Ik kwam dit stukje tekst tegen op Facebook. ik weet dat het eenzijdig is (er hoort overigens nog een ander stuk bij). Ik vond het eerst een verschrikkelijk stukje tekst. Maar het stuk zette me wel aan het denken, er zitten wel waarheden in. Waar zijn we mee bezig in refonederland?? Is het eigenlijk niet verontrustend? Legt dit stuk niet enkele zaken (zij het wat eenzijdig val daar hier niet over) de vinger op de zere plek? Overdenk het eens.… 'Je was predikant, zie ik? 'Ja Heere, ik was dienaar des Goddelijken Woords.' ‘Wat heb je gedaan, met de schapen die Ik aan je zorgen toevertrouwde? Heb je ze de weg gewezen en heb je ze verteld hoe ze bij Me konden komen?’ ‘O ja, Heere. Dat heb ik zeker. Zondag aan zondag mocht ik hen verkondigen dat er nog doen aan is voor doemwaardige zondaren. Ik deed hen nauwkeurig uit de doeken hoe U een mens bekeert. Ik mocht hen vertellen over de toeleidende weg. Ik legde hen het verschil uit tussen bekommerden en bevestigden, tussen Woordopenbaring en Persoonsopenbaring. Ik benadrukte de drie stukken: ellende, verlossing en dankbaarheid. En ik heb meerdere malen aandacht mogen besteden aan de vierschaar der consiëntie.’ ‘Heb je ze verteld van Mijn liefde?’ ‘Ja Heere, ook dat heb ik gedaan. Ik was daar wel wat terughoudend in, zoals U begrijpen zult. Vanwege het risico dat de schapen die U mij toevertrouwde zouden denken dat het allemaal gemakkelijk en vanzelfsprekend is. Velen gaan immers met een ingebeelde hemel naar de hel. Het zal zomaar toch niet gaan.’ ‘Wat zal zomaar toch niet gaan?’ ‘Wel… tot bekering komen. Daarvoor moet er heel wat gebeuren in de ziel van de zondaar.’ ‘Zeker moet dat. En het gebed? Heb je ze opgeroepen tot gebed?’ ‘Natuurlijk heb ik dat, Heere. Vele malen mocht ik de gemeente oproepen zich te verootmoedigen voor het aangezicht des Heeren in een gemeenschappelijk gebed.’ ‘Heb je de mensen ook opgeroepen om daar in de week vooral mee door te gaan?’ ‘O ja, Heere. Het belang van de binnenkamer heb ik altijd onderstreept. De psalmdichter kende er iets van, toen hij zong: Gods verborgen omgang vinden zielen waar Zijn vrees in woont. Ik heb…’ ‘Wacht even. Ik had het over het gemeenschappelijk gebed. Heb je ze daartoe ook aangespoord?’ 'Wel… Heere, kijk, die zaken liggen wat ingewikkeld. Er waren gemeenteleden die opperden een gebedskring te beginnen. Daarvoor vroegen ze toestemming van de kerkenraad.’ ‘Toestemming?’ ‘Ja, toestemming. Wij hebben daarover vergaderd en hebben besloten… wel, wij hebben besloten het te weigeren.’ ‘Weigeren?’ ‘Nou, kijk. Het komt me nu ook wel wat vreemd over, om eerlijk te zijn. De kwestie is natuurlijk dat je er heel voorzichtig mee moet zijn. U begrijpt me wel. Ik heb het over allerlei uitwassen en zo. Je moet altijd uitkijken met dergelijke groeperingen.' 'En heb je de mensen opgeroepen tot heiliging?' 'Ja Heere, ook dat heb ik mogen doen. Al blijft de verlossing van zondaren natuurlijk het voornaamste. Maar ik heb het pand bewaard dat U me toevertrouwde. Ik heb een reeks artikelen mogen schrijven in de kerkbode om vrouwen en meisjes te waarschuwen tegen het dragen van een legging. Ik heb alles in het werk mogen stellen om te voorkomen dat de Herziene Statenvertaling op de kansel zou komen. Ik heb de jeugd onder ogen mogen brengen hoe gevaarlijk het is om bepaalde avonden te bezoeken. En…' 'Je bedoelt bepaalde uitgaansgelegenheden, waar Mijn Naam niet anders wordt genoemd dan in een vloek en waar jongeren de leegte in hun ziel trachten te vullen met drank, drugs en losbandigheid?' 