Desiree schreef:-DIA- schreef:Morgendienst:
PSALM 68:14
Thema:
DE SCHOONHEID VAN DE KERK IN HAAR VERDRUKKING
1. Beleefde verdrukking
2. Verkregen schoonheid
Vertel er eens wat van.. tenminste, als je het nog kunt omschrijven..
Kort, want ik wil nu slapen...
In vers 14 lezen we:
Al laagt gijlieden tussen twee rijen van stenen, zo zult gij
toch worden als vleugelen ener duif, overdekt met zilver, welker vederen zijn
géluwen goud.
De beleefde verdrukking:
Deze psalm is door David gedicht toen de ark Gods weer te Jeruzalem was
gebracht. We zien dat hieraan vooraf nogal wat vooraf ging.
Uzza wilde de wankelende ark tegenhouden toen die dreigde te vallen.
Uzza viel zelf, in een eeuwige verwoesting.
Daanrna, werd de ark later verder opgevoerd naar Jeuruzalem.
David was na al deze verdrukkingen zo verheugd in zijn God dat hij in
de linnen lijfrok met alle macht huppelde voor de Heere zijn God.
Dat werd door Michal gezien, en afgestraft. Maar David was hemels
gezind, en zei tegen Michal: Met die maagden, waarvan gij gezegd
hebt, daarmee zal ik eeuwig God grootmaken. Deze maagden waren
voor Michal te min. Maar niet voor David, want hij zegt: IK zal mij
nog geringer aanstellen.. We weten het einde van Michal.
We weten ook dat David eeuwig nu eeuwig mag juichen.
Verkregen schoonheid.
Al laagt gijlieden tussen twee rijen van stenen, zo zult gij
toch worden als vleugelen ener duif, overdekt met zilver, welker
vederen zijn géluwen goud.
Dat ontving David, na de verdrukkingen, vleugelen als een duif.
In Hooglied lezen we:
Mijn duive, zijnde in de klove der steenrots.
Toon Mij uw gedaante, doe Mij uw stem horen, want in gedaante is
liefelijk en uw stem is zoet. Die opgejaagde duif mocht opgaan met
vleugelen als een arend. Na het kruis wacht de kroon voor Gods volk
dat hier onbegrepen over de wereld gaat, dat veel hoon en spot moet
verdragen. maar: Er moet veel leed geleden zijn en veel strijd gestreden
zijn, zal het einde vrede zijn.
Het is maar een korte samenvatting, maar ik geloof dat de hoofdtrekken
wel duidelijk zijn.