Wat ds. Van Aalst aangeeft, is dat de mogelijkheid, de belofte, van zaligworden er voor iedereen is die het Evangelie hoort, maar de zekerheid, de vervulling, voor de uitverkorenen.Ander schreef:En daarmee is de toon en inhoud van het boekje wezenlijk anders dan wat ik lees in jouw uitspraak. Dat mag ik dan toch concluderen? Daar gaat het me even om. Als het alleen een woordkeusverschil is wordt het een ander verhaal, toch?memento schreef:Ik lees bij ds. van Aalst zinnen als: Niet alleen de mogelijkheid van zalig worden, maar zelfs de zekerheid van zalig worden wordt ons voorgehouden voor Christus' verkoren bruidsgemeente
Mijn vraag is daar: Waarom wordt hier gesproken in uitverkiezingstermen. Waarom niet: Niet alleen de mogelijkheid van zalig worden, maar zelfs de zekerheid van zalig worden wordt (door een weg van bekering en geloof) ons voorgehouden.
Dat onderscheid is terecht; helaas husselt Memento dat in zijn voor-laatste posting wat door elkaar.
Heel duidelijk lees je die bewoording ook terug in de belijdenisgeschriften. Ik citeer slechts als voorbeeld het antwoord van op vraag 54 van de HC:
Dat de Zone Gods uit het ganse menselijk geslacht Zich een gemeente, tot het eeuwige leven uitverkoren, door Zijn Geest en Woord, in enigheid des waren geloofs, van den beginne der wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt (...)