Afwachten of Verwachten?

Hans van Gemerden

Afwachten of Verwachten?

Bericht door Hans van Gemerden »

Hallo mensen,

Afgelopen donderdag heb ik het nieuwe boek van dr. Klaas van der Zwaag "Afwachten of verwachten" gekocht en heb dit weekend de eerste 80 bladzijden gelezen.

Het is een gedegen studie en ik denk dat het veel mensen uit de Gereformeerde Gemeenten gaat raken.

Zijn er nog meer lezers op het forum?

Groet, Hans
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Nog niet Hans, nog niet, wacht vol verwachting op het boek.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Kislev
Berichten: 2528
Lid geworden op: 08 apr 2002, 16:20

Bericht door Kislev »

'kHeb het boek nog niet, maar dat komt wel.

Bij deze alvast het interview uit het ND.


Kerkleden verlossen van krampachtige discussies

door onze redacteuren Daniël Gillissen en Reina Wiskerke

Zelf had Klaas van der Zwaag ook ,,verkeerde ideeën'' over hoe een mens tot geloof komt. Hij dacht ,,een bijzondere ervaring'' nodig te hebben voor hij kon zeggen kind van God te zijn. Of hij zijn bekering heeft uitgesteld onder invloed van het bevindelijk-gereformeerde klimaat waarin hij opgroeide, durft Van der Zwaag achteraf niet te zeggen.

Hij denkt meer te zijn gevormd door zijn eigen zoektocht dan door het kerkelijke klimaat. Wel constateert hij dat in zijn omgeving velen door de prediking die zij horen, niet durven geloven dat Jezus ook hun Zaligmaker wil zijn.


Dr. Van der Zwaag (1955) heeft er een omvangrijk boek over geschreven met als titel Afwachten of verwachten? Hij geeft een analyse van het denken over bekering in de reformatorische zuil. Zijn conclusie is dat bevindelijk-gereformeerden afgelopen 150 jaar afgebogen zijn van de evenwichtige prediking van de Reformatie en Nadere Reformatie.

De 'toe-eigening van het heil' is een belangrijk thema voor bevindelijk-gereformeerden. Er wordt wel gesproken van een crisis in de prediking. De zekerheid van het geloof is minder stellig geworden. Slechts een klein gedeelte van de kerkgangers durft zich kind van God te noemen, uit angst zichzelf te bedriegen.

Krampachtig

Vooral in de Gereformeerde Gemeenten is hierover een discussie opgelaaid, mede door publicaties van prof. dr. J. Blaauwendraad en ds. C. Harinck. Van der Zwaag maakte het van nabij mee als lid van de Gereformeerde Gemeente in Barneveld en kerkredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Wat hem vooral trof was dat op tal van vragen die speelden, in het verleden een evenwichtig antwoord gegeven is. Na het afronden van zijn proefschrift in 1999 leefde bij hem daarom ,,de wens alles in kaart te brengen'' en de mensen te verlossen van ,,de krampachtige discussies'' die op dit moment worden gevoerd. Van der Zwaag hoopt dat zijn boek leidt tot een afsluiting van 150 jaar discussie. ,,Nu moet er een keer een einde aan komen.''

De auteur kreeg zelf de worsteling van 'tot geloof komen' van huis uit mee. Hij groeide op in de Gereformeerde Gemeente van Barneveld, waar hem duidelijk werd dat ,,het leven ernstig is en de mens eenmaal rekenschap moet afleggen van wat hij met zijn leven heeft gedaan''. ,,Die vraag bezette mij.'' Slapeloze nachten had hij niet. Hij kon echter ,,niet begrijpen dat kerkleden rustig voortleefden, terwijl ze niet zeker waren van hun geloof''.

Op zijn zestiende verdiepte Van der Zwaag zich in de kerkvader Augustinus, en diens antwoorden op de grote levensvragen. Tijdens zijn studie filosofie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam kwam hij in aanraking met Kierkegaard. Deze Deense filosoof heeft zich ook verdiept in de vraag hoe de mens in het reine kan komen met God. Voor het bijvak kerkgeschiedenis dat Van der Zwaag volgde, onderzocht hij de theologische ontwikkeling in de negentiende en twintigste eeuw. Dit alles vormde de opmaat naar zijn boek Afwachten of verwachten?.

