Ik ben het met Zonderling eens.Zonderling schreef:De vraag is feitelijk niet te beantwoorden omdat de 'minimale belijdenis' gekoppeld wordt aan het zijn van een 'waar christen'.
Dat verband is er echter maar ten dele.
Iemand kan een waar christen zijn zonder een grondige belijdenis te kunnen afleggen.
Hij of zij kan zelfs niet vrij zijn van grote en zeer ernstige dwalingen.
Andersom kan iemand een uitmuntende belijdenis hebben en toch geen waar christen zijn.
Ten slotte zijn er ook jonge kinderen en zwakbegaafden die wedergeboren kunnen zijn, maar met hun mond niets kunnen zeggen over God of Christus. Maar ook wanneer we de jonge kinderen en zwakbegaafden buiten beschouwing laten, is de vraag niet te beantwoorden.
Wel zou ik willen zeggen dat de belijdenis van Petrus en van de kamerling voorbeelden zijn van zeer korte, krachtige en ware belijdenissen. Wil je een 'minimale belijdenis' noemen, noem dan deze.
Ik dacht later, ook aan de verstandelijk gehandicapten.
Deze hebben dikwijls geen begrip of bevatting van de belijdenis, maar kunnen de zaak zelf in het hart wel deelachtig zijn, al kunnen zij het niet belijden naar verstandelijk vermogen..