveel gepreekt over gij zijt duur gekocht, niet steeds weer over het wonder van zalig worden, maar er moet meer gepreekt worden over de vreugde en blijdschap van het geloof. Er staat toch dat wij geloven moeten en als wij nu maar geloven dan komt het vanzelf goed. De dominee moet zich in zijn preken eens wat meer aanpassen aan wat de kerkgangers graag zouden willen horen.
Over televisie, internet en wereldse kleding moet niet zo bekrompen worden gedaan en dat de Heere gezegd heeft: ”Mijn volk zal alleen wonen” is tijd gebonden en alleen voor het volk Israël van kracht geweest. Wij moeten geloven en als wij dat doen, en dat doen wij, dan komt alles goed en kunnen wij opgewekt en blij de toekomst tegemoet zien.
De evangelische kerken zijn in trek, vooral bij een gedeelte van de jeugd. Is er een ander kerkverband in de buurt waar het minder zwaar (wat een akelig woord) is, dan zegt men zijn lidmaatschap op. Dit vaak zeer tot smart van de predikant die menigmaal niet anders weet te doen dan de nood hierover bij zijn Zender te klagen en ook zich zelf bij de Heere aan te klagen over het grote tekort in zijn bediening.
Ik denk dat zulke zaken u ook niet vreemd zijn geweest in uw gemeenten

Om dit tij te keren heeft uit zorg voor de Gereformeerde Gemeenten o.a. Prof. Blauwendraad indertijd al eens een lans gebroken om de inhoud van de prediking wat te wijzigen en, met beroep op de oudvaders, meer het accent daarop te leggen dat wij moeten geloven. Dat zou de jeugd en de ouderen actiever bij de prediking betrekken, meer binden aan ons kerkgenootschap en daardoor het verloop stuiten. Ik kon het daar niet mee eens zijn. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik niet weet of dit ook de intentie van dr. v.d. Zwaag is.

Dat het geloof onmisbaar is en zelfs hoogst noodzakelijk, dat de rechtvaardige door het geloof leven zal en dat het zonder geloof onmogelijk is om Gode te behagen, onderschrijf ik volledig.
Maar dat dat geloof op bijbelse, bevindelijke gronden ook getoetst mag en moet worden daar willen velen niet van weten want dat kan alleen maar onrustig en angstig maken. Heeft de Heere echter niet gezegd:” maak uw roeping en uw verkiezing vast”?
Met dat volk dat zo menigmaal twijfelend, in tranen hun weg gaat, wil men meestal niet van doen hebben en in het hart worden ze vaak veracht, ook in onze gemeenten.
De wijze bouwer die biddend, veelal in tranen, naar het vaste fundament voor zijn geloof zoekt wordt dwaas geheten en de dwaze bouwer die zich om dat fundament niet bekommert, opgewekt gelooft en het huis van zijn bekering voorspoedig bouwt, wordt wijs geheten.
De Heere zegt echter tot bemoediging van dat dwaas geheten volk:”Gij bedrukte, door onweder voort gedrevene, Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen en u op saffieren grondvesten….. Straks, als ze thuis komen, zal Hij alle tranen van hun ogen afwissen.
(De dwaas) die hier bedrukt met tranen zaait zal eens juichen als hij vruchten maait.

Voor de meeste kinderen Gods ligt juist in een schriftuurlijk bevindelijke prediking, zoals die bij ons nog in veel gemeenten gepredikt en gelezen wordt, soms veel troost, als ze in hun aanvechting horen dat hun nood en strijd die van veel Bijbelheiligen is geweest en dat ze met hen door één Geest worden geleid.
Bindt die doorleving Gods volk ook niet aan elkaar zodat ze met een zekere dichter zeggen: ”Zoete banden die mij binden aan dat lieve volk van God. Ja, ze zijn mijn hartevrinden en hun taal mijn harte tolk” Die band die mij ook zo bindt aan u. Deze band wordt ook in onze gemeenten helaas steeds minder gevoeld.

In uw e-mail schrijft u dat dr. v.d. Zwaag onder censuur staat in de gemeente Barneveld.
Ik wist dat niet en weet ook niet de reden waarom. Al zou hij ook van mening zijn dat de prediking in de Gereformeerde Gemeenten een andere inhoud moet krijgen, dan nog kan ik op voor hand niet geloven dat dat een reden is om onder censuur gezet te worden.
Bovendien berust zijn wetenschappelijk onderzoek op een Bijbelse grondslag en is als zodanig volkomen waar. Of dat van zijn eventuele conclusies ook gezegd kan worden weet ik niet.