'Dat natuurlijk ook, Heere. Maar ik doel nu in het bijzonder op bepaalde avonden waar eh… waar men al te gemakkelijk denkt over de bekering. Ja, ik heb gemeend hen daar ernstig voor te moeten waarschuwen. Men zingt daar allerlei liederen met remonstrantse invloeden, ben ik bang. Ik vermoed dat velen rondgelopen met een geconcludeerd geloof en een gestolen Jezus.' 'Waarom was je toch zo vaak bevreesd?' 'Ik weet het niet, Heere. Ik was… We waren gewoon bang. De wereld is boos en slecht. Satan, die mensenmoorder van den beginne, kijkt rond, zoekende wie hij zou kunnen verslinden. En in de kerk is allerlei wind van leer. Wie zou niet vrezen? We… Wel, we waren ervan overtuigd dat we de teugels strak in handen moesten houden.' 'Uit angst de controle te verliezen?' 'Misschien, Heere. Misschien.' 'En jij? Heb jij je vertrouwen op Mij gesteld?' … 'Ik geloof, Heere, kom mijn ongeloof te hulp.'
'Kom in, gij goede en getrouwe dienstknecht. Beërft het Koninkrijk, dat je bereid is van de grondlegging der wereld af.'
Verontrustende berichten
Re: Verontrustende berichten
Re: Verontrustende berichten
De vorm waarin het gezegd wordt vind ik ook verschrikkelijk.
En het medium waar het vandaan komt lijkt me ook niet bepaald
een gezond medium. Daar lijken ook allerlei geesten rond te waren.
Maar op zich zit er ook wel een vorm van waarheid in.
En het medium waar het vandaan komt lijkt me ook niet bepaald
een gezond medium. Daar lijken ook allerlei geesten rond te waren.
Maar op zich zit er ook wel een vorm van waarheid in.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Verontrustende berichten
Heel goed dat je dat laatste erkent.-DIA- schreef:De vorm waarin het gezegd wordt vind ik ook verschrikkelijk.
En het medium waar het vandaan komt lijkt me ook niet bepaald
een gezond medium. Daar lijken ook allerlei geesten rond te waren.
Maar op zich zit er ook wel een vorm van waarheid in.

~~Soli Deo Gloria~~
Re: Verontrustende berichten
Je mag God's naam niet ijdelijk gebruiken. Dat gaat verder dan de vloek. Wij kunnen de naam van de Heere en Zijn Woord overal voor inzetten.. daar zijn we zo goed in, helaas.
Ik snap het probleem wat beschreven is.. en toch, toch kun je dat ook op een andere manier proberen elkaar duidelijk te maken. We veroordelen zo vaak met wat wij denken dat recht is.
Een beetje meer vertrouwen op God's eigen werk...
Ik snap het probleem wat beschreven is.. en toch, toch kun je dat ook op een andere manier proberen elkaar duidelijk te maken. We veroordelen zo vaak met wat wij denken dat recht is.
Een beetje meer vertrouwen op God's eigen werk...
We moeten ons niet alleen in God verblijden om wat we van Hem ontvangen hebben en nog dagelijks ontvangen,
maar ook om wat Hij beloofd heeft en wat we nog van Hem hopen te ontvangen.
Matthew Henry
maar ook om wat Hij beloofd heeft en wat we nog van Hem hopen te ontvangen.
Matthew Henry
Re: Verontrustende berichten
"Wat heb je gedaan, met de schapen die Ik aan je zorgen toevertrouwde? Heb je ze de weg gewezen en heb je ze verteld hoe ze bij Me konden komen?"
Hier wordt gedaan alsof alle gemeenteleden schapen zijn, maar dat klopt niet. Alleen Gods kinderen zijn schapen.
Hier wordt gedaan alsof alle gemeenteleden schapen zijn, maar dat klopt niet. Alleen Gods kinderen zijn schapen.
Re: Verontrustende berichten
Ik bedoel niet dat laatste...Hendrikus schreef:Heel goed dat je dat laatste erkent.-DIA- schreef:De vorm waarin het gezegd wordt vind ik ook verschrikkelijk.