Van der Zwaag constateert dat de reformatorische zuil gaandeweg in eenzijdigheden is vervallen, ook wel hypercalvinisme genoemd. Hij traceerde het begin van deze stroming in kringen van Engelse baptisten en bij groeperingen in Nederland, in beide gevallen aan het einde van de achttiende eeuw. Het gaat ten diepste om de spanning in de gereformeerde leer tussen Gods uitverkiezing en de verantwoordelijkheid van de mens. Het hypercalvinisme probeert die spanning weg te nemen door alle nadruk te leggen op Gods soevereiniteit: Hij kiest zijn kinderen uit. Keerzijde is dat kerkgangers slechts kunnen afwachten of ze door de Geest wedergeboren worden of niet. Gods beloften komen hun niet toe, als ze geen teken hebben gekregen dat ze uitverkoren zijn. Van lieverlede is in deze kringen uitgewerkt welke stadia een kerkganger moet doorlopen voordat hij zich als uitverkorene kan beschouwen.

Dat stempelt de prediking. Hoe precies? Van der Zwaag aarzelt. Hij is bang voor generalisaties en karikaturen. In elk geval staat ,,een onheilspellende ernst centraal'', begint hij. ,,De predikant roept echter niet op tot geloof en bekering. De preek is vooral een beschrijving van hoe Gods Geest werkt, wat op zichzelf overigens niet onbelangrijk is.''

Derde weg

Doordat in de preek een appèl ontbreekt, gaan gemeenteleden een neutrale houding aannemen, aldus Van der Zwaag. Ze vinden zichzelf niet ongelovig, maar zeker ook niet gelovig. Alsof er een 'derde weg' zou bestaan tussen die van bekeerden en onbekeerden. In zijn boek citeert Van der Zwaag tal van Schotse en Engelse leidslieden die deze benadering onmogelijk en levensgevaarlijk noemen.

Waar is in Nederland de hypercalvinistische prediking tegenwoordig te horen? Met enige tegenzin somt Van der Zwaag een rijtje op, zich beroepend op de algemeen aanvaarde sociologische indeling van C.S.L. Janse, voormalige hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Het gaat om de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Oud Gereformeerde Gemeenten, delen van de Christelijke Gereformeerde Kerken en delen van de Gereformeerde Bond en het Gekrookte Riet binnen de Nederlandse Hervormde Kerk.

In deze kringen staan de oudvaders op een voetstuk. Het zijn de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie (17e en 18e eeuw). Maar Van der Zwaag is tot de conclusie gekomen dat de oudvaders te gemakkelijk voor het hypercalvinistische karretje worden gespannen. ,,Ik heb geprobeerd het geheel van wat de oudvaders naar voren brengen, boven tafel te krijgen door evenwichtig te citeren.''

Hij wijst in zijn boek gemakkelijker denkbeelden af als het gaat om het verleden dan om het heden. Over mensen die nog leven wil hij geen al te streng oordeel vellen, verklaart de auteur. Lezers moeten zelf hun conclusies trekken. ,,Dat is een teken van volwassenheid.''

Aan de theologie van ds. A. Moerkerken heeft hij een apart hoofdstuk gewijd. Moerkerken is als rector van de opleiding tot predikant een belangrijke speler binnen de Gereformeerde Gemeenten. ,,Zoals wijlen ds. G.H. Kersten het kerkverband in het verleden heeft gestempeld, doet Moerkerken dat vandaag.''

Niemand zal zichzelf een hypercalvinist noemen, maar Moerkerken voldoet volgens Afwachten of verwachten? wel aan de kenmerken. Zijn boeken over verbond en belofte zijn richtinggevend binnen de Gereformeerde Gemeenten. Onder invloed van Moerkerken is de prediking van standen in het genadeleven - nauwkeurig omschreven stadia in de bekeringsweg - steeds meer ingeburgerd, aldus Van der Zwaag. Niet in de laatste plaats doordat theologiestudenten in grote lijnen zijn opvattingen overnemen. Er zijn echter nog wel predikanten in de Gereformeerde Gemeenten die anders gepreekt hebben of preken, zoals J.W. Kersten, L. Huisman, C. Harinck en C.G. Vreugdenhil, van wie hij verschillende publicaties in zijn boek aanhaalt.