Het grote verschil met hem is m.i. waarschijnlijk dat de voorwerpelijke waarheid aan de mens onderwerpelijk moet worden toegepast door de Heilige Geest. Dat, zonder de hoge verantwoordelijkheid van de mens ook maar enigszins te verminderen, het geloof een gave Gods is.
Die Gave geeft in de beleving van de ziel toch de uiterste verwondering die doet uitroepen:
”waarom was het op mij gemunt, waar Gij anderen geen ontferming gunt”?
Ik zeg tegen onze kinderen en kleinkinderen altijd dat ze er zelf alles aan moeten doen om zalig te worden en dat ze daarin zullen ondervinden dat zalig worden een éénzijdig Godswerk is, waarvan Hij alleen de eer krijgt.
Dat ze zonder omwegen direct tot de Heere Jezus moeten gaan, Die gezegd heeft: ”Wendt u naar Mij toe en wordt behouden”. Wie heeft lust de Heere te vrezen, God zal zelf zijn leidsman wezen, leren hoe hij wandelen moet. Dan zullen ze bekeerd worden zoals God al Zijn kinderen bekeert.

Heeft dr. v.d. Zwaag mogelijk met verkeerde middelen of op een verkeerde wijze geprobeerd om zijn doelstellingen te verwezenlijken?
Ik wil deze zaak verder laten rusten want ik weet de oorzaak en beweegredenen van een mogelijke censuur niet en ben daarom onbekwaam om over deze zaak te oordelen.

Waarom ik u deze brief schrijf is de felle wijze waarop u voor dr. van de Zwaag opkomt, met de denigrerende manier waarop u zich over een kerkenraad en over onze predikanten (Kerkvorsten) uitlaat. De tegenstanders in en buiten onze gemeenten zal dat doen gnuiven, maar mij doet het buitengewoon veel pijn.
Ik had dit nooit van u verwacht en kan ook niet geloven dat u dit schrijven op de knieën, onder biddend opzicht tot de Heere, de wereld hebt ingestuurd.

Onze kerk wordt niet aan gevoerd door een Paus maar de beslissingen worden genomen in de meerdere vergaderingen, waarbij beroep mogelijk is op hogere vergaderingen. Dus niet één persoon (Paus of Kerkvorst) beslist maar vele competente personen (waaronder veel Godvrezende ouderlingen en predikanten) beslissen. Elk lid van die vergaderingen (ten laatste zelfs vertegenwoordigd uit allerlei gemeenten) met hun eigen persoonlijke inbreng en oordeel.
Eerst in de kerkenraad, daarna in de classis, dan in de Particuliere Synode en daarna in de Generale Synode.
Als de Particuliere Synode op schriftuurlijke gronden voor Gods aangezicht een u niet welgevallige beslissing neemt gooit u ze dan ook minachtend op één hoop van vervloekten in een rovershol?
Gedragen op dat moment al deze mensen zich te samen als hooghartige kerkvorsten, als een Paus?
Bovendien, de rechtspraak in ons land mag door de publieke opinie niet beïnvloed worden en hoe moet ik in dat licht dan uw dringende oproep zien om dat nu wel te doen, opdat uw wil geschiede?

Ook al is uw kerkelijke achtergrond een andere dan die van mij, dan kent u de geschiedenis van de protestantse kerken in Nederland toch ook wel?
Wat is er van de Gereformeerde kerk overgebleven, die ruim een eeuw geleden nog een bolwerk was van de prediking die ons nu nog lief is? Menige dominee in de Gereformeerde Gemeenten gebruikt nu nog bronnen van Gereformeerde theologen uit die tijd. Veel predikaties van dominees uit die tijd zouden ook nu nog in onze gemeenten gelezen kunnen worden.
Er kwam in die kerk een strijd vooral van binnenuit, aangemoedigd van buitenaf.
Het moest wat opgewekter wat gemakkelijker, een wat meer aan de mens aangepast evangelie worden. Niet meer zo indringend op de verzoening met een vertoornd God aandringen, niet meer zo over het verschrikkelijk oordeel preken en niet meer zo aandringen op een heilig onderzoek of men waarlijk in het geloof is. Jezus is toch voor zondaren gestorven; nu wij zijn zondaren en geloven verheugd dat Hij dat ook voor ons gedaan heeft. Wat ontbreekt ons dan nog. Wij gaan ten hemel in en erven koninkrijken.
Maar dat God zich een arm en een ellendig volk doet overblijven, dat op de Naam des Heeren zal vertrouwen, dat besef verdween langzamerhand. De noodzakelijkheid en de dierbaarheid van Christus werd steeds minder gepreekt en beleefd en het wonder van zalig worden werd tenslotte niet meer gekend.
Wat is er uiteindelijk van die kerk overgebleven?