En het medium waar het vandaan komt lijkt me ook niet bepaald
een gezond medium. Daar lijken ook allerlei geesten rond te waren.
Maar op zich zit er ook wel een vorm van waarheid in.
En wat hierboven wordt opgemerkt is in feite wel het ergste van de vorm waarin het hier staat.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Verontrustende berichten
Dat wordt steeds meer algemeen, ook ik vanouds reformatorische kerken.Jeremiah schreef:"Wat heb je gedaan, met de schapen die Ik aan je zorgen toevertrouwde? Heb je ze de weg gewezen en heb je ze verteld hoe ze bij Me konden komen?"
Hier wordt gedaan alsof alle gemeenteleden schapen zijn, maar dat klopt niet. Alleen Gods kinderen zijn schapen.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Verontrustende berichten
Ons bevestigingsformulier voor dienaren des Woords denkt daar heel anders over (onlangs ook in een ander topic geciteerd).Jeremiah schreef:"Wat heb je gedaan, met de schapen die Ik aan je zorgen toevertrouwde? Heb je ze de weg gewezen en heb je ze verteld hoe ze bij Me konden komen?"
Hier wordt gedaan alsof alle gemeenteleden schapen zijn, maar dat klopt niet. Alleen Gods kinderen zijn schapen.
Zo ziet God de héle gemeente. Dus als DIA zegt dat dit weer meer algemeen wordt in de reformatorische kerken ben ik daar blij mee, want het is gereformeerd om zo te denken.Bevestigingsformulier schreef:"...alzo gaat het ook toe met deze geestelijke herders, die gesteld zijn over de gemeente, die God roept tot de zaligheid, en houdt ze als voor schapen Zijner weide."
Als we maar niet vergeten dat ook de schapen van deze weide verloren schapen zijn van nature. Maar volgens mij klinkt dat ook in het bovenstaande citaatje door, want ook die schapen moeten nog "bij God komen".
Dat even los van hoe je over het hele stuk denkt. Je kunt daar een hoop over zeggen, maar wat jij er nu uithaalt is (in dit geval) denk ik niet de kern.
Re: Verontrustende berichten
Wat doen die andere schapen, bokken en lammeren dan überhaupt in die stal?Jeremiah schreef:
Hier wordt gedaan alsof alle gemeenteleden schapen zijn, maar dat klopt niet. Alleen Gods kinderen zijn schapen.
Er is een Noors gezegde: zelfs een blinde kip vind graan. Een ieder die zijn leven onder de prediking zit pikt er iets van mee. Je zit niet enkel in de kerk omdat grootmoeder zo graag haar (klein)kinderen om zich heen heeft.
Kijk niet naar de spelling en grammatica, ik ben dyslectisch.
Re: Verontrustende berichten
Even op verder gaan: Dus de dominee mag de gemeente aanspreken als: Gemeente van onze Heere Jezus Christus?-DIA- schreef:Dat wordt steeds meer algemeen, ook ik vanouds reformatorische kerken.Jeremiah schreef:"Wat heb je gedaan, met de schapen die Ik aan je zorgen toevertrouwde? Heb je ze de weg gewezen en heb je ze verteld hoe ze bij Me konden komen?"
Hier wordt gedaan alsof alle gemeenteleden schapen zijn, maar dat klopt niet. Alleen Gods kinderen zijn schapen.
Is het beter als vanouds: Geliefde gemeente, of geliefden, of mijn hoorders, of vrienden, of mensen?
En in de preek spreken van "ons" en "wij"?
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Verontrustende berichten
Hier een lezenswaardig artikel over de aanspraak van de gemeente uit Bewaar het Pand van 6 maart 2003 door Ds. P. den Butter-DIA- schreef:Even op verder gaan: Dus de dominee mag de gemeente aanspreken als: Gemeente van onze Heere Jezus Christus?-DIA- schreef:Dat wordt steeds meer algemeen, ook ik vanouds reformatorische kerken.Jeremiah schreef:"Wat heb je gedaan, met de schapen die Ik aan je zorgen toevertrouwde? Heb je ze de weg gewezen en heb je ze verteld hoe ze bij Me konden komen?"
