Juist. Zondaren worden met God verzoend. En dat gaat in een weg van ontdekking. Justus Vermeer en ook zovele oudvaders (denk bijv. aan v.d. Groe) schrijven dit op dezelfde manier. Het zijn zondaren, goddelozen die met God verzoend worden en geen verbondskinderen die alleen nog maar hoeven aan te nemen. Wellicht ligt hier ook wel een deel van de pijn. Alles wat van ons is moet eraf. Geen grond in onze kerkgang, geen grond in onze belijdenis, geen grond in onze doop. God doet een afgesneden zaak op de aarde. En dat lees ik inderdaad ook terug in het artikel van ds. Schot.Willem schreef:Onlangs las ik een preek van Justus Vermeer over Johannes 3 vers 7 "Verwonderd u niet, dat Ik u gezegd heb; gij moet wederom geboren worden". Hier komt o.a. het volgende citaat voor:
De gewone weg, die elke wedergeborene vroeg of laat zal ondervinden, is dat geheel onverwachts de Geest des levens in de ziel gaat werken om te overtuigen van zijn geestelijke dood door de zonde, van zijn gescheiden zijn van God, van zijn gemis van Christus, van de directe gevaren waarin hij leeft en die hij nog te wachten heeft. Zo iemand ontwaakt en schrikt van zichzelf, net als iemand die in het opperste van een mast slaapt en dan wakker wordt, zou schrikken als hij zag in welk vreselijk gevaar hij verkeerde. Daardoor komt het, dat Gods kinderen soms met zo'n geweldige schrik aan hun vroegere leven denken. Dan zeggen ze menigmaal in hun hart en voor de Heere: o, als ik toen en toen eens gestorven was. Zo iemand weet werkelijk niet hoe het met hem is; hij doet niet anders dan in zijn zondige natuur tegen Gods werk ingaan, maar tenslotte laat de Heere hem vastlopen en wordt hij overtuigd van zijn schuld. Ja, het wordt hoe langer langer hoe erger in zijn ogen. Hij krijgt dagelijks meer en meer licht. Het licht neemt toe, zoals de wateren van Ezechiël, Hoofdstuk 47.......
Bovenstaand citaat kan probleemloos worden uitgebreid met citaten van b.v. Dr. H.F. Kohlbrugge e.e.a.
En bovenstaand citaat - de teneur en toonzetting ervan - zie ik wel terug in het stukje van ds. Schot en toch zoveel minder in het boek van ds. Vreugdenhil. Het zijn vijanden die met God worden verzoend en goddelozen worden om niet gerechtvaardigd.
Schriftuurlijk bevindelijke prediking
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
Alleen verdwijnt elke spanning uit een tekstgedeelte.
We weten vooraf al dat het gaat om 'hoe God werkt in de harten van Zijn Volk', hetzij letterlijk, hetzij in beeld. De blindgeborene is al bij voorbaat 'Gods kind'.
Het is nu alleen nog maar belangrijk om te zien 'hoe het gaat', en niet bij een 'dode' maar bij een 'levendgemaakte'. En een levendgemaakte levendmaken is eigenlijk in stricte zin geen wonder meer.
Het belangrijkste uit de geschiedenis is de vraag 'Geloof je in de Zoon van God'. Want deze had Zich bekend gemaakt: tweemaal aan de Farizeeën en eenmaal aan de blindgeborene. Daarop antwoorden deze: Ja en dat is geloof en houdt op dat moment (pas) het behoud in. En: Nee, en dat levert op dat moment (nog meer) verharding in.
Het gaat niet zozeer om het werk wat aan de blindgeborene gebeurd is (dat was legitimatie van de Zoon) ook niet wat er geestelijk met hem gebeurd is (lezen we weinig van), ook niet wat er in hem is gebeurd (lezen we niets van) maar om de grote werken Gods buiten hem en ons. Maar wel voor ons.
En dat is wat in handelingen 2 gepreekt wordt: de grote daden Gods en geen bekeringswegen.