Die zelfde worsteling is sinds lang ook in de Christelijke Gereformeerde kerk aan de gang en is deze kerk niet uitgehold en tot op het bot verdeeld? Noch één stap en het rechtse, meer bevindelijke deel, scheurt van deze kerk af omdat men om des gewetens wil niet verder meer mee kan. (Ik ben zelf tot mijn 36e jaar lid geweest van deze kerk maar kon na verhuizing in de omliggende kerkelijke gemeenten van de Christelijke Gereformeerde kerk, die mij zeer lief was, niet meer de prediking horen die mijn ziel begeerde).

Wat is er met de Gereformeerde Bond bij het ontstaan van de PKN gebeurd? Zijn op enkele dominees na, de meeste “rechtse” dominees, die de schriftuurlijk bevindelijke waarheid lief hebben, niet apart gaan staan? Wat is er in het algemeen genomen in de PKN overgebleven van de leer zoals die vroeger ook in bovengenoemde kerken gepredikt werd?

Ds Hegger die zelfde worsteling brandt nu in alle hevigheid los in de Gereformeerde Gemeenten.Waar we al jaren bang voor waren komt steeds meer aan de oppervlakte.
De duivel is er allereerst op uit om de stok lieflijkheid en samenbinding te verbreken want daarvan is onze kerk voor hem als een opengebroken stad.
Van binnenuit wordt aangedrongen, geëist, dat de Christocentrische prediking in onze denominatie wordt aangepast, omdat ze verwaterd en niet meer schriftuurlijk zou zijn.
Omdat ze volgens kenners vervallen is tot een voorwaardelijke prediking.
Wie het echter eerlijk zou willen onderzoeken zou blijken dat verreweg het grootste deel van onze predikanten nog dezelfde leer tracht te prediken zoals die vroeger in onze gemeenten algemeen en onder Gods volk geliefd was. Lees de predikaties van ds. Kersten en vele anderen er maar op na en leg dan het oor er eens bij om te luisteren.
Ik weet enigermate wat ik zeg want de gemeente waar ik kerk is al een aantal jaren vacant en daarom hoor ik nogal wat verschillende predikanten.
Meer dan eens mag ik uit de kerk thuiskomen en de Heere op m´n knieën erkennen voor Zijn goedheid dat ik een ogenblik Zijn heilsstem had mogen horen en had mogen wonen in Zijn Huis. Daar werd God verheerlijkt in de schenking van Zijn onuitsprekelijke Gave. Daar was Christus het middelpunt van de prediking. Hoe zoet waren mij daar Zijn redenen geweest!!
Dan was het mij een wonder dat de Heere daarvoor Zijn knecht nog wilde gebruiken.Dat geeft ook een liefdeband aan Gods knechten.
Ik weet heel zeker dominee dat wij samen na zo´n kerkdienst, onderweg naar huis, zoete samensprekingen over het gehoorde zouden hebben gehad.

Dominee, ik weet dat het is met de moed der wanhoop dat onze “Kerkvorsten”, zoals u die wilt benoemen, in de bressen staan om, kon het zijn, het pand hun toe betrouwd te bewaren. Om in diezelfde geestelijke strijd die in bovengenoemde kerkgenootschappen plaats vond en vindt staande te mogen blijven. Om de aanvallen van de vorst der duisternis op het levende Kind, op het levende Woord, het hoofd te mogen bieden. Een worsteling die (met fouten en gebreken die ook Gods kinderen eigen zijn) biddend wordt gestreden.

U zou deze predikanten, die uw broeders in Christus Jezus zijn, met uw machtig woord en getuigenis juist ter zijde moeten staan in de strijd om niet anders te willen weten (op en onder kansel) dan Jezus Christus en Die gekruisigd.
Voelt u dan niet aan dat het, met alle tekort van hun kant, om deze grote Zaak gaat?
Ziet u dan niet dat dezelfde bestrijder en overwinnaar? (onder de toelating Gods) van bovengenoemde kerken, zijn front nu opzet en steeds meer uitbreidt in ons kerkgenootschap?

Kunt u de mogelijke zwakheden van uw broeders (in een strijd die u zeker ook kent) niet met de mantel der liefde bedekken, in plaats van ze openlijk en onverdroten voor de (kerkelijke) wereld en ongelovigen aan uw schandpaal te nagelen?
Wilt u ten koste van uw gelijk hun en onze ondergang? Van hen met wie u samenstemt in de liefde tot die dierbare Borg en met wie u samen God eeuwig hoopt groot te maken?
Het benauwd mij dat de duivel grinnikt omdat zijn “verdeel en heers politiek” voluit succes heeft.

