Middellijke en onmiddellijke geloofszekerheid

[Bertiel]

Op refoweb beantwoord dr vd Brink een vraag over middelijke en onmiddelijke geloofszekerheid.
Ik ken de terminologie niet echt direct plaatsen, is er iemand die daar wat meer over zeggen kan?

[Valcke]

Even los van het onderscheid middellijk en onmiddellijk (wat m.i. niet zo'n vruchtbaar onderscheid is) mogen we wel met de Westminster belijdenisschriften zeggen dat de zekerheid of verzekering gegrond is op:
- de goddelijke waarheid van de heilsbeloften
- het inwendige bewijs van die genadegaven waarover deze beloften zijn gegeven
- het getuigenis van de Geest der aanneming die met onze geest getuigt dat wij kinderen Gods zijn
- welke Geest het onderpand is van onze erfenis waardoor wij verzegeld zijn tegen de dag der verlossing
(zie Westminster Grote Catechismus hoofdstuk 18)

Er is dus zeker meer over te zeggen dan in het antwoord op Refoweb te vinden is.
Verder zegt deze Catechismus dat de gelovigen deze zekerheid door de gewone middelen kunnen verkrijgen.

[Posthoorn]

En dit zegt Calvijn ervan (Inst. III, II, 19):

Dit zij de hoofdzaak: Zodra ook de minste droppel des geloofs in onze harten is ingedruppeld, beginnen wij reeds het vriendelijke en liefelijke en ons goedgunstige gelaat Gods te aanschouwen, weliswaar uit de verte en op een afstand, maar toch met een zo vaste blik, dat wij weten, dat wij allerminst het ons slechts inbeelden. Naarmate wij dan vorderingen maken, zoals wij voortdurend moeten doen, komen wij, als het ware naderend, tot een aanschouwing van meer dichtbij en die daardoor des te zekerder is, en die wordt ons bij de voortgang steeds meer vertrouwd. Zo zien wij, dat het hart, door de kennis Gods verlicht, in het begin bevangen is met veel onwetendheid, die langzamerhand verdwijnt. Toch wordt het niet, doordat het sommige dingen niet weet, of wat het ziet, enigszins onduidelijk ziet, verhinderd om een duidelijke kennis van Gods wil jegens hem te genieten, wat in het geloof de eerste en voornaamste rol speelt.

[Groot Blankenstein]

De vraag op Refoweb kwam bij mij vandaan. Als je beter wil begrijpen wat er bedoelt wordt, raad ik je aan om dat boekje van Ds. De Hoest te kopen en te lezen. Immens schrijft er over in de 3e verhandeling in De Godvruchtige Avondmaalganger. Beide gebruiken wel andere woorden voor dezelfde zaken. De Hoest heeft het over indirect, Immens over middelijk. Men bedoelt dan zekerheid door de middelen (Bijbel, prediking, sacramenten). Daartegenover heeft De Hoest het over direct, Immens over onmiddelijk. Men bedoelt dan zekerheid door bijzondere ervaringen/openbaringen buiten de middelen om. Ik denk dat dit het cruciale punt is waar het om gaat in de reformatorische gezindte vandaag de dag. En ook de kern van hetgeen Van de Brink bedoelt in HyperDordt. En ik denk dat hij daarin gelijk heeft.

[Groot Blankenstein]

Het boekje is hier te bestellen: https://www.hhgnieuwetonge.nl/boekjes

Hier nog een link naar een recensie: https://drpdevries.com/2019/05/01/over- ... vergeving/

[Ad Anker]

Even los van het onderscheid middellijk en onmiddellijk (wat m.i. niet zo'n vruchtbaar onderscheid is) mogen we wel met de Westminster belijdenisschriften zeggen dat de zekerheid of verzekering gegrond is op:
- de goddelijke waarheid van de heilsbeloften
- het inwendige bewijs van die genadegaven waarover deze beloften zijn gegeven
- het getuigenis van de Geest der aanneming die met onze geest getuigt dat wij kinderen Gods zijn
- welke Geest het onderpand is van onze erfenis waardoor wij verzegeld zijn tegen de dag der verlossing
(zie Westminster Grote Catechismus hoofdstuk 18)

Er is dus zeker meer over te zeggen dan in het antwoord op Refoweb te vinden is.
Verder zegt deze Catechismus dat de gelovigen deze zekerheid door de gewone middelen kunnen verkrijgen.