Hier wordt gedaan alsof alle gemeenteleden schapen zijn, maar dat klopt niet. Alleen Gods kinderen zijn schapen.
Is het beter als vanouds: Geliefde gemeente, of geliefden, of mijn hoorders, of vrienden, of mensen?
En in de preek spreken van "ons" en "wij"?
Hoe wordt in de eredienst de gemeente aangesproken? Vroeger werd wel gezegd: “Geliefde toehoorders”. Prof. G. Wisse heb ik ooit wel eens zo horen beginnen: “Geliefde medereizigers naar de ontzaggelijke eeuwigheid”. Zo zal het nu niet meer gedaan worden. We zeggen eenvoudig “Gemeente”. Of moeten we het anders doen en moeten we de gemeente aanspreken met “Gemeente des Heeren” of “Gemeente van onze Heere Jezus Christus”? Het heeft er alle schijn van dat we met deze vragen raken aan een nieuw herkenningsteken in onze kerken. Al naar gelang van de wijze waarop de gemeente wordt aangesproken in de eredienst wordt de voorganger in een bepaald hokje geplaatst. En er lijkt zelfs een sterke tendens te bestaan om iedere voorganger te dwingen de gemeente als “Gemeente des Heeren” aan te spreken. Wat zullen van dit verschijnsel zeggen?
Nieuw Schibboleth
Dat het zojuist gezegde niet een verzinsel is, kan met een aantal feiten gestaafd worden. Zo geschiedde het nog onlangs tijdens een classicaal examen ergens in ons land dat de kandidaat bij herhaling de vraag kreeg voorgelegd waarom hij in zijn preekvoorstel de gemeente niet als “Gemeente des Heeren” had aangesproken. Aan dat ene punt werd nog al breedvoerig aandacht gegeven; de een na de ander bracht het ter sprake. De verschillende sprekers waren kennelijk van mening dat de kandidaat toch wel goed diende te beseffen, dat hij voor de gemeente van de Heere Jezus staat als hij preekt. En dat besef was naar hun oordeel lang niet genoeg aanwezig.
Aangezien een classicaal examen voor een groot deel in het openbaar plaats vindt waren er heel wat belangstellende gemeenteleden aanwezig, die dus ook van dit onderdeel van de bevraging getuige waren. Vanwege die openbaarheid voel ik mij gerechtvaardigd om in dit artikel aan dit verschijnsel enige aandacht te gegeven.
Immers, de vraag dient zich aan, wat het kerkvolk eraan heeft als aan een zaak als de gesignaleerde zo breed aandacht wordt gegeven en als op deze manier een nieuw kenmerk wordt geintroduceerd waaraan predikanten kunnen worden gemeten? Dat laatste gebeurt! En die bewuste classisvergadering is zeker niet de enige plaats geweest waar een dergelijke discussie werd en wordt gevoerd. Alleen al de wijze van aanspreken van de gemeente is voldoende om te beoordelen met welk soort voorganger we te doen hebben. Daaraan kunnen we weten welk vlees we in de kuip hebben.
Ja, wat hebben we aan dit nieuwe schibboleth? Vroeger bestond het niet. Wie een herinnering heeft waarmee hij verder terug kan gaan dan een of twee decennia en ook wie vroegere jaargangen van “De Levensbron” op dit punt nagaat weet, dat jaren geleden niemand de gemeente als “Gemeente des Heeren” aansprak. Latere jaargangen laten zien, dat de gewoonte om het wel te doen langzamerhand veld won en dat sommige preken inderdaad met deze aanspraak gingen beginnen.
Maar nu lijken we in een periode te zijn beland, waarin de gedachte leeft, dat het pas echt goed is als alle voorgangers de gemeente als “Gemeente des Heeren” aanspreken. Andere aanspreekvormen vinden geen genade meer. Soms wordt zelfs de indruk gewekt, dat er op dit punt een bepaalde vorm van intolerantie is ontstaan. Wat is het nut ervan?
