Om met dat laatste te beginnen: als het gaat om Johannes 3: 16 kan ik meekomen in de uitleg die ds. Hoogerland hanteert en die ook de kanttekeningen voorstaan. Als het echter gaat om zijn visie over de vraag of alle mensen zalig worden, dan vind ik dat een erg moeilijke vraag en een nog moeilijker antwoord, dat naar mijn inzicht vooralsnog niet klopt.Jongere schreef:Soms bekruipt me het idee dat je pas op Refoforum ontdekt wat je eigen kerkverband al zo'n honderd jaar leert. Ik bedoel dat niet vervelend, maar het valt me wel op.Jantje schreef:Waarom heeft het God behaagt dat de mens nog leeft op de aarde? Hij had na de zondeval de aarde in één keer kunnen wegdoen van voor Zijn aangezicht. Ik weet: (...) het is God Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen (Filippenzen 2: 13), maar ook: Deze dood van den Zone Gods is de enige en volmaakte offerande en genoegdoening voor de zonden; van oneindige kracht en waardigheid, overvloediglijk genoegzaam tot verzoening van de zonden der ganse wereld (Dordtse Leerregels, hoofdstuk 2, deel 1, paragraaf 3).GGotK schreef:Degenen die het niet met ds Hoogerland eens zijn, zou ik willen vragen hoe zij denken over de visie van ds Kok in deze:
Als Rik Valkenburg in een interview aan ds. R. Kok vraagt naar zijn visie op de tekst: "Jakob heb Ik liefgehad en Ezau heb ik gehaat", zegt ds. Kok: "Alzo lief heeft God de wereld gehad, en bij die wereld behoorde ook Ezau. God had ook Ezau lief." Ik (= ds Moerkerken) zou dat niet graag in onze gemeenten verkondigd zien. Als er getornd wordt aan de stelling dat het genadeverbond is opgericht met de uitverkorenen, dan raak je de slagader aan van onze gemeenten. Wie de verbondsbeloften algemeen maakt, raakt aan de leer van vrije genade en aan de fundamentele levensader van de kerk.
Ik wil hiermee benadrukken dat we niet een raster van de verkiezing over allerlei teksten moeten leggen. Gods Woord komt tot een ieder die het hoort, en in die zin biedt God Zich in de prediking uitwendig aan iedereen aan, niet alleen maar aan de uitverkorenen (hoewel dat inwendig natuurlijk wel zo is). Christus heeft ons behoud op het oog, en daarin toont Hij Zijn liefde voor een onder de vloek liggende wereld. Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls (Ezechiël 33: 11)? De oorzaak dat wij als mensen niet willen, is ons ongeloof. O, dat ongeloof!
Ik ga hierin dus niet mee met de visie van ds. Moerkerken. Want dat zou dan mede tot gevolg kunnen hebben dat zowel wijlen ds. R. Kok alsook ds. M.A. Kempeneers als remonstrant zouden moeten worden gezien. En daar is in het geheel toch geen sprake van. Integendeel!
Overigens moet ik het stuk van vanavond nog lezen, maar ik heb steeds meer de aandrang om een brief of mail te sturen naar de Saambinder en/of ds. Hoogerland.
De zin die ik dikgedrukt heb gemaakt klopt ook in het geheel niet. Daar zou ook genoeg van te zeggen zijn. Brakel zegt daarvan: De Heere zal niemand verstoten die maar in waarheid door Christus tot Hem komt, al hebt gij nu zo vele jaren deze vriendelijke aanbieding ongehoorzaam geweest, al is uw gehele leven tot nog toe niets anders als zonde geweest, al zijn er gruwelen bedreven, al zijt gij een doodslager, een overspeler en hoereerder, een dief, een lasteraar en leugenaar tot op deze tijd toe geweest; zo gij maar uw zonden kent, waarlijk berouw hebt en waarlijk lust hebt aan dit verbond in al deszelfs delen, en aan de Borg om alleen door Hem die goederen deelachtig te worden: Zijt niet moedeloos, daar is hoop dezen aangaande, komt maar; want de Heere zal zekerlijk u niet verstoten, maar aannemen; want Hij heeft het gezegd: ziet al de beloften en onder andere Johannes 6: 37: Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Zie ook hier voor een heldere uiteenzetting voor wie het genadeverbond nu daadwerkelijk geldt.
De stelling dat het genadeverbond met de uitverkorenen is opgericht (beter gezegd: met Christus en in Hem alleen met de uitverkorenen) is de kern van de leeruitspraken van 1931. Dat er ook een bediening van dat verbond is, die zich breder uitstrekt dan de uitverkorenen, en waarin de aanbieding van genade een plaats heeft - ook dat zegt 1931 al (en dat ontkent ds. Moerkerken niet).
De gedachte dat de tekst dat "God wil dat alle mensen zalig worden" niet op alle mensen betrekking heeft (maar bijv. op "allerlei soorten van mensen) is een oude gereformeerde opvatting, met sterke papieren. Die is ook in de kanttekeningen terecht gekomen. Dat ik het in dit geval niet met de kanttekeningen eens ben maar toch "alle" wil lezen in deze tekst, heb ik op het forum al meerdere keren uitgelegd. Zonderling heeft weleens uitgelegd dat een minderheid van de gereformeerde uitleggers ook pleitte om hier daadwerkelijk "alle" te lezen. Een van de redenen dat de beperktere uitleg in de kanttekeningen terecht is gekomen, zal ongetwijfeld zijn dat de Remonstranten zich veel beriepen op deze tekst uit 1 Tim. 2.
Het is niet zo'n eenvoudig onderwerp, dat om zorgvuldigheid vraagt in het spreken. Als ik het citaat van ds. Kok lees, begrijp ik ook wat hij bedoelde. Alleen vind ik het een wonderlijke reactie van hem op de tekst uit Maleachi (Jakob heb ik liefgehad, etc.), die inderdaad betrekking heeft op Gods verbondsliefde. Het gaat in Joh. 3 m.i. om een andere vorm van liefde. Maar ik wil ervoor waken al te grote uitspraken te doen over een gedeeltelijk citaat in een gedeeltelijk citaat. Dat is erom vragen om mensen verkeerd te begrijpen.
Wat me vooral opvalt, is dat enige welwillendheid richting de uitleg van ds. Hoogerland -die werkelijk niet onbekend is in de gereformeerde traditie- grotendeels ontbreekt.
En de teksten uit Jesaja 55: 1 en Openbaring 22: 17 legt ds. Hoogerland ook op een nogal vreemde manier uit. Ik heb ooit ds. G.J. Baan eens over die laatste tekst horen preken en dat was nou precies een tegenstelling van wat ds. Hoogerland er over schrijft.
En de leeruitspraken van 1931 waren mij geheel bekend. Dus om te beweren dat ik daar bij het lezen van jou post voor het eerst achter kwam, vind ik erg bedenkelijk.