Hoofdstuk 18 van de Westminster Grote Catechismus zegt: Deze onfeilbare zekerheid behoort niet zozeer tot het wezen van het geloof dat een ware gelovige niet soms lang moet wachten en op veel moeilijkheden stuit eer hij daaraan deel krijgt...
Ik doorgrond deze zin niet zo. Hoe moet ik die lezen?

Verder trouwens helder onderwijs!

[Groot Blankenstein]

De Westminster Catechismus zegt (zoals hierboven ook staat) dat de gelovigen deze zekerheid door de gewone middelen kunnen verkrijgen. Indirecte (De Hoest) of middelijke (Immens) zekerheid dus..

[Groot Blankenstein]

Dit staat tegenover wat vd Brink ook schrijft op o.a. bladzijde 80 in HyperDordt. De bijzondere ervaringen waarvan gezegd wordt dat ze nodig zijn. Maar die eerder een gevolg zijn van het ontbreken van het onvoorwaardelijke aanbod van genade.

[Posthoorn]

En wat versta je onder 'bijzondere ervaringen'??

[Heidebloem]

Heb beide boeken ook gelezen en ds. Hoest schrijft o.a. dat bekering veel vaker middelijk geschied dan onmiddelijk, terwijl veel mensen een onmiddelijke bekering wensen/verwachten. Dus middelijk door de prediking/bijbellezen komt er een toestemmen/toe-eigenen/aannemen.
En onmiddelijk dat de Heere direct met een beeld/tekst/gebeurtenis tot je spreekt zoals bij Paulus.
(Even in eigen woorden gezegd, heb het boekje uitgeleend)

[DDD]

Even los van het onderscheid middellijk en onmiddellijk (wat m.i. niet zo'n vruchtbaar onderscheid is) mogen we wel met de Westminster belijdenisschriften zeggen dat de zekerheid of verzekering gegrond is op:
- de goddelijke waarheid van de heilsbeloften
- het inwendige bewijs van die genadegaven waarover deze beloften zijn gegeven
- het getuigenis van de Geest der aanneming die met onze geest getuigt dat wij kinderen Gods zijn
- welke Geest het onderpand is van onze erfenis waardoor wij verzegeld zijn tegen de dag der verlossing
(zie Westminster Grote Catechismus hoofdstuk 18)

Er is dus zeker meer over te zeggen dan in het antwoord op Refoweb te vinden is.
Verder zegt deze Catechismus dat de gelovigen deze zekerheid door de gewone middelen kunnen verkrijgen.

Hoofdstuk 18 van de Westminster Grote Catechismus zegt: Deze onfeilbare zekerheid behoort niet zozeer tot het wezen van het geloof dat een ware gelovige niet soms lang moet wachten en op veel moeilijkheden stuit eer hij daaraan deel krijgt...
Ik doorgrond deze zin niet zo. Hoe moet ik die lezen?

Verder trouwens helder onderwijs!

Volgens mij staat er dat de onfeilbare zekerheid niet wezenlijk is voor het geloof, omdat een ware gelovige soms ook lang moet wachten en op veel moeilijkheden stuit voordat hij volkomen verzekerd is van zijn geloof. Oftewel, dat is een extra voorrecht, dat niet al Gods kinderen hebben.

[Groot Blankenstein]

@Posthoorn

Wat ik onder bijzondere ervaringen versta..

Immens zegt: wanneer God het geloof en de liefde van Zijn volk goedkeurt, Zijn genoegentoonten met wederliefde beantwoord.

Ik denk dat er vandaag vaak gezegt wordt: als de HEERE overkomt / gevoelige genade / Gods nabijheid ervaren wordt

[Posthoorn]

Tot geloof komen ís een bijzondere ervaring. Toch? Dat gaat toch niet zo'n beetje ongemerkt?
De stokbewaarder en de zijnen waren blij, de moorman reisde zijn weg met blijdschap. Dan hebben er toch záken plaatsgevonden?

[Groot Blankenstein]

Inderdaad. Ze hebben het Woord geloofd…

[Groot Blankenstein]

Ik stel voor dat je eerst leest wat ik als leestip gaf (Immens 3e verhandeling en De Hoest). Mocht je daarna nog vragen hebben, dan hoor ik dat graag!