We weten vooraf al dat het gaat om 'hoe God werkt in de harten van Zijn Volk', hetzij letterlijk, hetzij in beeld. De blindgeborene is al bij voorbaat 'Gods kind'.
Het is nu alleen nog maar belangrijk om te zien 'hoe het gaat', en niet bij een 'dode' maar bij een 'levendgemaakte'. En een levendgemaakte levendmaken is eigenlijk in stricte zin geen wonder meer.
Het belangrijkste uit de geschiedenis is de vraag 'Geloof je in de Zoon van God'. Want deze had Zich bekend gemaakt: tweemaal aan de Farizeeën en eenmaal aan de blindgeborene. Daarop antwoorden deze: Ja en dat is geloof en houdt op dat moment (pas) het behoud in. En: Nee, en dat levert op dat moment (nog meer) verharding in.
Het gaat niet zozeer om het werk wat aan de blindgeborene gebeurd is (dat was legitimatie van de Zoon) ook niet wat er geestelijk met hem gebeurd is (lezen we weinig van), ook niet wat er in hem is gebeurd (lezen we niets van) maar om de grote werken Gods buiten hem en ons. Maar wel voor ons.
En dat is wat in handelingen 2 gepreekt wordt: de grote daden Gods en geen bekeringswegen.
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
Ben het hier helemaal mee eens alleen niet met de exegese van Ds Schot over de genezing van de blindgeborene. Deze waarheden zijn wel op een andere wijze Schriftuurlijk te gronden. De exegese van Ds Schot is uniek en ik heb altijd geleerd dat als een predikant na 2000 jaar theologie bedrijven met een geheel nieuwe exegese komt je dat altijd voor verdacht moet houden. Dat doe ik dus ook omdat deze wijze van exegese toch wel heel ver afstaat van de gereformeerde wijze van exegese.Ander schreef:Juist. Zondaren worden met God verzoend. En dat gaat in een weg van ontdekking. Justus Vermeer en ook zovele oudvaders (denk bijv. aan v.d. Groe) schrijven dit op dezelfde manier. Het zijn zondaren, goddelozen die met God verzoend worden en geen verbondskinderen die alleen nog maar hoeven aan te nemen. Wellicht ligt hier ook wel een deel van de pijn. Alles wat van ons is moet eraf. Geen grond in onze kerkgang, geen grond in onze belijdenis, geen grond in onze doop. God doet een afgesneden zaak op de aarde. En dat lees ik inderdaad ook terug in het artikel van ds. Schot.Willem schreef:Onlangs las ik een preek van Justus Vermeer over Johannes 3 vers 7 "Verwonderd u niet, dat Ik u gezegd heb; gij moet wederom geboren worden". Hier komt o.a. het volgende citaat voor:
De gewone weg, die elke wedergeborene vroeg of laat zal ondervinden, is dat geheel onverwachts de Geest des levens in de ziel gaat werken om te overtuigen van zijn geestelijke dood door de zonde, van zijn gescheiden zijn van God, van zijn gemis van Christus, van de directe gevaren waarin hij leeft en die hij nog te wachten heeft. Zo iemand ontwaakt en schrikt van zichzelf, net als iemand die in het opperste van een mast slaapt en dan wakker wordt, zou schrikken als hij zag in welk vreselijk gevaar hij verkeerde. Daardoor komt het, dat Gods kinderen soms met zo'n geweldige schrik aan hun vroegere leven denken. Dan zeggen ze menigmaal in hun hart en voor de Heere: o, als ik toen en toen eens gestorven was. Zo iemand weet werkelijk niet hoe het met hem is; hij doet niet anders dan in zijn zondige natuur tegen Gods werk ingaan, maar tenslotte laat de Heere hem vastlopen en wordt hij overtuigd van zijn schuld. Ja, het wordt hoe langer langer hoe erger in zijn ogen. Hij krijgt dagelijks meer en meer licht. Het licht neemt toe, zoals de wateren van Ezechiël, Hoofdstuk 47.......
