Deel 3 laat veel meer karakterontwikkeling zien, vind ik. Karel wordt van een schuchter jongetje een volwassen man, die als de jongen Karel een voor ieder onbegrijpelijke keuzes maakt en die als de man Karel trouw blijft aan een ideaal. Hij was de jongen die tot ergernis van zijn moeder op de jongemannenvereniging niets durfde te zeggen, terwijl hij aan het einde van het boek een bevlogen, diepgaand gesprek kan voeren met zijn welbespraakte socialistische zwager, en daarmee diens respect wint. Hij is zelfkritisch (hij lijkt een barmhartige samaritaan, maar erkent dat hij zijn vrouw heeft gekocht) en vergevingsgezind. Als ik het verschil zie tussen zijn eerste gesprek met Bram en het einde van het boek, staat er een compleet andere man. En tegelijk is het dezelfde Karel, met een dwaze verliefdheid, met onrealistische dromen.Afgewezen schreef:De kloof zonder brug vind ik een schitterend boek. Misschien inderdaad hier en daar wat sentimenteel, en ook een beetje onsamenhangend, maar voor mij overheerst toch de kwaliteit. En de manier van schrijven, magnifiek!
Om met de orgelleraar van Jan de Ridder te spreken: "Het lééft. Dan mag het verder vol fouten zitten..."
Deel 2 en 3 van de trilogie vind ik beduidend minder. Die hebben toch niet de warmte en het oorspronkelijke van het eerste deel.
Maar goed, dat is mijn mening...
Deel 1 laat een warme, ontroerende verhaallijn zien, maar de karakters blijven grotendeels typetjes.
In deel 2 vind ik de verhaallijn zwak. De omslag voor Lena is mij nooit geheel helder geworden, terwijl het toch een grondige verandering was. Toch overtuigt het verhaal mij wel, en ontroert de strijd van Lena tegen haar lelijkheid, haar liefde, haar eenzaamheid mij ergens wel. Het open einde vind ik ook sterk gekozen. Iedere andere roman zou een eindgoedalgoed-slot hebben, waarin Lena in kalme, romantische liefde het leven gaat delen met meester Planter en daarmee verschrikkelijk gelukkig wordt. Hoera, het aards geluk is gelegen in het vinden van een man. Hier niet. Het probleem van Lena is allereerst dat zij zichzelf niet accepteert zoals ze is. Dat vervolgens meester Planter in beeld komt, is een bijzaak, vergeleken met de zelfacceptatie.
Maar deel 1 blijf ik ook mooi vinden, hoor.
