‘Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.’ 1 Kor. 13:12.Slechts een beginsel: Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben. 1 Kor. 13:12
‘Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.’ 1 Kor. 13:10.
Wij zien God nu nog niet zoals Hij is. Wij zien Jezus nu nog niet zoals Hij is.
‘Wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.’ 1 Joh. 3:2.
Dit zal pas gebeuren bij Jezus komst, waar in feite de gehele schepping op wacht: ‘Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods.’ Rom. 8:19. ‘En niet alleen zij, maar ook wij zelf, wij, die de Geest als eerste gave ontvangen, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam.’ Rom. 8:23.
‘En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen.’ 1 Kor. 15:49. Dan worden onze lichamen veranderd van vergankelijk, van vlees en bloed, naar onvergankelijke, verheerlijkte lichamen. Dan worden wij verlost van ons lichaam, ons vlees. Dan is het volmaakte gekomen en zal het onvolkomene - het vlees - volledig afgedaan hebben. Dan zien wij van aangezicht tot aangezicht en kennen wij volkomen.
Johannes schrijft: ‘En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is.’ 1 Joh. 3:3.
Hoe rein is Jezus? ‘En het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.’ 1 Joh. 1:7.
Alle zonden in het vlees vonden door het werk van Jezus de dood. Ook de zonden waar wij nu nog geen licht over hebben. Ook de onbewuste zonde, de werkingen des lichaams.
Als er staat: het bloed van Jezus reinigt ons van alle zonde, dan is dat niet alleen gedane zonde, in het verleden, die wij behoren af te leggen met de oude mens, maar ook alle begeerten in het vlees die nog niet openbaar geworden zijn, de werkingen des lichaams.
Immers, dat gebeurde in Jezus ook. Hij heeft nooit gezondigd, maar is in alle dingen op gelijke wijze als wij verzocht geweest, en heeft in die verzoekingen geleden opdat alle begeerten des vlezes de dood vonden. Immers, als zij bevrucht werden dan bracht dat zonde voort, maar dat is niet gebeurd. Hij was volkomen rein, en zijn vlees is nooit zondig geworden, omdat Hij nooit gezondigd had.
En nu moeten wij ons reinigen gelijk Hij rein is. Dat gaat dus verder dan vergeving vragen over gedane zonden. Dat gaat zover dat wij in het licht wandelen en daardoor de werkingen des lichaams, die tot nog toe verborgen waren, opmerken door Gods Geest. Dan worden we ons bewust van die zonde. ‘Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven, maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven.’ Rom. 8:13.
‘Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijke lichamen, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God.’ Rom. 6:12-13.
‘Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in dienst van God gekomen, hebt Gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven.’ Rom. 6:22.
Heiliging is dus een vrucht, die langzaam groeit en tot rijping komt. Dat begint dus reeds hier op aarde, maar zal pas voleindigd worden in de hemel, want wij zijn bestemd tot gelijkvormigheid aan de het beeld zijns Zoons.’ Rom. 8:29.
Slechts een beginsel van de heiligmaking... - dat staat mij persoonlijk een beetje tegen, alsof dat deel dat hier op aarde geschiedt, niet belangrijk zou zijn. Alsof God zijn werk nauwelijks uit kan voeren. Terwijl juÃst dat gedeelte van de heiliging belangrijk zal zijn voor de heerlijkheid die wij terug ontvangen in de hemel.
‘Immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.’ Rom. 8:17.
‘Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid. 1 Petr. 4:12-13.
‘Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt. Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets tekort schiet.’ Jac. 1:2-3.
‘door deze zijn wij met kostbare en zeer grote belofte begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst.’ 2 Petr. 1:4.
‘En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.’ 2 Kor. 3:18.
Zullen we het dan maar bij deze teksten houden en de frase ‘driehoofdige vijand’ vergeten? Dat staat namelijk niet zo in de bijbel.Driehoofdige vijand:
De wereld: Rom. 12:2: En wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds
De duivel: doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. Ef. 6:11
Ons eigen vlees: Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Rom. 7:14
Ja mee eens, al had ik het daar niet overDe zonde: Indien wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, zo maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn Woord is niet in ons. 1 Joh. 1:10
Ik merkte op dat er een verschil is tussen zonde hebben en zonde doen.
