Ik heb de puntjes uit de petitiesite even gekopieerd
1. Door de bovenmatige nadruk op delen van enkele vakgebieden (taal en rekenen) is de balans in het onderwijs verstoord. Er treedt een verschraling op van het onderwijsaanbod, die strijdig is met de uitgangspunten en doelen van de Wet op het Primair Onderwijs. Kinderen zijn zoveel meer dan hun scores. Talenten op sociaal, motorisch, creatief en expressief gebied sneeuwen onder.
Ja, meer leren, minder toneelspelen.
2. Het huidige onderwijstoezicht tast de professionele vrijheid van directies en leraren aan. Daardoor verliezen zij hun passie en enthousiasme. Dé basisvoorwaarden voor goed onderwijs.
Hup, aan je werk!
3. Door selectief gebruik van nationale en internationale onderzoeksgegevens heeft de overheid ten onrechte geconstateerd dat het niveau van het basisonderwijs is gedaald. Deze onjuiste interpretatie van gegevens heeft het imago van het basisonderwijs schade berokkend. Mede daardoor is het moeilijk talentvolle jongeren te interesseren voor een onderwijsloopbaan.
Eerst leer je ze slecht rekenen en dan verwijt je dat ze niet kunnen rekenen. Ga voorlopig er maar vanuit dat de gegevens wel kloppen. Er zijn zoveel voorbeelden van dingen die ik wel geleerd heb op de lagere school en ze nu niet meer leren.
4. De sterke nadruk op cognitieve leerprestaties veroorzaakt een competitief klimaat en een ongewenste vervroeging van formele leerprocessen. Vooral de ontwikkeling van het jonge kind wordt geforceerd, waardoor de natuurlijke ontwikkeling gevaar loopt. Een deel van de leerlingen komt daardoor in de knel. Het percentage uitvallers stijgt.
Een kinderzieltje kan een hoop hebben. En mooi toch dat je ziet dat ze in de knel komen? Kun je er wat aan doen.
5. De afrekencultuur heeft een verlammende uitwerking op de verbetering (innovatie) van het onderwijs.
Het eerste is waar, dat wert overal verlammend. Maar er is teveel geïnnoveerd in het bao.
6. In het rapport Het oog der natie: scholen op rapport. Standaarden voor de publicatie van schoolprestaties (Dijkstra, A.B., Karsten, S., Veenstra, R., Visscher, A.J., red., 2001) zijn de wetenschappelijke standaarden geformuleerd, waaraan een publicatie van schoolgegevens moet voldoen. De werkwijze van de inspectie voldoet op alle hoofdzaken niet aan deze standaarden. De uitkomsten en waarderingen zijn daardoor onbetrouwbaar.
Zou kunnen.
7. De onbetrouwbare opbrengstgegevens veroorzaken dat de opbrengsten van scholen ten onrechte als zwak of sterk worden beoordeeld. Een verplichte eindtoets en het vaststellen van referentieniveaus in het basisonderwijs zullen het sluitstuk vormen van een onrechtvaardige en verstikkende afrekencultuur.
Die toets is er toch al? En nu gewoon allemaal meedoen en niet je eigen toets knutselen.
8. Door de vermenging van eisen op het gebied van deugdelijkheid en onvoldoende geobjectiveerde kwaliteitseisen is er feitelijk sprake van een staatspedagogiek. De diversiteit van het onderwijs wordt er door bedreigd.
Dat denk ik niet. Als je een goed verhaal hebt en daarbij goede resultaten is er altijd te praten. Maar verhaal betekent niet: smoesjes.
9. Onrechtmatig en onrechtvaardig toezicht lokt onreglementair (frauduleus) en strategisch gedrag van scholen uit, dat strijdig is met de belangen van de leerlingen. Het kunstmatig verhogen van de leeropbrengsten, ook door bijvoorbeeld toetstraining, leidt tot advisering naar een niet passend schooltype waardoor leerlingen vastlopen en ‘afstromen’.
Aan toetstraining mag iets gedaan worden. De Cito is wel een beetje errug voorspelbaar. En daarom gaat men trainen. In het VO kan dat soepel opgevangen worden. En als de Cito alleen leidend is moeten die meesters en juffen terug naar de PAbo.
10. Relatieve toetsgegevens van individuele leerlingen worden door de inspectie in absolute zin gebruikt voor een beoordeling van het onderwijs op een school als geheel. Toetsen verliezen daardoor hun waarde voor het onderwijsproces.
? Die snap ik niet.
11. Het onderwijsbeleid veroorzaakt een overmatige bureaucratisering. Niet de kwaliteit van het daadwerkelijke onderwijs is de basis van het toezicht, maar of alles aantoonbaar is met documenten (gidsen, plannen, protocollen en procedures).
Uiteraard. Maar dat is niet nieuw. Iedereen vond het wel prettig en liep netjes in het spoor van de gidsen, plannen, protocollen en procedures.
Er is een enorme burocratisering. Helemaal eens. Maar nogmaals. Als je een beetje uit de pas loopt in benchmarks, maar daarentegen geweldig goed onderwijs levert (aantoonbaar, helaas) dan moet dat gaan volgens mij.
12. Het huidige toezicht is door de inspectie ontwikkeld. De inspectie stelt de normen vast, voert het toezicht uit en legt sancties op. De inspectie voert weliswaar overleg met het onderwijsveld, maar betrekt het niet bij de besluitvorming. Klachten worden door de inspectie afgehandeld. Omdat er sinds augustus 2010 sprake is van een ministeriële regeling is bezwaar en beroep onmogelijk. Het onderwijs is als gevolg daarvan rechteloos en vogelvrij.
Daar moeten ze dan wat aan doen. Als de kalkoen in beroep moet over het kerstmenu bij de slager, weet je hoe het afloopt.