Als je je doop ziet als bevestiging van de algemene belofte, zie je de doop als Gods belofte dat Hij jou wíl zalig maken, Zijn genade aanbiedt, je het Evangelie erdoor verkondigt, dat je erop mag pleiten, enzovoorts. De doop is als het ware een streep onder het algemene aanbod van genade. Voordeel ervan is dat je je niet hoeft af te vragen wat de doop voor jou betekent. De betekenis is immers een vast gegeven voor alle gedoopten: een oproep en nodiging tot geloof. Nadeel van deze visie is, dat de doop je niet verzekert van je eeuwige zaligheid en persoonlijke redding. Je kunt immers nog steeds verloren gaan.
Als je je doop anderzijds ziet als bevestiging van de persoonlijke belofte, zie je de doop als Gods belofte dat Hij jou zál zalig maken, je met Christus verenigt, de afwassing der zonden en de vernieuwing door de Heilige Geest schenkt, enzovoorts (HC 26.70). Je doop verzekert dat je het bad der wedergeboorte hebt ontvangen en dat je zonden zijn afgewassen (HC. 26.71, 27.73; Hand. 22:16; Tit. 3:5). Voordeel van deze visie is, dat de doop veel meer dan het aanbod van genade verzegelt: niet slechts het aanbod van genade, maar de genade zelf. Niet slechts in algemene, onpersoonlijke zin, maar heel persoonlijk voor jou. De doop verzegelt dat je uitverkoren bent. Nadeel van deze visie is, dat je zonder geloof eigenlijk niet kunt zeggen dat je gedoopt bent (vgl. Rom. 2:25).
Beide visies op de doop kom je in de gereformeerde gezindte tegen. De doop als verzegeling van de algemene belofte vind je vooral in de CGK, de PKN en de HHK. De doop als verzegeling van de persoonlijke belofte vind je vooral in de Ger. Gem., de GGiN en de OGG.
Volgens mij klopt niet dat Ds. V.d. Brink visie 2 met GG, GG in Ned en OGG verbindt.
Ook lijkt Ds. V.d. Brink hier weer zaken voor elkaar te gooien.
Ikzelf kies met overtuiging voor de doop als verzegeling van Gods persoonlijke belofte. Zo vind ik het terug bij de oude schrijvers, in de belijdenisgeschriften en (bovenal) in de Heilige Schrift. Alleen met deze benadering kan ik de eenheid tussen de doop van kinderen en volwassenen handhaven, en kan ik doop en avondmaal zien als twee sacramenten van dezelfde zaak (vgl. vraag HC 26.69 met 28.75). En wat ik zojuist een nadeel van deze visie noemde, is feitelijk geen nadeel: dat God de zaligheid belooft in de weg van geloof, kunnen we toch onmogelijk een nadeel noemen...?
http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/219 ... inderdoop/
Als ik dit lees dan is het geen veronderstelde wedergeboorte maar er zeker van zijn dat ze wedergeboren zijn, en hij wil ook alleen dat kinderen gedoopt worden waarvan zeker is dat ze wedergeboren zijn....
Er is in onze tijd heel wat onderschatting van de Doop, maar hier (b)lijkt toch wel sprake van overschatting en een eigen/nieuwe doopvisie te zijn.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"