Zita schreef:Mara schreef:Zita schreef:
De reformatorische wereld is nog steeds in bepaalde mate afgeschermd, en er zijn heel veel eigen organisaties. Je kunt reformatorisch blokfluiten, naar school, vakbondslid zijn, internetradio luisteren, forummen, naar de camping gaan, op reis gaan, in verpleeghuis wonen, stemmen, enzovoorts.
In de vorige eeuw heette dit gewoon christelijk.
Ik zat op een christelijke turnvereniging, op een gereformeerde lagere school, op de woensdagmiddagclub van het Leger des Heils,
de katholieke mensen kochten hun vlees bij de r.k. slager en groenten bij de r.k. groentenman. Mijn broers voetbalden bij de chr. voetbalver, omdat zij op zaterdag de competitie hadden.
Ik had nog nooit van het woord reformatorisch gehoord, dat kwam pas in beeld toen ik hoorde van het bestaan van de Revius, die toen nog op een andere locatie zat, maar dit terzijde.
De verzuiling heeft een negatieve klank gekregen, terwijl het best overzichtelijk was.
Het probleem ligt er meer in dat de reformatorische zuil meer en meer verdeeld raakt.
Als HerstHervormde zul je de regels van de GGiN ver. waarschijnlijk niet begrijpen of weten.
Kerkelijke regels lopen wel behoorlijk uiteen. Maar met elkaar hebben we wel al die instellingen die ik hierboven noemde, en kun je volgens mij prima spreken van een zuil. Dat is het enige punt wat ik wilde maken.
Toch heeft Mara wel gelijk: Het was gewoon christelijk. Het onderscheid kwam pas zo ongeveer bij de oprichting van het RD. Toen werd de naam Reformatorisch meer gebruikt voor degenen die niet met de hoofdstroom van het protestantisme mee konden. De gezangen in de kerk, de NBG Bijbelvertaling, enz. De organisaties die niet mee konden met de gewone christelijke organisaties kwamen apart omdat er in de hoofdstroom van het protestantisme veel vernieuwde en veranderde.
Er kon steeds meer bij door, en zo was mijn vader, om een voorbeeld te noemen, (voor hij daaraan ontdekt en overtuigd werd) lid van een 'christelijk toneel', om maar wat te noemen. Mijn opa (mijn moeders vader) was diaken in de Hervormde kerk, maar had er totaal geen bezwaar tegen dat zijn dochter (mijn moeder) op dansles ging. Toen onze ouders meer en meer overtuigd werden van de valse leer die er werd gebracht kon dat allemaal niet meer.
Ik weet niet of we nu al zover zijn dat er reformatorische toneelverenigingen bestaan? Het was toch altijd een punt van verschil: Reformatorisch kon niet mee met toneel, dans, theater, bioscoop, en later radio en tv. Er kwam een steeds grotere kloof tussen 'gewoon christelijk' en reformatorisch.
Ik geloof dat dit het punt is: Mensen die zich vandaag de dag nog wel reformatorisch noemen zijn in principe zo ongeveer zover 'geëmancipeerd' dat ze gelijk zijn geworden het de destijds 'gewone hoofdstroom in het protestantisme. Dat ging geleidelijk. De kiem lag er eigenlijk al in de jaren
voor er van een reformatorische zuil was. We noemden het misschien toen behoudend of orthodox protestants, en daarin lagen in feite al de wortels van het huidige niet meer oorspronkelijk reformatorische (of gereformeerd) denken. Het is een steeds opschuivend proces. Maar dat kan vanzelf niet altijd doorgaan, want dan verwaterd alles. Zo zijn we nu als gereformeerde gezindte steeds minder een eenheid zodat we elkaar geestelijk niet meer herkennen of verstaan.
Het deel dat destijds (ten tijde van de oprichting van het RD, eind jaren 60), reformatorisch genoemd werd, en nu niet kan meegaan met de vernieuwingen (althans
die vernieuwingen die de leer en het leven naar Schrijft en Belijdenis aantasten), is nu een klein overblijfsel geworden, waar men van binnenuit de reformatorische kring, nu schampert over de zware dominees uit de rechterflank. Analoog aan de situatie zoals die was toen onze ouders nog met de hoofdstroom in de Hervormde kerk meegingen. Er werd naar hartenlust gescholden en minachtende neergekeken of die 'fienen' (fijnen) in Rijssen, waar je beter niet mee van doen kon hebben. Zo lag dat toen.