E-mail

Er is moed voor nodig het thema van 'de toe-eigening des heils' aan te snijden, erkent Van der Zwaag. Hij pakt ter illustratie een e-mail van de printer waarin een kennis hem sterkte toewenst. Zijn boek gaat over een gevoelig onderwerp in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Toch ontkent Van der Zwaag dat zijn werkgever, het Reformatorisch Dagblad, heeft aangestuurd op uitstel van publicatie. ,,Indianenverhalen'', zegt de auteur.

Blaauwendraad en Harinck kregen het verwijt dat hun boeken polariserend waren. Van der Zwaag wilde het daarom anders aanpakken. Hij voert aan dat zijn boek vooral ,,beschrijvend'' is. Maar als anderen zijn bijdrage wel als polariserend ervaren, kan hij er niets aan doen. ,,Ik hoop op een eerlijk gesprek.''

Zijn grootste zorg is dat pastorale vragen bij gewone gemeenteleden blijven doorsudderen. De onzekerheid over het eigen geloof zal dan toenemen. Het doet hem wel wat als duizenden mensen naar een preek luisteren die veel rijker van inhoud had kunnen zijn. Toch troost hij zich met de gedachte dat ,,elke preek waarheid in zich heeft''.

Van der Zwaag is niet mis te verstaan waar hij in zijn boek over excessen in de reformatorische zuil schrijft. ,,Het schrijnende is dat het voortdurende uitstel van bekering en het gebrek aan gelovig vertrouwen in de genade van Christus mensen apathisch maakt (...)''. Ook het ,,oordelen over elkaars genadestaat'' stelt hij aan de kaak. Van der Zwaag merkt op dat de gereformeerde leer zo ontaard kan zijn binnen de reformatorische zuil, dat de christelijke trekken verdwijnen. ,,Als de God van de Bijbel slechts een God van veraf is, wat onderscheidt ons als christenen nog van de gebeden van de moslims die zich richten op een onbekende God?''

In zijn mondelinge toelichting doet Van der Zwaag geen harde uitspraken. Hij relativeert in zekere zin zelfs de noodzaak van het verschijnen van zijn boek. Dat predikers van het hypercalvinisme mensen van het heil afhouden, is te sterk gezegd, vindt Van der Zwaag. ,,God doet wat Hij wil. Hij is niet gebonden aan de prediking.''

Hij kan de neiging tot hypercalvinisme ook wel verklaren, al is dat ,,wat anders dan goedpraten''. Bevindelijk-gereformeerden wilden zich afschermen van een al te gemakkelijke omgang met het heil, zoals ze bespeurden bij Abraham Kuyper en zijn nazaten. Het gaat dan om de prediking in de Gereformeerde Kerken in Nederland. Verbondsautomatisme noemden ze dat, alsof Gods beloften automatisch iedereen ten deel vallen die op het verbondserf geboren is. Bevindelijk-gereformeerden zijn bang zichzelf te bedriegen met heil dat ze niet toekomt, en zo verblind de hel tegemoet te gaan, legt Van der Zwaag uit.

Zekerheid

Zelf heeft hij een paar jaar geleden de zekerheid van het geloof ontvangen. Tijdens een preek drong zijn bekering zich aan hem op. Het waren de woorden 'komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn' die hem op dat moment bijzonder troffen. Hij gunt anderen deze zekerheid ook. Daarom verlangt hij naar de evenwichtige prediking van de Reformatie, waarin Gods genade ruimhartig aangeboden wordt aan de kerkgangers. Maar ,,er is geen kerkverband waar je het helemaal vindt''. Van der Zwaag is dan ook niet van plan de Gereformeerde Gemeenten te verlaten, al kerkt hij wel eens elders. ,,Ik voel me niet gebonden aan één richting, één kerk. Ik voel me verbonden met de breedte van de reformatorische traditie, en die is terug te vinden in verschillende kerken.''
Breekijzertje

Bericht door Breekijzertje »

Volgens mij gaat de geschiedenis van de boekbesprekingen 'de toeleidende weg' en 'vader ik klaag u aan' zich hier herhalen................. :#

The never ending story.....