Bovenstaand citaat kan probleemloos worden uitgebreid met citaten van b.v. Dr. H.F. Kohlbrugge e.e.a.
En bovenstaand citaat - de teneur en toonzetting ervan - zie ik wel terug in het stukje van ds. Schot en toch zoveel minder in het boek van ds. Vreugdenhil. Het zijn vijanden die met God worden verzoend en goddelozen worden om niet gerechtvaardigd.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
En ik heb op mijn beurt altijd weer geleerd dat je stevige uitspraken op zijn minst moet onderbouwen en niet zomaar verkondigen dat de exegese van ds. Schot uniek en nieuw is en dat het daarom verdacht is. Er is in deze topic al meer over gezegd. Daarnaast is het zo dat de Schrift oude en nieuwe dingen voortbrengt. - Knip: op de persoon spelen staan we niet toe -huisman schreef: Ben het hier helemaal mee eens alleen niet met de exegese van Ds Schot over de genezing van de blindgeborene. Deze waarheden zijn wel op een andere wijze Schriftuurlijk te gronden. De exegese van Ds Schot is uniek en ik heb altijd geleerd dat als een predikant na 2000 jaar theologie bedrijven met een geheel nieuwe exegese komt je dat altijd voor verdacht moet houden. Dat doe ik dus ook omdat deze wijze van exegese toch wel heel ver afstaat van de gereformeerde wijze van exegese.
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
daarom denk ik dat je het op zich wel eens bent met de genoemde termen )ontdekking, verzoend worden, alles moet eraf etc), maar ze allemaal anders duidt.huisman schreef:Ben het hier helemaal mee eens alleen niet met de exegese van Ds Schot over de genezing van de blindgeborene.....Ander schreef:Juist. Zondaren worden met God verzoend. En dat gaat in een weg van ontdekking. Justus Vermeer en ook zovele oudvaders (denk bijv. aan v.d. Groe) schrijven dit op dezelfde manier. Het zijn zondaren, goddelozen die met God verzoend worden en geen verbondskinderen die alleen nog maar hoeven aan te nemen. Wellicht ligt hier ook wel een deel van de pijn. Alles wat van ons is moet eraf. Geen grond in onze kerkgang, geen grond in onze belijdenis, geen grond in onze doop. God doet een afgesneden zaak op de aarde. En dat lees ik inderdaad ook terug in het artikel van ds. Schot.Willem schreef:Onlangs las ik een preek van Justus Vermeer over Johannes 3 vers 7 "Verwonderd u niet, dat Ik u gezegd heb; gij moet wederom geboren worden". Hier komt o.a. het volgende citaat voor:
De gewone weg, die elke wedergeborene vroeg of laat zal ondervinden, is dat geheel onverwachts de Geest des levens in de ziel gaat werken om te overtuigen van zijn geestelijke dood door de zonde, van zijn gescheiden zijn van God, van zijn gemis van Christus, van de directe gevaren waarin hij leeft en die hij nog te wachten heeft. Zo iemand ontwaakt en schrikt van zichzelf, net als iemand die in het opperste van een mast slaapt en dan wakker wordt, zou schrikken als hij zag in welk vreselijk gevaar hij verkeerde. Daardoor komt het, dat Gods kinderen soms met zo'n geweldige schrik aan hun vroegere leven denken. Dan zeggen ze menigmaal in hun hart en voor de Heere: o, als ik toen en toen eens gestorven was. Zo iemand weet werkelijk niet hoe het met hem is; hij doet niet anders dan in zijn zondige natuur tegen Gods werk ingaan, maar tenslotte laat de Heere hem vastlopen en wordt hij overtuigd van zijn schuld. Ja, het wordt hoe langer langer hoe erger in zijn ogen. Hij krijgt dagelijks meer en meer licht. Het licht neemt toe, zoals de wateren van Ezechiël, Hoofdstuk 47.......
Bovenstaand citaat kan probleemloos worden uitgebreid met citaten van b.v. Dr. H.F. Kohlbrugge e.e.a.
