Ik kan je volgen, met alleen de kanttekening dat ik nooit bedoeld heb met mijn scherpe stellinginname om de geestelijke bevindingen af te schrijven. Er is zeker een doorleving van de weg ter zaligheid nodig. En in die zin luister ik graag naar predikanten uit de Gereformeerde Gemeenten (en anderen), waarin de weg getekend wordt die de Heere doorgaans met Zijn kinderen houdt. Ook al deel ik hun visie niet op de wedergeboorte - rechtvaardigmaking. Toch wil ik benadrukken dat de zaken doorgaans recht beleden en benoemd wordt. Ook in de Gereformeerde Gemeenten wordt er naar Christus verwezen als Schuldovernemende Borg en Middelaar. Daar moet het naar toe. En dat beluister ik in de volle breedte van genoemd kerkverband. Het gaat wel over een fundamenteel verschil; waar vangt het nieuwe leven aan. Ik heb hier weleens over gesproken met Jongere nav ds. Moerkerken. De discussie is na te lezen. Maar hij wees mij er toen terecht op dat er geen geestelijk leven buiten Christus geleerd wordt. En in die zin kunnen we tot elkaar komen. Want Gods volk leert niet alles op een dag. Daar is namelijk een opwas in de kennis en genade van Christus. Er zijn er die van verre staan, er is een bekommerd volk en een uitziend volk. Maar er zijn ook vaders in de genade. Of anders gezegd schapen in de genade. Die onderscheiding daar voel ik mij bij thuis. We zijn schapen of lammeren, geen giraffen. De genadekorf moet laag hangen. Zo ook in het stuk dat gaat over het komen tot Christus. In de prediking dient geestelijke leiding gegeven te worden.Herman schreef:De optie 'kijk uit, je bedriegt jezelf voor de eeuwigheid' is er eentje die ik al zijn algemeenheid afwijs. Met als belangrijkste reden dat je het hart van een ander niet kunt beoordelen. Je zult dus zeer voorzichtig moeten zijn en evenwichtig in je opmerkingen, wil je aanspraak mogen maken op die uitspraak.Lilian1975 schreef: Ik begrijp je reactie niet. Het zijn nl geen grote woorden. Ik meen wel dat hier een deel van de nood van de kerk in ligt op dit moment. En ja het is gijlieden hebt niet gewild. Juist daarom.Maar betekent dat dat je mensen in de veronderstelling moet laten dat het wel een beetje bijna goed zit omdat ze bepaalde gevoelens ervaringen hebben maar tegelijkertijd Christus niet als hun persoonlijke Borg en Zaligmaker kennen? Het niet durven kan een vrome afleidingsmanoeuvre zijn. (Wanneer de zielenood op het hoogst is, wordt elke reddingsboei gegrepen. De drenkeling zegt in de weg wanneer er nergens uitkomst is niet ik durf die boei die mij aangereikt wordt niet vast te houden...) En beseffen we wel hoe lui de mens is als goddeloze zondaar?en dat we dat zijn zolanf we Hem niet als onze persoonlijke Borg en Zaligmaker kennen? En dat een ambtsdrager alleen hoort te wijzen op Hem? En niet mensen moet bevestigen in hun ervaringen waarop gesteund wordt? Ik vind het zorgelijk veelzeggend dat mensen boos worden zoals in de reactie van Helma... en ook in die situatie. Wijs maar op Hem. En als de nood werkelijk hoog is. God laat geen bidder staan. Wijs hen erop dat we met onze o mogelijkheid tot Hem moeten vluchten.
Verder maak je een tegenstelling tussen allerlei gevoelens en ervaringen en het kennen van Jezus. Het geloof aanvaard Hem en al zijn weldaden, namelijk vergeving der zonden. Daarbij hoort dus én Godskennis en zelfkennis. Die gevoelens en ervaringen kunnen dus prima horen bij de weg der bekering en hoeven niet a priori afgewezen te worden alleen omdat het geen rustgrond is. Inderdaad, het is geen rustgrond, maar het is wel de weg waarlangs de Heere leidt. Ik ben tegen het denken in tegenstellingen. Datgene wat de Heere zelf werkt, kan niet een dag later of bij een andere prediker opeens van nul en generlei waarde zijn.
Een ambtsdrager dient de Schriften te ontvouwen in haar geheel. De functie van Evangelist is daar één van. Zowel in de HC als in de DL worden de vruchten van geloof en bekering aangewezen om deze in jezelf met een heilig vermaak waar te nemen (DL 1 paragraaf 12). Daarom mogen die zaken (droefheid naar God, kinderlijke vreze, waar geloof in Christus) gewoon onderdeel uitmaken van de voorgehouden Schriftuurlijke waarheid.
Aangezien met het accent op de Christus, de Christus in ons niet over het hoofd gezien mag worden. Eilander zegt dat weleens met regelmaat: "de Christus in ons". Een eenvoudig, maar treffende zin. Dat is ook Christusprediking.