eilander schreef:Jongere schreef:eilander schreef:Feitelijk was het wel bedoeld als onlosmakelijk verbonden. Waar de vertalers keuzes moesten maken, hebben ze in de kantlijn de alternatieven en beschrijvende synoniemen weergegeven. Volgens mij was het niet de oorspronkelijke bedoeling om dat ooit los van elkaar te zien.
Je reageert hiermee op de zin "De kanttekeningen vormen een onmisbaar hulpmiddel bij het lezen van de Statenvertaling." Maar dat staat er niet...
Lijkt een beetje flauw, maar alleen dit punt al zorgt denk ik voor wat onbegrip. De zin die Parsifal citeert heb ik ook moeite mee. Niet vanwege de waarde van de kanttekeningen bij de SV (dat staat boven twijfel wat mij betreft), maar wel omdat de zin weer wijst op een soort "canonisering" van de Statenvertaling.
(...)
Inderdaad een beetje flauw. Je weet ook wel dat in de kringen waar de kanttekeningen gewaardeerd worden, doorgaans de SV als betrouwbaar wordt geacht. Overigens is vriend en vijand het erover eens dat het een betrouwbare vertaling is.
Dus bijbellezen = SV lezen voor mensen die de grondtalen niet machtig zijn. En wat ik probeer te betogen is: SV lezen = kanttekeningen erbij lezen omdat het zo bedoeld is.
Ik heb overigens niet zoveel moeite met canonisering van de Statenvertaling, al begrijp ik dat het principieel niet geheel juist is.
Het lijkt mij nog niet zo verkeerd als we de SV zien als Gods Woord.
Volgens mij is de taal van de reformatie, en ook in de Westminster kunnen we dat lezen. Dat de inspiratie in directe zin alleen het OT en NT in de brontalen geldt. Daarom dat een brontekst als het goed is doorslaggevend is en niet een vertaling.
Die vertaling is wel nodig opdat iedereen de Schriften kan lezen en onderzoeken. Omdat de brontekst de laatste maatstaf is had de reformatie als regel dat een predikant de Bijbel in de brontalen kan lezen. Met hoge uitzondering werd daar vanaf geweken.
Er wordt niet gesproken over dat de vertaling canoniek is. Laat staan de kanttekeningen. Je zegt zelf al dat dat principieel onjuist is. Dan moeten we maar ook maar niet ietsje die kant op willen gaan. Overigens zijn de kanttekenaren zich denk ik zeker bewust geweest van hun feilbaarheid. En vraag ik mij af of zij ooit hun kanttekeningen bij de Bijbel als onfeilbaar hebben gezien. Juist omdat ze wisten dat ze met aantekeningen bij een vertaling bezig waren. Als ik ernaast zit wordt ik graag gecorrigeerd. In de loop van de tijd zijn er andere dingen bekend geworden door vondsten, oude geschriften etc. waardoor er misschien zeker wel andere kanttekeningen erbij of soms ipv gemaakt kan of moet worden? En zullen zij dan dus de kanttekeningen niet als onlosmakelijk met de Statenvertaling hebben verbonden gezien.
Ik meen dat de BMU de kanttekeningen zeker niet terzijde willen schuiven. En ik meen ook dat de uitleg zeker feilbaar is. Maar zij zijn tegemoet gekomen aan hen die de HVS een stap te ver vinden gaan. Hebben de vertaling de vertaling gelaten. En geven er uitleg bij. Als opstap naar uiteraard ook de kanttekeningen. Die net zo feilbaar zijn. Zoals JGW zegt.
Misschien dat de tegenstanders van de BMU de kanttekeningen eens gaan vertalen? Of zou dat onmogelijk zijn omdat zij veelal de grondtalen niet beheersen en zich wel onder theologen scharen? Dat zij zo nooit eerlijk de meerdere vertaalmogelijkheden tegen het licht kunnen houden? Om tot een goede kanttekening te komen? En dat zij dus hierin zelf niet in de lijn van de Reformatie staan? Of is dat te zwart wit?