En bovenstaand citaat - de teneur en toonzetting ervan - zie ik wel terug in het stukje van ds. Schot en toch zoveel minder in het boek van ds. Vreugdenhil. Het zijn vijanden die met God worden verzoend en goddelozen worden om niet gerechtvaardigd.
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
En laat zo'n grote daad nu de bekering van de zondaar zijn.refo schreef:En dat is wat in handelingen 2 gepreekt wordt: de grote daden Gods en geen bekeringswegen.
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
Jij vind dit dwaze uitspraken en dat begrijp ik echt wel. Toch zeg ik dit niet om iemand te kwetsen maar het is mijn diepste overtuiging dat je de Schrift niet zo mag gebruiken. Weet jij mij één schriftverklaarder aan te wijzen die de exegese van Ds Schot volgt ? Uit elk wonder van de Heere Jezus zijn geestelijke lessen te trekken, ze zijn immers tekenen van het Koninkrijk Gods (blinden worden ziende, lammen kunnen weer lopen, doden worden opgewekt) maar wat Ds Schot doet is een leer (standen in het genadeleven) leggen over een Schriftgedeelte en dan zoeken of het past.Dat is een verkeerde wijze van uitleg geven aan een Schriftgedeelte.Ander schreef:En ik heb op mijn beurt altijd weer geleerd dat je stevige uitspraken op zijn minst moet onderbouwen en niet zomaar verkondigen dat de exegese van ds. Schot uniek en nieuw is en dat het daarom verdacht is. Er is in deze topic al meer over gezegd. Daarnaast is het zo dat de Schrift oude en nieuwe dingen voortbrengt. -Knip: op de persoon spelen staan we niet toe -huisman schreef: Ben het hier helemaal mee eens alleen niet met de exegese van Ds Schot over de genezing van de blindgeborene. Deze waarheden zijn wel op een andere wijze Schriftuurlijk te gronden. De exegese van Ds Schot is uniek en ik heb altijd geleerd dat als een predikant na 2000 jaar theologie bedrijven met een geheel nieuwe exegese komt je dat altijd voor verdacht moet houden. Dat doe ik dus ook omdat deze wijze van exegese toch wel heel ver afstaat van de gereformeerde wijze van exegese.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
De vraag is: Zijn we zo gewend geraakt aan de verhalen van een lichamelijke genezing, dat alleen het verhaal van zo'n lichamelijke genezing ons niets meer doet? Roept het horen van een lichamelijke genezing bij ons niet meer de reactie op: Deze is de Zoon van God, het is dwaasheid als wij niet in Hem geloven? Ja, dan zijn we even blind als de Farizeeërs, die het wonder zagen, maar die geestelijk blind waren.Ander schreef:En laat zo'n grote daad nu de bekering van de zondaar zijn.refo schreef:En dat is wat in handelingen 2 gepreekt wordt: de grote daden Gods en geen bekeringswegen.
Ik vrees, dat door in elke geschiedenis een bekeringsverhaal (of kenmerken uit een bekering) te lezen, we de werkelijke betekenis van de tekst kwijt raken.
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
Ik heb Calvijn gisteravond nagelezen over dit hoofdstuk. De uitkomst is verrassend. Ik durf zelfs te zeggen dat ds. Schot, voordat hij een prekenserie over deze geschiedenis hield, eerst Calvijn heeft geraadpleegd (omdat hij dit regelmatig in zijn andere preken ook aangeeft).
Maar ook aan huisman de vraag: wat klopt er niet met wat ds. Schot opgeschreven heeft en waarom niet?
Maar ook aan huisman de vraag: wat klopt er niet met wat ds. Schot opgeschreven heeft en waarom niet?
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
Calvijn: Deze man is een gelovige, wat blijkt uit zijn gehoorzaamheid.Erasmiaan schreef:Ik heb Calvijn gisteravond nagelezen over dit hoofdstuk. De uitkomst is verrassend. Ik durf zelfs te zeggen dat ds. Schot, voordat hij een prekenserie over deze geschiedenis hield, eerst Calvijn heeft geraadpleegd (omdat hij dit regelmatig in zijn andere preken ook aangeeft).
