De Bijbel met Uitleg stelt iets anders, maar bij nader inzien heb je inderdaad gelijk.wfloor schreef:Philip schreef:Ik vind de verwijzingen in de Catechismus nog niet zo sterk.
Leviticus 5 vers 1 gaat niet over vloeken, maar over misdrijven. Wanneer iemand getuige is geweest van een misdrijf, moet hij dat te kennen geven (Bijbel met Uitleg). Dat is heel wat anders dan de misdadiger zelf aanspreken. Wij zouden zeggen: hij moet getuigen in de rechtszaal.
Ook Spreuken 29 vers 24 gaat niet over vloeken, maar over diefstal. De diefstal is de vloek.
Ik zou de Catechismus dus algemeen willen opvatten. Het is onze plicht om het vloeken zoveel mogelijk te voorkomen. Aanspreken kan een juiste weg zijn, maar dat hoeft niet
Leviticus 5:1 gaat NIET per definitie over een misdrijf! Er wordt staat duidelijk "de stem des vloeks". Daar is geen uitleg voor nodig lijkt me. De kanttekening onderstreept het nog een keer "dat is lastering tegen God". Dus kort gezegd: Hoor je iemand vloeken en je zegt er niks van, dan ben je zelf net zo schuldig. (Ik steek m'n hand in eigen boezem. Wie zonder zonde is werpe de eerste steen)
Maar dan nog betreft dit oudtestamentische wetgeving die niet letterlijk overgezet kan worden in die zin dat iedereen die een vloek hoort, degene die vloekt aan moet spreken.