In deze 40-dagentijd lees ik Mattheüs 27 en beluister ik daar preken over. Je komt dan de persoon van Bar-abbas tegen. Hij werd vrijgelaten en Jezus moest in zijn plaats naar het kruis.

Kun je Bar-abbas nu zien als een type van de verloste Kerk? Voor hem gold letterlijk dat Jezus in zijn plaats stierf, dat hij vrijuit ging waar Jezus veroordeeld werd.

Nergens blijkt uit de Schrift dat Bar-Abbas persoonlijk ook de zaligheid heeft verkregen. Ik zou de conclusie dus niet uit deze figuur laten opkomen. De Schrift is daarentegen op andere momenten duidelijk genoeg over de verlossing van Gods kinderen, denk maar aan zijn maat in het kwaad: de moordenaar aan het kruis.

Het gaat niet om zijn persoonlijke zaligheid, maar om het principe: Jezus stierf letterlijk in zijn plaats en daarmee is dat een beeld van de verlossing.

Dat klopt. Maar ook het volk Israel ging Egypte uit, maar kwamen niet allemaal in Kanaän aan.

John Galt schreef:Het gaat niet om zijn persoonlijke zaligheid, maar om het principe: Jezus stierf letterlijk in zijn plaats en daarmee is dat een beeld van de verlossing.

Mee eens. Maar het grote verschil is wel dat God's volk verlost wordt door recht en Bar-abbas vrij ging door onrecht. Door het grootste onrecht ooit begaan.

Ik zie er zeker een beeld van de plaatsvervanging in.
Hoe het ook ging en hoewel het beeld ook wel mank gaat.

Het is wel de vervulling van de tekst uit Jesaja 53: En Hij is met de ongerechtigen (of goddelozen, wetsverzakers) gerekend. Net als de kruisiging tussen de twee moordenaars.

Of wij zijn als Barabas ipv dat wij moesten sterven sterft Jezus voor ieder die in Hem gelooft

John Galt schreef:In deze 40-dagentijd lees ik Mattheüs 27 en beluister ik daar preken over. Je komt dan de persoon van Bar-abbas tegen. Hij werd vrijgelaten en Jezus moest in zijn plaats naar het kruis.

Kun je Bar-abbas nu zien als een type van de verloste Kerk? Voor hem gold letterlijk dat Jezus in zijn plaats stierf, dat hij vrijuit ging waar Jezus veroordeeld werd.

Barabbas is een Joodse moordenaar. Hij kan geen type zijn van een kerk met gelovigen uit de heidenen. Niemand in het Nieuwe Testament trekt die conclusie.

Matteüs noemt Barabbas een "beruchte", letterlijk een "getekende" (Grieks: episèmos = iemand die van een teken voorzien is). Ongetwijfeld is dit een verwijzing naar het Kaïnsteken (Genesis 4:15). En daar heb je dan de midrasjfiguur bij Matteüs. Hij verwijst hier naar Kaïn/Barabbas (= fysiek geweld) tegenover Abel/Jezus (= fysiek lijden). Zie ook Matteüs 23:34-35 waar hij deze gedachte al heeft voorbereid. In Barabbas laten alle evangelisten een tegenstelling zien die er in die tijd was tussen twee joodse manier van geloof in die tijd:

1. geloof dat opriep tot gewelddadig verzet tegen de Romeinen
2. geloof dat op een geweldloze manier te werk ging.

Beide manier van geloof waren erop uit om het koningsrijk van God, naderbij te brengen. Alleen Matteüs heeft binnen dit betoog heel duidelijk een midrasjmotief ingevoerd, te weten Barabbas versus Jezus als Kaïn versus Abel.

https://www.petervantriet.nl/article.php?articleID=253

Wat midrasj is? https://christenenvoorisrael.nl/2017/01/de-midrasj/

Ik vind vooral de betekenis van zijn naam opvallend.

Ambtenaar schreef:Ik vind vooral de betekenis van zijn naam opvallend.

Misschien is dit wel interessant: https://hermeneutics.stackexchange.com/ ... name-jesus

Ik vertaal een klein stukje:

Het is mogelijk om God Abba te noemen in het Judaïsme. Maar nooit zal iemand zijn kind een "zoon van de Vader" of zelfs "zoon van God" noemen. Dat is blasfemie. De term bar Abba, בר אבא, is zo gebruikelijk in de Joodse literatuur dat iedereen die het leest onmiddellijk denkt aan een patroniem (een vadersnaam) niet gebonden aan God als Vader, maar aan de naam van een persoon.

Als je 'Zoon van de Vader' in het Aramees wilde zeggen, zou je moeten zeggen: בריה דאבא (berè deAbba), of 'zoon van zijn vader'. Een uitdrukking die een Griekse transliteratie levert die onverenigbaar is met Barabbas. Bovendien wordt deze uitdrukking nooit gezien als van "zoon van God", maar als de zoon van de rabbijn, de leraar.