Maar ook aan huisman de vraag: wat klopt er niet met wat ds. Schot opgeschreven heeft en waarom niet?
Ds. Schot: Deze man is een ongelovige, die eerst aan zijn zonde ontdekt moet worden, en dan ..., en dan ... (tot 9 keer toe).
Juist dat hele spreken in kenmerken, in standen zo je wilt, kom je in Calvijns uitleg op dit gedeelte helemaal niet tegen. Terwijl het punt van ds. Schot in zijn artikel is, dat het dwaas is om deze 9 kenmerken niet in dit gedeelte te vinden.
Re: Moderator mededeling: Koerscorrectie
memento, het is niet alleen een genezingsgeschiedenis; ook een bekeringsgeschiedenis. Lees Calvijn maar, ook hij geeft dat aan.Erasmiaan schreef:In vers 35 tot en met vers 38 vind je de bekeringsgeschiedenis. De moeilijkheid hier is niet alleen dat de genezingsgeschiedenis een beeld is van de bekering (dat is ze zeker) maar ook dat deze genezing en de omstandigheden daaromheen ook een soort toeleidende weg is tot Jezus. Zoals ds. Schot dat opgeschreven heeft kan ik er van harte mee instemmen.GJdeBruijn schreef:Hoe kunnen we dit onderkennen? Er moet ergens een grond zijn om dat als geestelijke les ten aanzien van de bekering te mogen zien? Vergelijk een zelfde geschiedenis bij Bartimeüs. Dezelfde kwaal. Maar wel anders genezen. Is dat ook als bekeringsgeschiedenis te lezen? Zou het niet beter zijn om te spreken over genezingsgeschiedenis dat een beeld is van de weg der bekering? Zo stelt ds. Moerkerken het namelijk ook in het boekje Zin en Mening. Zó kan ik het wel begrijpen als deze exegese gemaakt wordt. Maar dan stel ik op basis van wat ds. Moerkerken schrijft dat beeld en tegenbeeld, resp. 'geschiedenis' en 'dat wat het geestelijk betekent', goed onderscheiden moeten worden. En op dat punt haalt ds. Schot mijns inziens toch wel wat door elkaar. De genezing van de blindgeborene staat model voor de bekering, maar is de bekering zelf niet! Als we dat onderscheiden kunnen we én Calvijn en de geestelijke betekenis die ds. Schot er in ziet wél met elkaar in overeenstemming brengen (Calvijn schrijft soortgelijk over rechtvaardiging). Mijn indruk is dat ds. Schot het te compact heeft willen formuleren wat ten koste gaat aan exegetische duidelijkheid.Erasmiaan schreef:Het is een genezings- en bekeringsgeschiedenis.
Blijft voor mij de vraag staan waarop we een geschiedenis als deze wél betrekken op de standen, en een soortgelijke geschiedenis die net even anders verloopt niét? Die vraag geldt niet zozeer ds. Schot alswel Calvijn.