Dominee, ik kan van uw toornige woorden niet schrikken en beven maar er alleen uitermate bedroefd over zijn, te meer omdat ik hoopte dat u een overste zou zijn in de strijd om behoud van één van de laatste bolwerken van eenheid waarin Gods woord nog stand houd.

Misschien toevallig zat ik onlangs in uw brochure “de Brug naar de Overkant” te lezen.
Daar val ik bovenop, dat is het evangelie dat mij zo lief is en dat mij zo aan u bindt.
Dat is het evangelie dat ook onze kerk zo lief is.
Dat is het evangelie dat, ik zeg niet door alle dominees, maar toch wel door vele van onze”kerkvorsten” nog voluit gepredikt wordt (gaat u overal maar luisteren).
Dat is het evangelie dat in onze gemeenten en van buitenaf bestreden wordt en waarvoor een evangelie niet vóór maar naar de mens in de plaatst moet komen.
Dat is het evangelie waarvan de Vorst van het heir des Heeren zal zeggen als Hij wederkomt “ zal Ik nog geloof vinden op de aarde”?
Dat is het evangelie dat de duivel bestrijd, maar waarop hij boog en schild en vurige pijlen heeft verspild!

Één ding wil ik nog graag kwijt dominee.
Er wordt zo vaak afgegeven op het noemen van kenmerken in de prediking om er zich aan te toetsen. Dit wordt door hen die alleen van geloven (in de verkeerde zin)willen weten doorgaans verafschuwt omdat dit de grond onder hun bekering weghaalt en, tot hun ontsteltenis, tot een onbekeerde stelt.
Gods volk heeft er vaak veel minder moeite mee omdat zij zich er in herkennen of er ook aan optrekken en de Heere smeken om die zaak ook in hun hart uit te werken.

Waar komen die kenmerken feitelijk vandaan?
Op de (jonge) zendingsvelden zijn ze nauwelijks tot nut.
In ons boven de meeste volken rijk bevoorrechte Nederland heeft God sinds eeuwen veel volk gehad. Al die eeuwen door heeft God in ons land rijk met Zijn Heilige Geest gewerkt en is gebleken dat al Gods kinderen door één Geest worden geleid.
De gangen van onze God en Heere zijn niet allen aan Zijn volk maar ook aan hen die hun omringden en met hen omgingen gebleken.
Zo is er als het ware een geheiligde wetenschap ontstaan hoe de Heere begint te werken en hoe de voortgang van Zijn werk in Zijn kinderen is.
Deze geheiligde, beproefde wetenschap kan tot veel troost en tot opbouw van Zijn volk zijn ook in deze tijd, en kan daartoe dan ook gebruikt worden.
Een kenmerken-preek alleen moet ik scherp veroordelen. Slechts ter ere Gods en tot troost en opbouw van het geloof mag die gebruikt worden.,
Een preek waarin de Heere Jezus niet centraal staat is tekort doen aan Zijn heerlijke Persoon en Werk en een gebrek aan bewogenheid met de gemeente die buiten Hem de eeuwige dood moet sterven.
Bovendien is geen enkel kenmerk de grond van de zaligheid want dat is alleen het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon. De Heere heeft immers gezegd: “Als Ik dat bloed zie dan zal Ik voorbij gaan”.

Dominee, vergeef mij dat ik het aandurfde u te kapittelen, maar eerlijk de nood drong mij, ook al kan dat mij uw genegenheid kosten.
Onverminderd in de liefde tot u en u in alles meerder achtend, bid ik u in uw ouderdom de gunst en gemeenschap van Sions betalende Borg en grote Koning toe.

A.Vree

P.S.
Enige jaren geleden heb ik de catechismus van ds. Huisman gekocht omdat er een liefelijke geur van Christus vanuit gaat. Ik kan u die zeer aanbevelen.

HJH: Ook ik ben enthousiast over de boeken van ds. L. Huisman. Daarom citeer ik in de laatste tientallen Rondzendbrieven telkens uit de vier delen van zijn Geen ander Evangelie.
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 33315
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Bericht door Tiberius »

Netjes verwoord van broeder Vree. Zulke mensen zouden we meer moeten hebben in de gereformeerde gezindte.

Ik sluit me volledig aan bij ds. Heggers reactie:
"De hele brief ademt liefde en pastorale bezorgdheid uit."
Plaats reactie