Een 'breekje' van Breekijzertje
Hans van Gemerden

Bericht door Hans van Gemerden »

Hierbij het artikel uit het RD van afgelopen donderdag:

Datum: 04-09-2003

Dr. K. van der Zwaag: Voor ruime verkondiging kunnen we volop bij onze eigen
klassieken terecht
Terug naar de brede gereformeerde traditie

J. R. A. Dekker
Bevindelijk gereformeerden moeten terug naar het oude, beproefde goud van
Reformatie, Nadere Reformatie en de puriteinen. Aan het einde van een jarenlange
zoektocht kan dr. K. van der Zwaag tot geen andere conclusie komen. "Bij de
reformatoren, oudvaders en puriteinen kunnen we de antwoorden vinden op al die
vragen waarover nu in reformatorische kring zo veel verschil van mening is."


Hoe word ik een kind van God? Kan ik weten dat ik uitverkoren ben? Meent de
Heere het werkelijk als Hij mij roept? Het zijn vragen die menige kerkganger in
de gereformeerde gezindte bezighouden. Ze hebben alles te maken met, wat
theologen wel noemen, de toe-eigening van het heil. Centraal bij deze vragen
rond de toe-eigening staat: hoe krijg ik persoonlijk deel aan de verlossing in
Christus? De antwoorden hierop zijn divers, ook in reformatorische kring, weet
Van der Zwaag, kerkredacteur bij het Reformatorisch Dagblad.
Benieuwd naar de oorsprong van deze verschillen startte hij een historisch en
theologisch onderzoek. Beginnend bij Augustinus ging hij na wat theologen in de
loop der eeuwen hebben gezegd over verkiezing, verbond, beloften, aanbod van
genade en andere thema's waarover in de gereformeerde gezindte geen
eenduidigheid is. Vele honderden geschriften van bijna net zo veel theologen
sloeg hij erop na. Resultaat: een boek van bijna 1100 pagina's, dat deze week
verschijnt. Het is dat enkele reformatorische ondernemers een subsidie hebben
verstrekt, anders had de publicatie, die nu nog geen 30 euro kost, minstens het
dubbele gekost.

Lijdelijkheid en activisme

"Het thema van de toe-eigening houdt me al een hele tijd bezig", vertelt Van der
Zwaag in zijn studeerkamer in Barneveld, waar hij lid is van de plaatselijke
gereformeerde gemeente. "Eigenlijk al vanaf mijn achttiende. Vanuit mijn
interesse in levensbeschouwelijke vragen liet ik me inschrijven voor de studie
filosofie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en nam als bijvak
kerkgeschiedenis. Met alle zaken die nu in mijn boek aan de orde komen, was ik
destijds al bezig. De drang om met een werk over de toe-eigening te komen, werd
enkele jaren terug pas echt groot. Toen kwam ik persoonlijk tot helderheid
inzake het geloof. Ik ging zien dat Christus gewillig is om zondaren zalig te
maken. Dat werd voor mij doorslaggevend. Vanaf die tijd ervoer ik een sterke
behoefte om anderen door te geven wat ik had opgediept."

"Afwachten of verwachten" luidt de titel van het vuistdikke boek. "Het eerste
slaat op lijdelijk afwachten, het tweede woord op een verwachtingsvol uitzien
naar wat God uit vrije genade schenkt. Het tweede is bijbels, het eerste niet,
en ook niet gereformeerd. In mijn boek laat ik uitvoerig de klassieken van de
gereformeerde traditie aan het woord. Je ziet dan dat het absolute karakter van
de genade nooit de menselijke wil en de verantwoordelijkheid opheft.
Integendeel. Er wordt juist een appèl gedaan op deze wil. De mens, zo zegt
Boston letterlijk, moet met een hartelijke gewilligheid opendoen om Christus aan
te nemen zoals het Evangelie Hem aanbiedt."

Het pad tussen dode lijdelijkheid en remonstrants activisme is smal, benadrukt
Van der Zwaag. "Maar de gereformeerde traditie bewaart nu precies het juiste
evenwicht. We hoeven dus beslist niet naar de evangelische stromingen om een
ruime evangelieverkondiging te horen. We kunnen volop terecht bij onze eigen
klassieken. Mijn boek wil de lezer dan ook vooral opnieuw laten kennismaken met
de theologische schrijvers uit het verleden. Hopelijk gaat de reformatorische
kring zien wat voor schatten ze in huis heeft."

