Re: Gouda (bv) wil terug naar GGiN
Geplaatst: 06 dec 2008, 00:27
Willem, waarom zou gunning iemand de hoogte in brengen?
En zo is het!Jongere schreef: Ten slotte, verkiezing is niet de grondslag van de prediking. De grondslag is het werk van de Heere Jezus Christus. Zonder dat werk was er niet eens een verkiezing van mensen mogelijk geweest voor een rechtvaardig God. Sion zal door recht verlost worden, profeteerde de profeet. En jaren later mocht Christus die profetie vervullen en riep Hij: Het is volbracht. De profetie is volbracht, het recht is voldaan, de prijs is betaald. Dat is het evangelie van Jezus Christus!
Het punt is, dat je toen een bijna exclusief recht claimde voor ds. Wink als de enige (dan wel een van de zeer weinige) nog levende door God geroepen predikant in Nederland. Dat kan natuurlijk niet.willemkok schreef:Ik weet dat dit forum anti ds wink is, de vorige keer toen ik een onderwerp plaatste met positieve reacties, werd deze gelijk gesloten, terwijl negatieve reacties over ds Wink eindeloos zijn doorgegaan. Dan vraag ik mij af: waar zijn we mee bezig?
Een ieder heeft zijn eigen geschiedenis. Willem Kok heeft die en ik heb die ook. Ik ben afkomstig uit de GGiNbv en Willem, ik kan héél ver met je meekomen. Dit stuk wat je schrijft is voor een groot deel uit het hart gegrepen. Helaas merk je aan de reacties ook weer dat je maar bij jezelf moet beginnen en persoonlijk weet moet hebben van bepaalde zaken en anders je mond maar moet houden. Een vrije vertaling van zo maar wat reacties. Ds. Wink is een nononsens predikant die de waarheid recht snijdt. Je mag gerust jaloers zijn op zo'n man. Zijn prediking bestaat uit niets dan Jezus alleen op grond van recht. En, inderdaad Willem, je zegt het goed, helaas is dat tegenwoordig vaak anders. Het is wel zo dat door zijn opmerkingen tussendoor er vertroebeling kon ontstaan over de boodschap die hij bracht. Dat was niet altijd kanseltaal en daarin werd hij niet altijd begrepen.willemkok schreef:Misschien dat er in 1980 geen leerverschil was, maar dat is er nu wel degelijk. In 1980 werd gesteld dat ds. Van den Berg onderscheid maakte tussen levendmaking en wedergeboorte. Dit is door ds. Wink en ds. De Groot nooit onderscheiden van elkaar gezien. Ook in de prediking van ds. Van den Berg na de jaren 80 is dit veronderstelde onderscheid niet als zodanig op te merken.
Dat er nu een leerverschil is moge duidelijk zijn. Leest met de kerkelijke jaarboekjes van de GGIN van de jaren 80 dan wordt er gesproken over de donkere tijden en dat er weinig verwachting is voor nieuwe predikanten. De laatste jaren staat er een heel leger op. Zijn de tijden dan veranderd ten goede?
Ds. Wink preekt vanuit de verkiezing als grondslag van het werk der zaligheid. Dit wordt binnen de GGIN ook wel zo gesteld, maar anders uitgewerkt. Men spreekt over het 'gunnen', de bewogenheid van de leraars, ze worden ontroerd van antwoorden van catechesanten die nergens van weten, ze zijn begaan met de gemeenten, alsof dat de mens tot de zaligheid kan brengen. Door op deze wijze te handelen tast men de soevereiniteit Gods aan en zet men de verkiezing op lossere schroeven. God kan met de mens doen wat hem behaagt, het ene vat wordt geschapen ter ere, het andere ter onere. Zal ook het leem tot de pottenbakker zeggen: waarom hebt gij mij alzo gemaakt?
Daarbij zien we ook een wetticisme optreden. Er worden allerlei wetjes en regeltjes opgesteld zoals een minuut stilte voor de dodenherdenking tijdens de eredienst en andere plichtbetrachtingen. Daar is op zich niets mis mee (God is een God van orde), maar men is zo snel geneigd met deze wetjes en plichtjes de hoogte in te gaan. Daar preekte ds. Wink al over tijdens de scheuring (de beruchte preek van juni 1980): men gaat op de stoel van mozes zitten.
Daar komt bij dat ds. Wink met deze woorden is bevestigd in 1969 te Veenendaal: in het laatste der dagen zal men kittelachtig van gehoor zijn en men zal leraren opgaren naar het goeddunken van hun eigen hart. Dat zien we nu vervuld worden.
