WimA schreef:Maar wat is het probleem dan met onderstaand citaat?Dit zal toch wel bij ondervinding gekend moeten worden. Als het gehele gekrakeel wordt veroorzaakt doordat dit niet wordt gekend of men onderschrijft niet dat dit beleefd moet worden dan gaat de feitelijke discussie toch over iets heel anders. En gelet op de zich ontwikkelende kampen kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat dit het de moverende reden is om ds. Kort zo te omarmen.In dat genadeleven onderscheidt ds Moerkerken nu drie standen:
kinderen, jongelingen en vaders. De pas wedergeborenen zin
kinderen in de genade. Als de eerste kentekenen van de wedergeboorte
noemt ds Moerkerken: "een hartelijke droefteid naar God over de
zonde." En hij vervolgt: "Hoe wonderlijk is toch dat werk Gods! Zo'n
nieuwgeboren kindeke weet niet dat het wedergeboren is. Ach, het is
zo ongelukkig. Zljn ogen zijn geopend voor zijn ontzettende val, voor
zíjn rampzalige staat. Hij ziet de kloof tussen God en zíjn ziel die hij
nooit meer kan helen. Zoals een kind in de natuur schreiend geboren
wordt, zo schreien deze kinderkens dagen en nachten om God, Die zij
missen. Dan klaagt het ganse huis van Israël de Heere achterna (1
Sam. 7:2). Zij hebben tegen God gezondigd, tegen een goeddoend en
tegen een rechtvaardig God, Die hen nooit heeft kwaad gedaan. De
spiegel van Gods vlekkeloze wet roept hun benauwde harten dag en
nacht toe: onrein, onrein! Bang is dat leven van de kinderkens veelal.
Zij moeten sterven, en dat is God ontmoeten. O, dat gaat niet. Bang is
dat leven, ja, en toch soms ook zoet. Zij zouden nooit meer naar de
wereld terug willen. Al zit de dood en de bloedwreker op hun hielen,
zij begeren hun vroegere rust niet terug, toen zij dood waren voor de
dood. Zij hebben soms toch zulke goede en zoete gedachten van God,
van een God Die zij niet kennen en op Wie zij toch een
ziclsbetrekking hebben. Al zou Hij hen doden, zij kunnen soms geen
kwaad meer van Hem denken. O, hoe krijgen zij toch die God tot hun
( God, tot hun deel? 'Heere, zou ik nog bekeerd kunnen worden? Zoudt
Gij naar zó een nog om willen zien?' Soms krijgen ze wat adem in
Góds huis. Dan verwachten zij klappen en zij krijgen bemoedigingen.
Dan worden hun wangen soms nat van tranen."
ds Kort spreekt naar Schrift en belijdenis, ds Moerkerken en co spreekt zondaren zalig buiten Christus, onbewust wedergeboren dat is idd een misdracht !