Tragiek

Van der Zwaag maakt zich zorgen over de bevindelijk gereformeerden, die grofweg
zijn te traceren in de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten in
Nederland, de Oud Gereformeerde Gemeenten en delen van de Nederlandse Hervormde
Kerk en de Christelijke Gereformeerde Kerken. Hij spreekt zelfs van een zekere
tragiek. "Velen van hen zeggen de bevinding en het persoonlijke geloof te
missen. Ze zijn onzeker over hun eeuwig behoud en vinden geen troost in God.
Niet weinigen worstelen hiermee hun leven lang zonder tot helderheid te komen.
Anderen kiezen voor de zogenaamde derde weg. Die zeggen niet tot de wereld te
behoren -want ze hebben immers belijdenis van de waarheid gedaan- maar ook niet
bij Gods volk. En die derde weg is onmogelijk. Want wie niet voor is, is tegen."

De spanningen in de reformatorische kring nemen de laatste jaren toe, signaleert
hij. "Neem alleen al de jongerenavonden. De boodschap die de jonge mensen daar
meekrijgen, is dat ze naar Christus mogen gaan zoals ze zijn." Dat heeft in met
name de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) tot onrust geleid. De jeugd
wordt geadviseerd deze avonden te mijden. "Gevolg daarvan is weer dat ds. H. J.
Hegger een vlammend boek heeft geschreven richting deze kerken. Op een overigens
heel andere wijze heeft ook ds. C. Harinck er onlangs toe opgeroepen in gesprek
te gaan met hen die anders wellicht de Gereformeerde Gemeenten zullen verlaten.
Hoe dan ook is merkbaar dat de kwestie van de toe-eigening, en daarmee ook van
de prediking, velen intensief bezighoudt."

Versmalling

Hoe zijn de verschillende visies op de toe-eigening totstandgekomen? Met deze
vraag in de hand zette Van der Zwaag zich aan zijn historisch en theologisch
onderzoek. "Mij werd daarbij duidelijk dat na de Afscheiding van 1834 er een
theologische versmalling heeft plaatsgehad vergeleken met de periode daarvoor.
Je ziet dan een nevenstroom ontstaan, die steeds verder afwijkt van de
hoofdstroom van de gereformeerde traditie en het puritanisme. Al heel snel komt
er bij de afgescheidenen onenigheid over zaken zoals doop en verbond. De
ledeboerianen en de kruisgezinden, de voorvaderen van de Gereformeerde Gemeenten
(in Nederland), nemen een kritische houding aan tegenover het welmenend aanbod
van genade. In het gezelschapsleven van de 19e eeuw gaan
bekeringsgeschiedenissen een grote rol spelen. Daarin zie je steeds bepaalde
fases in het genadeleven terugkeren. De leer van de standen in het genadeleven,
zoals de Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) die kennen, is daarop gestoeld.
Volgens deze leer vallen wedergeboorte en rechtvaardigmaking niet samen en is de
laatste een nadere weldaad, die veel gelovigen wellicht nooit zullen meemaken."

Bij de Reformatie treft Van der Zwaag echter geen standenleer aan.
"Kernboodschap van de reformatoren is dat wedergeboorte en rechtvaardigmaking
samenvallen. Kenmerk van het geloof is bij hen de directe toevlucht tot
Christus. Dat er mensen zijn die zeggen wedergeboren te zijn zonder Christus te
kennen, zie ik als een ontsporing. Bij een oudvader als Van der Groe kom je dat
ook niet tegen. Ik begrijp heel goed dat de leer van de standen in het
genadeleven pastoraal bedoeld is, waar bekommerden troost in vinden. Maar in de
praktijk vormt ze voor velen een belemmering om tot Christus te gaan."
Binnen uw kerkverband is ooit gezegd: Mensen die de standenleer kritiseren,
verzetten zich meestal tegen de noodzaak van de kennis der ellende als de weg
waarin plaats komt voor Christus.

"Dat ontken ik. Ik geloof zeker dat God Zelf plaatsmaakt voor de genade in
Christus. Wat moet een mens doen met een Verzoener en Verlosser als hij geen
last heeft van zijn zonde en ellende? Iets anders is hoe diep je ellendekennis
moet zijn om tot Christus te mogen gaan. In grote lijnen zeggen onze oudvaders
uit de 17e en de 18e eeuw dat je zo veel kennis van je ellende nodig hebt dat je
wordt uitgedreven naar Christus. Bij hen lees je niet dat je eerst Gods eer meer
moet liefhebben dan je eigen zaligheid en aan andere eisen moet voldoen voordat
je tot Hem mag naderen. Een mens mag als zondaar de toevlucht nemen tot
Christus. En door het geloof, dat een gave is van de Heilige Geest, wordt deze
onmiddellijk gerechtvaardigd, waarna de strijd begint tussen de oude en de
nieuwe mens. Dat is de boodschap van de brede gereformeerde traditie."

