Re: Wedergeboorte of schijngeboorte
Geplaatst: 27 nov 2012, 09:17
Natuurlijk kan iemand dwalen in het stuk der verlossing en zichzelf bedriegen. Maar zonder ware kennis van de Verlosser is de kennis van de ellende tekort. Ursinus zegt in zijn Schatboek dat de kennis van de verlossing het onderscheid tussen een kind Gods en een kind des duivels maakt. Tegenwoordig maken wij van iemand die alleen nog kennis heeft van zijn ellendestaat een kind Gods. Dit lijkt mij een groot verschil met de visie van Ursinus.Zeemeeuw schreef:@ Huisman.
De discussie is denk ik niet of er zalig gesproken wordt (of mag worden) buiten het bloed van Christus. De vraag is of de rechte kennis van des mensen ellende (als vrucht van de zaligmakende overtuiging van de Heilige Geest) geplaatst moet worden voor of na de levendmaking. En iedereen begrijpt ook wel de gevaren die ds. Kort signaleert. Bunyan schreef ook al over Plooibaar die de poel aan de verkeerde kant verliet. Maar los je dit gevaar op door het stuk der ellende buiten de levendmaking te plaatsen? Of moet je dit gevaar bestrijden door te separeren tussen zaligmakende en algemene werkingen?
Een volgende vraag is namelijk: Kan er vervolgens in het stuk der verlossing ook gedwaald worden? Kan daarin ook sprake zijn van namaak en zelfbedrog? En past ds. Kort dan dezelfde remedie toe?
Ook is de kennis van de verlossing noodzakelijk.
1. Opdat wij niet tot wanhoop zouden vervallen. Want als wij onze ellendestaat -
zonder enig middel tot verlossing - kenden, ware het te vrezen, dat wij van
droefheid zouden moeten bezwijken. Dit stuk maakt onderscheid tussen een kind
Gods en een kind des duivels. Want Gods kinderen staan, wanneer zij uit zwakheid
in zonde gevallen zijn, door Gods genade weer op en troosten zich met het middel
ter verlossing, waardoor hun zonden om Christus' wil vergeven en bedekt zijn;
zoals blijkt uit de voorbeelden van David, Hiskia, Petrus en anderen. Daarentegen
denken de kinderen van satan met grote verschrikkingen aan hun zonden, en
belijden ze met droefheid en twijfelmoedigheid, zoals bij Kaïn, Saul en Judas duidelijk
gebleken is.