Zonde hebben:
‘Indien wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet.’ 1 Joh. 1:8
‘Want ik weet, dat in mij, dat wil zeggen, in mijn vlees, geen goed woont.’ Rom. 7:18.
‘Zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuigingen en verlokkingen zijner eigen begeerte.’ Jac. 1:14.
Wij hebben een vlees, waarin geen goed woont. Een vlees met werkingen des lichaams.
We vallen wel eens in zonde. Regelmatig - vaak... ‘Immers, het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken, kan ik niet. Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dà t doe ik’ Rom. 7:18.
Zondigen we dan? Doen wij de zonde? Nee: ‘Doch dan bewerkt ik het niet meer, maar de zonde die in mij woont.’ Immers, onze gezindheid is daar niet in: ‘Derhalve ben ik zelf met mijn verstand dienstbaar aan de wet Gods, maar met mijn vlees aan de wet der zonde.’
‘Indien ik nu datgene doe wat ik niet wens, dan bewerk Ãk het niet meer, maar de zonde, die in mij woont.’ Dat herhaalt Paulus: Hij benadrukt het nog eens.
Wat Paulus duidelijk wil maken is: Jijzelf kunt met je verstand, je geest, je gezindheid aan Gods kant staan, aan de kant van de Geest, terwijl je vlees, met zijn zonden en begeerten aan de kant van de duivel en de wereld staat.
Die scheiding tussen vlees en Geest, resp. gezindheid van het vlees en gezindheid van de Geest loopt door de gehele Romeinenbrief.
Zonde doen:
‘Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.’ 1 Joh. 3:4.
‘Een ieder, die in Hem blijft, zondigt niet, een ieder, die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend.’ 1 Joh. 3:6.
‘Wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van de beginne.’ 1 Joh. 3:8.
‘Een ieder, die uit God geboren is doet geen zonde, want het zaad Gods blijft in Hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.’ 1 Joh. 3:9.
‘Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis der waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonde meer over, maar een vreselijk uitzicht op het oordeel en de felheid van een vuur dat de wederspannigen zal verteren.’ Heb. 10:26-27.
De zonde doen is opzettelijk datgene doen waarvan je weet dat het zonde is. Heel bewust ingaan tegen je geweten, heel bewust ingaan tegen de Geest van God, heel bewust ingaan tegen Gods wetten.
Dat is dus iets anders dan in zonde vallen - immers als wij in zonde vallen, zijn wij nog niet uit de duivel, want onze gezindheid is daarin niet. Indien ik nu datgene doe wat ik NIET wens, dan bewerk IK het niet meer, maar de ZONDE, die in mij woont.
Maar als je de zonde doet dan leef je in zonde, en is je gezindheid daarin, je hebt de gezindheid van het vlees.
Daarom schrijft Johannes: ‘Wie de zonde doet is uit de duivel.’ en ‘Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is.’ 1 Joh. 3:7.
‘Derhalve, broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven.’ Rom. 8:12. We hebben een vlees, maar hoeven er niet meer schuldig aan te zijn!
‘Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest. Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede.’ Rom. 8:5-6.
‘Want wie Christus Jezus toebehoren hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.’ Gal. 5:24.
We zijn dan dus ook GEEN zondaars meer! ‘God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is.’ Rom. 5:8. Immers, we zijn niet schuldig meer aan het vlees! ‘Zo zullen ook door de gehoorzaamheid van één zeer velen rechtvaardigen worden.’ Rom. 5:19. ‘Als gij weet dat Hij rechtvaardig is, erkent dan ook, dat een ieder, die de rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is.’ 1 Joh. 2:29.
En dan is het duidelijk dat we onderscheid moeten maken tussen: Wat zie ik? Wat woont er in mijn vlees? En: Wat hoop ik? Wat geloof ik? Sta ik aan de kant van de Geest of aan de kant van het vlees?
Ik hoop dat ik het een beetje duidelijk heb kunnen uitleggen
Hartelijke groeten, Rose.
[Veranderd op 6/9/02 door roseline]