U signaleert dat ds. A. Moerkerken de theologische lijn heeft doorgetrokken van
ds. G. H. Kersten, de voorman van de Gereformeerde Gemeenten, en nooit afstand
heeft genomen van specifieke uitgangspunten van zijn kerkverband. Is het reëel
om anders te verlangen van een rector van de Theologische School in Rotterdam?

"Ds. Moerkerken kan zich inderdaad op ds. Kersten beroepen. Hij brengt met de
standenleer dan ook niet iets nieuws, zij het dat ds. Moerkerken deze leer in
twee boeken wel op formule heeft gebracht. Blijft staan dat noch ds. Kersten,
noch ds. Moerkerken de standenleer heeft getoetst aan de hoofdstroom van de
gereformeerde traditie."

Een breed scala van theologen komt in uw boek aan het woord: Brakel, Boston, de
hedendaagse predikanten De Vries en Heemskerk, maar ook een barthiaan als
Miskotte.

"Miskotte heb ik niet aangehaald om het reformatorische erfgoed te laten
toelichten. Maar het leek mij wel goed om de bevindelijk gereformeerden ook te
bezien vanuit het perspectief van een niet-bevindelijk iemand als Miskotte. Hij
kan ons als het ware een spiegel voorhouden, hoewel ik het met zijn barthiaanse
opvattingen natuurlijk niet eens ben. Ook Van Ruler heb ik verschillende keren
geciteerd, die scherp de, wat hij noemt, ultragereformeerden heeft bekritiseerd.
Ds. A. Vergunst moest, ondanks zijn felle kritiek op Van Rulers weergave,
erkennen dat er veel waarheidselementen in zaten."

De hervormde ds. I. Kievit was bij meningsverschillen over verbond, roeping en
aanbod van genade benauwd voor "een wild citatenspel uit oude schrijvers." In
hoeverre hebt u geprobeerd dit gevaar te omzeilen?

"Daarvan was ik me steeds bewust. Telkens weer heb ik mezelf afgevraagd of ik
niet oudvaders voor mijn eigen karretje spande. Ik meen evenwichtig en
uitgebreid te hebben geciteerd. Er zaten tussen de citaten zo veel juweeltjes
dat ik het moeilijk vond deze beknopt samen te vatten. Hopelijk vormt het boek
voor de lezers hierdoor een hernieuwde kennismaking met onze rijke traditie."

Uw boek wordt gezien als een steen in de vijver van met name de Gereformeerde
Gemeenten.

"Dat vind ik jammer. Iemand die een steen gooit, wekt beroering. En dat is juist
niet mijn bedoeling. Overigens ís die beroering er al. Er zijn al heel wat
stenen gegooid. Ik hoop dat er weer rust en evenwicht zal komen in een periode
van onrust en verwarring. Dat kan ook, als men weer teruggaat naar de bronnen
van onze traditie. Hopelijk nemen zowel ambtsdragers als gewone kerkleden de
moeite het boek te lezen voordat ze zich een oordeel vormen. Alleen dan kunnen
er evenwichtige reacties volgen en een vruchtbare gedachtewisseling. In dat
kader zal er ook op zaterdag 25 oktober een congres zijn waarop predikanten uit
de Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde
Gemeenten een reactie zullen geven op mijn boek. Die dag is met name
georganiseerd om mogelijke polarisatie te overwinnen."

Uw grootste wens?

"Dat op de diverse kansels in onze reformatorische gezindte iets mag doorklinken
van een gewijzigde visie. En dat predikanten durven te staan in de vrijheid van
het Woord, los van een specifieke traditie van een bepaald kerkverband."

Mede n.a.v. "Afwachten of verwachten? De toe-eigening des heils in historisch en
theologisch perspectief", door dr. K. van der Zwaag; uitg. Groen, Heerenveen,
2003; ISBN 90 5829 337 8; 1098 blz.; 29,50.
Lecram

Bericht door Lecram »

Oorspronkelijk gepost door Breekijzertje
Volgens mij gaat de geschiedenis van de boekbesprekingen 'de toeleidende weg' en 'vader ik klaag u aan' zich hier herhalen................. :#

The never ending story.....


