Klavier schreef:Het punt is juist dat er in de bevindelijke prediking veel over de uitverkiezing wordt gesproken als troostleer.
En dat is naar Efeze 1!
"Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde;
Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil.
Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde;
In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade,
Met welke Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid;
Ons bekend gemaakt hebbende de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven."
Dit gedeelte wordt aan de gelovigen geschreven. Het is niet als leerstuk tijdens de prediking van Paulus aan de ongelovigen naar voren gebracht.
En dir is ook zoals lijn van de reformatie altijd geweest is. De verkiezing staat nooit voorop, is nooit een voorwaarde, is nooit een belemmering voor de mens.
De mens heeft zich te houden aan: Bekeert u!
En juist vanwege die verkiezing weten we dat de Heere de bekering geeft. OMDAT er een uitverkiezing is. Niet ONDANKS maar DANKZIJ.
Samen met de beloften dat "Wie gelooft zal zalig worden" is er geen enkele ruimte van de mens uit om zich te verontschuldigingen niet te kunnen.
Dat neemt niet weg dat de onwil van de mens in de weg staat.
Er blijft hoe dan ook een spanning ontstaan. Ook mijn vorige post kan dat uiteindelijk niet wegnemen.
Dat proberen van ds. J.J. Tanis is wat ik probeerde weer te geven met het waarnemen van de middelen.
Ik realiseer me dat het gevaar aanwezig is de wil op te splitsen in een wil tot geloof en een wil om de middelen waar te nemen.
Maar ik geloof dat de Heere de wil werkt onder de bediening van Zijn Woord door de overtuiging van het geweten. Het geloof is uit het gehoor. De dwaasheid der prediking wordt als middel gegeven tot zaligheid.
Als we zeggen 'ik kan niet' en 'ik wil niet' en we nemen de middelen niet waar vanwege niet te kunnen en te willen dan lijken we, nee dan ZIJN we een Hyper-Calvinist.
Maar als je je vanuit 'het niet kunnen' en 'niet willen' onder het Woord begeeft onder de verzuchting dat de Heere het harde hart wil breken en de wil zou mogen vernieuwen is de weg die naar Gods Woord is. We moeten de oproep van bekering ook niet los willen zien van het gebed. Heere bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn.
Ik denk dan ook dat de post van Geledu verkeerd begrepen is.
Mijns inziens vult hij alleen aan zonder zaken te bestrijden. Of zie ik iets over het hoofd?
Uitgewerkt, ondekt aan zonde en schuld , er achterkomen dat er niets van je zelf bijkomt en dan het schitteren van de uitverkiezing.
"Door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen"
Als het leven van Gods volk zo gepredikt wordt word dat gezien als hyper - calvinistisch terwijl dat niet terecht is.
Helemaal mee eens! Ons past enkel verwondering dat de Heere zondaars verkiest die geen enkel recht op zaligheid hebben.
Kijk eens even hoe het hoofdstuk van verkiezing en verwerping begint in de Dordtse Leerregels. De eerste 5 artikelen gebruiken zelfs de woorden verkiezing en verwerping niet. In plaats daarvan stelt art. 1 dat we, van nature, verdoemelijk zijn voor God. Art. 2 wijst ons op de liefde Gods en onze verlossing. Art. 3 wijst op de prediking, art. 4 gaat over geloof en ongeloof, art. 5 over de oorzaak van ongeloof. Dan pas in art. 6 komt de verkiezing aan het bod. Dus het meest belangrijkste eerst!
1. Waarom moeten we verlost worden
2. Door wie moeten wij belost worden
3. Hoe zullen we leren verlost te worden
Quote:
HOOFDSTUK 1 --- Van de Goddelijke verkiezing en verwerping
1-1. Aangezien alle mensen in Adam gezondigd hebben, en des vloeks en eeuwigen doods zijn schuldig geworden, zo zou God niemand ongelijk hebben gedaan, indien Hij het ganse menselijke geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten en om de zonde verdoemen, volgens deze uitspraken van den apostel: De gehele wereld is voor God verdoemelijk. Zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods (Rom. 3:19, 23). En: De bezoldiging der zonde is de dood (Rom. 6:23).
1-2. Maar hierin is de liefde Gods geopenbaard, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (1 Joh. 4:9; Joh. 3:16).
1-3. En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? (Rom. 10:14, 15).
1-4. Die dit Evangelie niet geloven, op die blijft de toorn Gods. Maar die het aannemen en den Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, die worden door Hem van den toorn Gods en van het verderf verlost, en met het eeuwige leven begiftigd (Joh. 3:36, Mark. 16:16).
1-5. De oorzaak of onschuld van dat ongeloof, gelijk ook van alle andere zonden, is geenszins in God, maar in den mens. Maar het geloof in Jezus Christus en de zaligheid door Hem, is een genadige gave Gods; gelijk geschreven is: Uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave (Ef. 2:8). Insgelijks: Het is u gegeven in Christus te geloven (Filip. 1:29).
Dus kunnen we niet zeggen dat de Dortse vaders harde leermeesters waren die het alleen over de uitverkiezing hadden. De Heidelbergse Catechismus wordt het troostboek voor de Christen genoemd, maar ik vindt in de Dordtse Leerregels ook veel troost. De artikelen zijn in elk geval pastoraal gesteld.
Verder wil ik even zeggen dat wij, als Protestant Reformed, hypercalvinistisch genoemd worden omdat wij niet in een welmenend aanbod van genade geloven.
Bij definitie is een hypercalvinist iemand die tegenspreekt dat het Evangelie aan iedereen verkondigt moet worden.
Hoewel wij wel geloven dat het Evangelie aan iedereen verkondigt moet worden, met het bevel van geloof en bekering, geloven wij niet dat God, welmenend aan iedereen genade aanbied. Als God, als soverein, iets aanbied, zou je het moeten aannemen, Dan zou je dus ook algemene verzoening moeten voorstaan, als je consequent bent.
Wat God wil, gebeurt.
Maar God bied niet aan, God geeft door Zijn genade, zoals ook de DL ons leren. Hij werkt het in ons hart, terwijl wij nog vijanden zijn. Hij maak ons volledig willend en kunnend.