jakobmarin schreef:-DIA- schreef:Handelingen 5:1-11 (ds. G.M. de Leeuw)
DE ZONDE TEGEN DE HEILIGE GEEST
1. Het terrein van deze zonde
2. Het ware karakter van deze zonde
3. Daar is geen weg terug
4. Daar is een Goddelijke bewaring voor deze zonde
Ik ben wel benieuwd naar deze uitleg, want DÉ ZONDE tegen de Heilige Geest bestaat niet, wel de "LASTERING van de Geest", of het "SPREKEN tegen de Geest" (Mattheus 12).
Dit lijkt een klein verschil, maar is voor veel mensen (waaronder ikzelf) een lange tijd een bron geweest van onnodige verwarring hierover.
En dan is het nog helemaal niet zo eenvoudig om de duiden wat dit precies betekend.
Voor mij is het de vraag of Ananias en Saffira de Heilige Geest 'gelasterd' hebben; Petrus zegt dat ze "tegen de Heilige Geest
gelogen" hebben, en dat is wat anders dan lasteren.
En lasteren betekend in deze zin "opzettelijk, tegen beter weten in, lasteren van de Heilige Geest". Want Paulus had ook God gelasterd, maar het is hem vergeven omdat hij het onwetend, in ongeloof gedaan had (1Tim1,13).
Het lasteren tegen de Heilige Geest is ook zonde tegen de Heilige Geest. Deze mensen
wilden onder een valse schijn het werk van de Heilige Geest nadoen. Dit gebeurde
opzettelijk met voorbedachte rade, want zij waren beiden overeengekomen. Petrus
zegt niet: Wat heb je gedaan? Maar hij moet meteen het oordeel uitspreken, zonder
dat ze nog een woord konden tegenspreken.
Ik zal even proberen wat punten uit de preek naar voren te halen.
1. Het terrein van deze zonde
Het terrein waar deze zonde alleen maar kan plaatsvinden onder de zuivere Waarheid
waarin de Heilige Geest is.
2. Het ware karakter van deze zonde
Het karakter van deze zonde is zo gruwelijk. Ds. gaf één voorbeeld wat hij had mee-
gemaakt. De omstanders werden er allemaal koud van.
Hier gaat iemand zo ver, dat hij tegen de Werkmeester van de overtuiging ingaat.
De Heilige Geest wordt hier gelasterd, dwz. tegen Hem wordt gezondigd.
Nu laat Hij, de Werkmeester van de overtuiging en het ware geloof, die persoon
aan zichzelf over. Hij zal nooit meer tot berouw kunnen komen, want de Heilige
Geest wil, eerbiedig gezegd, geen contact meer met zo'n mens. Voor zo'n mens
mag ook niet meer gebeden worden.
3. Daar is geen weg terug
Hier is geen weg meer terug want deze zonde is met volle overtuiging tegen eigen
consciëntie in begaan. Zie hoe Judas, hoewel hij niet zo nadrukkelijk de zonde tegen
de Heilige Geest heeft gedaan, aan zijn einde kwam. Al zijn ingewanden werden
uitgestort, en het werd een ieder bekend. De ingewanden wil zeggen, het innerlijke
wat in zijn hart was kwam openbaar.
4. Daar is een Goddelijke bewaring voor deze zonde
Ten vierde merken we steeds weer op, dat de ware vromen steeds beducht zijn om
deze zonde te doen. En er ook mee worden aangevallen dat ze deze hebben begaan.
Zolang hiermee wordt geworsteld hebben ze deze zonde niet gedaan, want degene
die ze wel gedaan heeft, die is zodanig verhardt dat hij er niet meer voor schrikt,
en hij weet innerlijk dat er voor hem in eeuwigheid geen genade meer is.
De duivelse aanvechtingen zijn dan in feite een bewijs en tevens een troost
dat zij deze zonde niet begaan hebben. En daar bewaart God de Zijnen ook voor.