Tiberius schreef:Overigens wel aardig om mee te delen. Gisteren werd bij ons een preek van ds. C. Harinck (volgens mij ook tamelijk onverdracht bij de Huismannetjes) gelezen over Handelingen 26:18 "Om hun ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het licht , en van de macht des satans tot God ; opdat zij vergeving der zonden ontvangen , en een erfdeel onder de geheiligden , door het geloof in Mij."
(Ik heb nog niet gekeken, maar volgens mij is het een preek uit één van de nieuwere nummers van de serie "Uit de Schat des Woords".)
Ook hij stelt a.d.h. van deze tekst heel duidelijk, dat de bekering niet begint met de kennis van Christus, maar met het openen van de ogen; daarna bekering van duisternis tot het licht en van de macht des satans tot God. Dit alles met doel om vergeving der zonden te ontvangen, door het geloof in Mij. Niet als beginpunt, maar als doel.
Wat denk je van een preek van ds. Van Reenen, waarin hij uitgebreid ingaat op Ezechiël 16:
6 Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed:
Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed:
Leef.
7 Ik heb u tot tienduizend, als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid en groot geworden en zijt gekomen tot grote sierlijkheid; uw borsten zijn vast geworden en uw haar is gewassen, doch gij waart
naakt en bloot.
8 Als Ik nu bij u voorbijging, zag Ik u, en zie, uw tijd was de
tijd der minne; zo breidde Ik Mijn vleugel over u uit en
dekte uw naaktheid; ja, Ik zwoer u en kwam met u in een verbond, spreekt de Heere HEERE, en gij werdt Mijne.
9 Daarna wies Ik u met water, en Ik spoelde uw bloed van u af, en zalfde u met olie.
10 Ik bekleedde u ook met gestikt werk, en Ik schoeide u met dassenvellen, en omgordde u met fijn linnen en bedekte u met zijde.
Leef: Dit is een machtswoord. Dan komt er leven, maar o, ze komen er nog wel achter na verloop van tijd: ze zijn nog steeds
naakt en bloot.
Maar dan! Dan komt de persoonsopenbaring van Christus, dan is het de
tijd der minne. Dan wordt het kleed van gerechtigheid over de naaktheid geslagen en is men bewust gerechtvaardigd!
Zie hier de door ds. Kort veroordeelde embryo-leer, bewezen uit de Schrift!
Maar ondertussen lees ik mee in de kanttekeningen.
Leef: Dat is, gij
zult leven, niettegenstaande dat gij zeer verdorven en ellendig zijt. Het is
een bevel, inhoudende een belofte des levens; van welke manier van spreken zie Ps. 37 op vers 3. Spr. 3 op vers 25. De Heere wil zeggen: Hoewel gij zeer onrein en mismaakt zijt, en ligt als in het midden des doods, nochtans zal Ik maken dat gij zult leven. Dit is steeds vervuld, volgens het verbond der genade, hetwelk God met Abraham heeft opgericht.
Dit wordt tweemaal gezegd, om te tonen dat God Zijn
beloften menigmaal heeft vernieuwd en dat zij vast gaan. Zie van deze beloften Gen. 12:1, 2, 3; 13:15, 16; 15:1, enz.; 17:1, 2, enz.; 22:17, enz.; 24:7; 26:3; 28:13, enz.
Dus: Wat ds. Van Reenen beschrijft dat er al leven is, zegt de kanttekening dat er nog geen leven is, maar dat dit alleen een bevel is (als: Bekeert u en Geloof!), inhoudende een belofte des leven. In in vers 8 lezen we pas van een bedekken van de naaktheid, van een komen in een verbond.