De nieuwe regeling, die op een nader te bepalen datum ingaat, heeft de volgende omschrijving:refo schreef:Van twee naar vier jaar. In de DKO staat twee jaar. Elk jaar treedt de helft af. Volgens de De Gier omdat je anders elke keer een nieuwe kerkenraad zou hebben.Jantje schreef:Ik las gisterenavond in de nieuwste Daniël dat de verkiesbare termijn voor ambtsdragers is verhoogd van 3 naar 4 jaar.
Dit stond in een interview met ds. P. Mulder over de Kerkorde. Er zijn ook nog enkele andere zaken in de Kerkorde veranderd.
Ik was hier helemaal niet van op de hoogte.
"Elk jaar (a) treedt een deel van de ouderlingen en diakenen af volgens een door de kerkenraad opgesteld rooster van aftreden, zodanig dat de zittingstermijn van elke ambtsdrager niet langer is dan vier jaar. (...)"
In de toelichting bij (a) staat: "Oorspronkelijk was er in de DKO sprake van een jaarlijks aftreden van de helft van de ouderlingen en diakenen. Voetius achtte een tijd van drie of vier jaren beter, zodat ambtsdragers goed op de hoogte zouden komen van de kerkelijke gang van zaken."
- Het interview van de Daniël kan dus best spreken over een verhoging van de ambtstermijn van 3 naar 4 jaar, maar feitelijk is dat onjuist. De maximale termijn is naar 4 jaar gegaan. Een kerkenraad kan zelf bepalen wat de gehanteerde termijn is binnen de eigen gemeente, zolang deze maar niet het maximum van 4 jaar overschrijdt.
- De herziening van de DKO is beschreven in het nieuwe boekje "En met orde", die op last van de GS van 2019 (GG) is uitgegeven. Binnenkort zal deze nieuwe kerkorde ingaan. Tot die datum gelden de oude regelingen.