Een 'breekje' van Breekijzertje
Als het forum 20, 40 of 60 jaar ouder was, dan hadden de discussies er van het begin af aan al geweest.

Ik vraag me af wat de kerken of predikanten hiervan veranderen. Als je het aansnijdt, ben je bij voorbaat verdacht. Een discussie is dan niet mogelijk omdat een bekeerde niet met een "onbekeerde" hierover discussieerd. De "onbekeerde" is immers blind en en weet niet wat "Gods kinderen" ervaren. Die ervaring wordt als onderdeel van de leer gezien, zeg maar net als het boek van Mormon bij de Mormonen.
Breekijzertje

Bericht door Breekijzertje »

Oorspronkelijk gepost door lo-rucháma
Oorspronkelijk gepost door Hans van Gemerden

en heb dit weekend de eerste 80 bladzijden gelezen.
Sow.. wanneer dan? Hoe snel lees jij?

:D:D:D:D:D

Baai!!
Van Gemerden is duidelijk geen afwachtend type, hij verwacht denk ik veel van het boek...................


Een 'breekje' van Breekijzertje
Egbert
Berichten: 1334
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:17

Bericht door Egbert »

Geliefden, even bij de les blijven, als men het boek nog niet gelezen heeft onthoude men zich van commentaar! Ook ik heb het boek niet gelezen, maar ik heb wel een vooraankondiging gehoord. Vorig jaar voor de EO radio werd al gezegd dat het boek uit zou komen en dat het wat onrust zou veroorzaken. Een sub vraagje: warom worden zulke boeken nooit door Den Hertog uitgegeven? Zou dat te maken hebben met de onrust die zulke boeken veroorzaken? Zo te lezen in het ND stuk wordt ds. Moerkerken als hypercalvinist neergezet. Zal'die niet leuk vinden. Verder hoop ik dat die dominee die aan het forum, wat binnenkort gehouden zal worden, meedoet uit de school van Moerkerken komt zodat we van beide kanten horen. Verder zal ik mij van commentaar onthouden omdat zoals ik al zei het boek niet heb.
Met vriendelijke groet, Egbert.

Maar indien gij elkander bijt en vereet, zie toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Galaten 5:15

ps. iedereen die jarig is geweest of iets anders memorabels heeft meegemaakt is hierbij gefeliciteerd, alle anderen veel sterkte.
Lecram

Bericht door Lecram »

Oorspronkelijk gepost door Zeeuw2
.....Moerkerken leert wel degelijk het aanbod van genade......
Het zou wel heel erg triest zijn als hij dat niet deed. Het is alleen de vraag aan wie hij het aanbod preekt. Van wat ik van hem gehoord en gelezen heb, is dat niet aan alle hoorders. Misschien noemt hij het weleens, maar slaat het daarna direct uit handen.
Lecram

Bericht door Lecram »

Met citaten schiet je nix op. Ik hoor 's zondags in de prediking ook wel eens dat het aanbod aan iedereen gedaan moet worden (helaas maar zelden), maar de grote lijn is vaak, dat het alleen voor Gods Volk is. Dan is zo'n aanbod een wassen neus. Dan wordt de deur eerst op een kiertje gezet en dan weer keihard dichtgeslagen. De leer van de GG is hier debet aan.
limosa

Bericht door limosa »

'k Heb het boek sinds gisteren in huis. Nog niet van voor tot achter gelezen, wel hier en daar een stukje (om de sfeer te proeven).

Van der Zwaag is inderdaad heel beschrijvend. Hij is zeer goed gedocumenteerd! Goeie zaak, doordat hij bij citaten de bron noemt is alles goed te verifieren. Het risico dat hij aangevallen wordt op het onzorgvuldig citeren en op die manier scheppen van karikaturen is dan wat kleiner.

Tussen de regels door meen ik toch hier en daar wel zijn eigen mening te lezen. Of ligt dat aan mezelf, lees ik niet objectief genoeg?

Zo hier en daar lees ik uitspraken die ik toch wel onthutsend vind. Ik ben benieuwd hoe de (O)GG(iN) hierop gaan reageren.
Plaats reactie