Pioenroosje schreef:In deze context moest ik denken aan de test uit 1 Korinthe 15:29, “Anders, wat zullen zij doen, die voor de doden gedoopt worden, indien de doden ganselijk niet opgewekt worden?” Nooit goed begrepen wat hier nou eigenlijk bedoeld wordt. Iemand die daar iets over kan vertellen?
Er zijn veel verschillende verklaringen van deze tekst, zie bv. de kanttekening van de SV.
M.i. is de volgende betekenis het meest waarschijnlijk: zwaar lijden ondergaan, in doodsgevaar zijn. Vergelijk hiervoor vs. 30-32, Matth. 20:22 en Luk. 12:50.
Zie vooral het verband tussen vs. 29 en 30-32:
29 Anders, wat zullen zij doen die voor de doden gedoopt worden, indien de doden ganselijk niet opgewekt worden? Waarom worden zij voor de doden ook gedoopt?
30 Waarom zijn ook wij alle uur in gevaar?
31 Ik sterf allen dag, hetwelk ik betuig bij onzen roem dien ik heb in Christus Jezus, onzen Heere.
32 Zo ik, naar den mens, tegen de beesten gevochten heb te Éfeze, wat nuttigheid is het mij, indien de doden niet opgewekt worden? sLaat ons eten en drinken, want morgen sterven wij.
Hieruit zie je duidelijk dat het 'voor de doden gedoopt worden' direct te maken heeft met het in doodsgevaren zijn.
Zo wordt het woord 'dopen' ('met een doop gedoopt worden') ook gebruikt in Matth. 20:22 en Luk. 12:50.
Een andere uitleg is dat hier sprake is van wassingen van de doden. Maar m.i. past dat minder goed in de context.