Gemeente als verbondsvolk
Is de gemeente dan niet de “Gemeente des Heeren”? Zeker, ik kan die term verdedigen. Zoals Israel als geheel het verbondsvolk was en de ‘kahal Jahwe’ genoemd kon worden, zo is de gemeente van het Nieuwe Testament ook het verbondsvolk. Tot heel die gemeente klinkt immers op elke zondagmorgen het woord van de Heere: Ik ben de HEERE uw God. En met heel die gemeente richtte de Heere Zijn verbond op, zoals dat ook elke keer weer uitkomt in de bediening van het sacrament van de Doop. Heel die gemeente komt om het Woord van de Heere te horen dat Hij als de Verbondsgod laat verkondigen. In het licht van deze dingen is de genoemde aanspraak goed te verklaren en te verdedigen.
Overigens ben ik van mening, dat wie de gemeente alleen als “Gemeente” aanspreekt, de zojuist genoemde dingen niet loochent. Die aanspraak is immers alleen op zijn plaats in de kerk, daar waar het volk vergaderd is. Wie alleen “Gemeente” zegt, kan heel goed diep doordrongen zijn van het feit, dat hij niet voor een losse groep mensen, die alleen maar ‘toehoorders’ zijn, staat, maar voor het kerkvolk, door de Heere afgezonderd van de wereld en in verbondsrelatie met Hem gekomen. En zijn prediking kon van dat besef wel eens heel duidelijk getuigenis afleggen, met name als daarin behalve de verbondsbeloften ook de verbondseisen duidelijk worden voorgesteld. Het is daarom mijns inziens erg kortzichtig om alles te concentreren op de aanspraakvorm.
Maar waar komt dit nieuwe schibboleth dan vandaan? En hoe is het zover gekomen, dat we in onze kerken langzaam de wijze waarop de gemeente wordt aangesproken hebben zien veranderen? Dat laatste hangt ongetwijfeld samen met een sterker benadrukken van het verbond. Er is in onze kerken wel eens wat spanning geweest ten aanzien van de verbondsvisie, maar ondanks dat meen ik te mogen zeggen, dat er over het algemeen eenduidig over deze zaak werd gedacht en dat we daarom ook niet kunnen spreken van een veranderde verbondsvisie. Wat wel is gebeurd is dat er door de jaren heen een veel sterker benadrukken van het verbond is gekomen; een veel sterker beklemtonen van de relatie waarin de gemeente tot God staat. Daar hangt in mijn kijk op de dingen die veranderde aanspraak mee samen.
Overaccentuering
Maar dat is niet alles wat er van gezegd moet worden. Ik aarzel niet om te zeggen, dat er in sommige en mogelijk zelfs in vele gevallen zoveel nadruk op het verbond en de verbondsvoorrechten wordt gelegd, dat de stellige indruk wordt gegeven alsof heel de gemeente nu ook deelt in de in die beloften toegezegde heilsweldaden. Met andere woorden: alsof belofte en vervulling samenvallen en in feite hetzelfde zijn. En zo is er een gemeentebeschouwing gekomen waarin geen plaats meer is voor de gedachte dat er mogelijk ook nog wel eens onbekeerde gemeenteleden zouden kunnen zijn. Een gemeentebe - schouwing waarin de hele gemeente wordt gezien als delend in het heil. Het is vandaag dan ook mogelijk, dat zulke dingen openlijk gezegd worden.
Waar we als kerken de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt op aanspreken, namelijk dat er in hun kring te weinig besef is van de aanwezigheid van tweeërlei kinderen des verbonds, blijkt dan ook een verwijt aan ons eigen adres te moeten zijn. Geen wonder, dat van de zijde van de GKV dan ook gezegd is: Wat jullie bij ons missen, missen we ook als we verschillende preken van Chr. Geref. predikanten lezen.
Toen de dingen in onze kerken nog anders lagen en toen het ondanks verschil van ligging en accent de overtuiging was dat het niet alles Israel is wat Israel heet en dat de beloften ook nog vervuld moesten worden, was er nauwelijks of helemaal geen discussie over de vraag of de aanspraak “Gemeente”, of “Gemeente des Heeren” moest zijn. Dat was toen geenszins een maatstaf ter beoordeling van de ligging van de dominee. Maar nu een optimistische gemeentebeschouwing meer en meer opgeld doet, waarin in vele gevallen de realiteit uit het oog verloren is geraakt, wordt des te nadrukkelijker vereist dat de gemeente toch vooral als “Gemeente des Heeren” wordt aangesproken.