Re: Moderator mededeling: Koerscorrectie
Kun je daar een citaat van geven? In het citaat van vs 6 wat ik gepost hebt, begint Calvijn met de uitleg dat Christus hier het geloof van deze man op de proef stelt.Erasmiaan schreef:memento, het is niet alleen een genezingsgeschiedenis; ook een bekeringsgeschiedenis. Lees Calvijn maar, ook hij geeft dat aan.Erasmiaan schreef:In vers 35 tot en met vers 38 vind je de bekeringsgeschiedenis. De moeilijkheid hier is niet alleen dat de genezingsgeschiedenis een beeld is van de bekering (dat is ze zeker) maar ook dat deze genezing en de omstandigheden daaromheen ook een soort toeleidende weg is tot Jezus. Zoals ds. Schot dat opgeschreven heeft kan ik er van harte mee instemmen.GJdeBruijn schreef:Hoe kunnen we dit onderkennen? Er moet ergens een grond zijn om dat als geestelijke les ten aanzien van de bekering te mogen zien? Vergelijk een zelfde geschiedenis bij Bartimeüs. Dezelfde kwaal. Maar wel anders genezen. Is dat ook als bekeringsgeschiedenis te lezen? Zou het niet beter zijn om te spreken over genezingsgeschiedenis dat een beeld is van de weg der bekering? Zo stelt ds. Moerkerken het namelijk ook in het boekje Zin en Mening. Zó kan ik het wel begrijpen als deze exegese gemaakt wordt. Maar dan stel ik op basis van wat ds. Moerkerken schrijft dat beeld en tegenbeeld, resp. 'geschiedenis' en 'dat wat het geestelijk betekent', goed onderscheiden moeten worden. En op dat punt haalt ds. Schot mijns inziens toch wel wat door elkaar. De genezing van de blindgeborene staat model voor de bekering, maar is de bekering zelf niet! Als we dat onderscheiden kunnen we én Calvijn en de geestelijke betekenis die ds. Schot er in ziet wél met elkaar in overeenstemming brengen (Calvijn schrijft soortgelijk over rechtvaardiging). Mijn indruk is dat ds. Schot het te compact heeft willen formuleren wat ten koste gaat aan exegetische duidelijkheid.Erasmiaan schreef:Het is een genezings- en bekeringsgeschiedenis.
Blijft voor mij de vraag staan waarop we een geschiedenis als deze wél betrekken op de standen, en een soortgelijke geschiedenis die net even anders verloopt niét? Die vraag geldt niet zozeer ds. Schot alswel Calvijn.
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
Je gaat gewoon verder met het onwaarheden spuien. Ds. Schot legt de leer van de standen over een Schriftgedeelte en zoekt of het past. Wil je mij aantonen waaruit dat blijkt?huisman schreef:Jij vind dit dwaze uitspraken en dat begrijp ik echt wel. Toch zeg ik dit niet om iemand te kwetsen maar het is mijn diepste overtuiging dat je de Schrift niet zo mag gebruiken. Weet jij mij één schriftverklaarder aan te wijzen die de exegese van Ds Schot volgt ? Uit elk wonder van de Heere Jezus zijn geestelijke lessen te trekken, ze zijn immers tekenen van het Koninkrijk Gods (blinden worden ziende, lammen kunnen weer lopen, doden worden opgewekt) maar wat Ds Schot doet is een leer (standen in het genadeleven) leggen over een Schriftgedeelte en dan zoeken of het past.Dat is een verkeerde wijze van uitleg geven aan een Schriftgedeelte.Ander schreef:En ik heb op mijn beurt altijd weer geleerd dat je stevige uitspraken op zijn minst moet onderbouwen en niet zomaar verkondigen dat de exegese van ds. Schot uniek en nieuw is en dat het daarom verdacht is. Er is in deze topic al meer over gezegd. Daarnaast is het zo dat de Schrift oude en nieuwe dingen voortbrengt. -Knip: op de persoon spelen is niet toegestaan -huisman schreef: Ben het hier helemaal mee eens alleen niet met de exegese van Ds Schot over de genezing van de blindgeborene. Deze waarheden zijn wel op een andere wijze Schriftuurlijk te gronden. De exegese van Ds Schot is uniek en ik heb altijd geleerd dat als een predikant na 2000 jaar theologie bedrijven met een geheel nieuwe exegese komt je dat altijd voor verdacht moet houden. Dat doe ik dus ook omdat deze wijze van exegese toch wel heel ver afstaat van de gereformeerde wijze van exegese.
Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking
Calvijn zegt dat de man bij zijn eigenlijke bekering, als de Heere Jezus hem vindt, pas waarlijk tot geloof komt in Christus als de Zoon van God, maar dat hij op dat moment nog zeer weinig weet van Christus. Calvijn praat niet zo massief over het geloof als jij doet. Daarvoor geloofde hij Jezus op Zijn Woord, dat hij naar Siloam moest. Maar dat is nog niet het zaligmakende geloof want jouw belijdenis is toch ook wel dat we alleen in een Goddelijke (en menselijke) Jezus kunnen geloven ter zaligheid.memento schreef:Calvijn: Deze man is een gelovige, wat blijkt uit zijn gehoorzaamheid.Erasmiaan schreef:Ik heb Calvijn gisteravond nagelezen over dit hoofdstuk. De uitkomst is verrassend. Ik durf zelfs te zeggen dat ds. Schot, voordat hij een prekenserie over deze geschiedenis hield, eerst Calvijn heeft geraadpleegd (omdat hij dit regelmatig in zijn andere preken ook aangeeft).
Maar ook aan huisman de vraag: wat klopt er niet met wat ds. Schot opgeschreven heeft en waarom niet?
Ds. Schot: Deze man is een ongelovige, die eerst aan zijn zonde ontdekt moet worden,
Volgens mij begrijp je iets niet. Hij merkt negen trekken op, in deze geschiedenis, die hij benoemd, en die in het stuk der bekering ook menigmaal gekend worden.en dan ..., en dan ... (tot 9 keer toe)
Re: Moderator mededeling: Koerscorrectie
Zie wat ik hierboven aangegeven heb. Calvijn legt het eigenlijke geloof pas vanaf vers 37.memento schreef:Kun je daar een citaat van geven? In het citaat van vs 6 wat ik gepost hebt, begint Calvijn met de uitleg dat Christus hier het geloof van deze man op de proef stelt.Erasmiaan schreef:memento, het is niet alleen een genezingsgeschiedenis; ook een bekeringsgeschiedenis. Lees Calvijn maar, ook hij geeft dat aan.Erasmiaan schreef:In vers 35 tot en met vers 38 vind je de bekeringsgeschiedenis. De moeilijkheid hier is niet alleen dat de genezingsgeschiedenis een beeld is van de bekering (dat is ze zeker) maar ook dat deze genezing en de omstandigheden daaromheen ook een soort toeleidende weg is tot Jezus. Zoals ds. Schot dat opgeschreven heeft kan ik er van harte mee instemmen.GJdeBruijn schreef:Hoe kunnen we dit onderkennen? Er moet ergens een grond zijn om dat als geestelijke les ten aanzien van de bekering te mogen zien? Vergelijk een zelfde geschiedenis bij Bartimeüs. Dezelfde kwaal. Maar wel anders genezen. Is dat ook als bekeringsgeschiedenis te lezen? Zou het niet beter zijn om te spreken over genezingsgeschiedenis dat een beeld is van de weg der bekering? Zo stelt ds. Moerkerken het namelijk ook in het boekje Zin en Mening. Zó kan ik het wel begrijpen als deze exegese gemaakt wordt. Maar dan stel ik op basis van wat ds. Moerkerken schrijft dat beeld en tegenbeeld, resp. 'geschiedenis' en 'dat wat het geestelijk betekent', goed onderscheiden moeten worden. En op dat punt haalt ds. Schot mijns inziens toch wel wat door elkaar. De genezing van de blindgeborene staat model voor de bekering, maar is de bekering zelf niet! Als we dat onderscheiden kunnen we én Calvijn en de geestelijke betekenis die ds. Schot er in ziet wél met elkaar in overeenstemming brengen (Calvijn schrijft soortgelijk over rechtvaardiging). Mijn indruk is dat ds. Schot het te compact heeft willen formuleren wat ten koste gaat aan exegetische duidelijkheid.
Blijft voor mij de vraag staan waarop we een geschiedenis als deze wél betrekken op de standen, en een soortgelijke geschiedenis die net even anders verloopt niét? Die vraag geldt niet zozeer ds. Schot alswel Calvijn.
En laten we er verder verre van blijven dat Calvijn hier het laatste woord heeft over deze gelijkenis. Dat zijn Roomse toestanden.