Daartegenover staat dan bijna onvermijdelijk ook wel eens de reactie, dat de gemeente dan juist heel nadrukkelijk niet als “Gemeente des Heeren” aangesproken wordt. Zou dat wel gedaan worden, dan ontstaat er misverstand en dan zou uit die aanspraak wel een een heel verkeerde conclusie getrokken kunnen worden. Zo gevoelig liggen de dingen nu eenmaal.
Nutteloos
Dus, wat zijn we met een en ander opgeschoten? En wat baten discussies over het onderhavige punt? We hebben er weer een Schibboleth bij. En ondertussen blijven de verschillen die er in de prediking onder ons zijn, voortbestaan. Ondertussen is ook duidelijk, dat er tussen veler prediking en de prediking zoals die in het verleden in onze kerken werd gehouden een grote kloof is gekomen. Niet een kloof vanwege lengte van de preek of vanwege preekstijl en woordkeus. Dat is allemaal nog betrekkelijk. Maar een levensgroot verschil in benadering van de gemeente en eerlijke pastorale behandeling van die gemeente. En een verschil in zakelijke inhoud van het gepredikte. Ik herinner aan de artikelen die ik onlangs schreef over “Luisteren naar wat niet gezegd wordt”.
Hier ligt het euvel, mijns inziens. Mochten we de dag nog eens beleven, dat de prediking in onze kerken over de hele breedte recht zou doen aan de volle raad Gods. En dan mag iemand wat mij betreft de gemeente aanspreken met “Gemeente des Heeren”, als in die prediking maar eerlijk en duidelijk gezegd wordt dat er tweeërlei kinderen des verbonds zijn en dat er behalve verbondsbeloften en -voorrechten ook verbondseisen zijn en dat Gods Woord zelfs spreekt van verbondswraak. Zo alleen zal de gemeente eerlijk aangesproken worden. En laat een ander dan tegen zijn gemeente maar gewoon “Gemeente” zeggen, als hij in zijn prediking maar de rijkdom van Gods genade voorstelt en de gemeente er op wijst dat de Heere die genade in haar wil verheerlijken en dat Hij daartoe die gemeente met Zich in het verbond betrokken heeft.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
- Dodo
- Berichten: 5851
- Lid geworden op: 15 jun 2013, 15:40
- Locatie: dodo.refoforum@gmail.com
Re: Verontrustende berichten
Enigszins off-topic, maar toch: een dominee die het over kerkvolk heeft komt bij mij arrogant over. Dan sta ik ook niet meer zo open voor de rest van zijn betoog.
Re: Verontrustende berichten
Dat geldt ook voor 'Gemeente, ...', met alle gevolgen van dien.
'Gelieve toehoorders,...' klinkt in mijn oren als meer betrokkenheid van de predikant bij de plaats waar hij dan preekt.'
'Gemeente', komt er koud over. Misschien is dat ook wel het probleem tegenwoordig. Niet geliefd, mensen zijn tegenwoordig kritisch. Als de inwoners van Berea mag je niet zijn. Ze geloofden Paulus, maar onderzochten ook zelf. Dit laatste mag niet zonder ambtelijk toezicht.
Het is allemaal erg ingewikkeld geworden.
'Gelieve toehoorders,...' klinkt in mijn oren als meer betrokkenheid van de predikant bij de plaats waar hij dan preekt.'
'Gemeente', komt er koud over. Misschien is dat ook wel het probleem tegenwoordig. Niet geliefd, mensen zijn tegenwoordig kritisch. Als de inwoners van Berea mag je niet zijn. Ze geloofden Paulus, maar onderzochten ook zelf. Dit laatste mag niet zonder ambtelijk toezicht.
Het is allemaal erg ingewikkeld geworden.
Re: Verontrustende berichten
Met goedemorgen beginnen is soms ook nogal ingewikkeld
Re: Verontrustende berichten
Dat schijnt in te zijn bij PKN-gemeenten. Komt ouderling van dienst binnen bij aanvang en zegt: "Goedemorgen broeders en zusters". Daarna de mededelingen enz.