De geest des onderscheids in het beluisteren van predikanten is van de aarde weggenomen. Het ware volk van God kan ook alleen de waarheid zuiver onderscheiden. Waar is dat volk op de aarde? Er is overal een doorvloeiing, maar het ware leven wordt zo gemist. Dan hoef ik niet naar een ander te gaan, dan kan ik bij mezelf beginnen. Het is daarom geen wonder dat Gouda terug wil. De jeugd weet niets van de scheuring en heeft er ook geen belangstelling voor en er is weinig volk Gods.
In de Wachter Sions wordt wel gesproken over een bijna geheelde wond, wekelijks wordt dit ook aangehaald in de voorbedes van de kerken ( naast de vele andere aanhalingen), maar voor de genezing van ds wink wordt niet gebeden. Een slecht teken, men hoopt op een snelle dood van ds Wink.
Ik hoop dat de Heere ds. Wink en ons wil gedenken, al kan dat zowat niet meer, gelet op de torenhoge schuld die wij met ons land gemaakt hebben. Maar niemand kan eronder komen. David zei: laat mij in de hand des Heeren vallen. Er komt een tijd in het leven van Gods volk dat ze de oordelen (die allang in het huis Gods begonnen zijn) komen toejuichen.
Als het oordeel begint in het huis Gods, waar zal het einde zijn?
Wat ik mijn soms vreemd voorkomt, is het feit das ds. Mallan in de jaren voor 1980 vaak spreekt, bijvoorbeeld bij synodeverslagen, over de broerderlijke band die gevoeld werd... Niets wijst er dan op dat hij toen enige verdenkingen tegen ds. van den Berg koestert. Zou hij dat uit de aard der liefde verzwegen hebben... Ik bedoel dit niet als kritische opmerking, maar als iets wat ik zelf niet goed kan plaatsen...willemkok schreef:Misschien dat er in 1980 geen leerverschil was, maar dat is er nu wel degelijk. In 1980 werd gesteld dat ds. Van den Berg onderscheid maakte tussen levendmaking en wedergeboorte. Dit is door ds. Wink en ds. De Groot nooit onderscheiden van elkaar gezien. Ook in de prediking van ds. Van den Berg na de jaren 80 is dit veronderstelde onderscheid niet als zodanig op te merken.
Dat er nu een leerverschil is moge duidelijk zijn. Leest met de kerkelijke jaarboekjes van de GGIN van de jaren 80 dan wordt er gesproken over de donkere tijden en dat er weinig verwachting is voor nieuwe predikanten. De laatste jaren staat er een heel leger op. Zijn de tijden dan veranderd ten goede?
Ds. Wink preekt vanuit de verkiezing als grondslag van het werk der zaligheid. Dit wordt binnen de GGIN ook wel zo gesteld, maar anders uitgewerkt. Men spreekt over het 'gunnen', de bewogenheid van de leraars, ze worden ontroerd van antwoorden van catechesanten die nergens van weten, ze zijn begaan met de gemeenten, alsof dat de mens tot de zaligheid kan brengen. Door op deze wijze te handelen tast men de soevereiniteit Gods aan en zet men de verkiezing op lossere schroeven. God kan met de mens doen wat hem behaagt, het ene vat wordt geschapen ter ere, het andere ter onere. Zal ook het leem tot de pottenbakker zeggen: waarom hebt gij mij alzo gemaakt?
Daarbij zien we ook een wetticisme optreden. Er worden allerlei wetjes en regeltjes opgesteld zoals een minuut stilte voor de dodenherdenking tijdens de eredienst en andere plichtbetrachtingen. Daar is op zich niets mis mee (God is een God van orde), maar men is zo snel geneigd met deze wetjes en plichtjes de hoogte in te gaan. Daar preekte ds. Wink al over tijdens de scheuring (de beruchte preek van juni 1980): men gaat op de stoel van mozes zitten.
Daar komt bij dat ds. Wink met deze woorden is bevestigd in 1969 te Veenendaal: in het laatste der dagen zal men kittelachtig van gehoor zijn en men zal leraren opgaren naar het goeddunken van hun eigen hart. Dat zien we nu vervuld worden.
De geest des onderscheids in het beluisteren van predikanten is van de aarde weggenomen. Het ware volk van God kan ook alleen de waarheid zuiver onderscheiden. Waar is dat volk op de aarde? Er is overal een doorvloeiing, maar het ware leven wordt zo gemist. Dan hoef ik niet naar een ander te gaan, dan kan ik bij mezelf beginnen. Het is daarom geen wonder dat Gouda terug wil. De jeugd weet niets van de scheuring en heeft er ook geen belangstelling voor en er is weinig volk Gods.
In de Wachter Sions wordt wel gesproken over een bijna geheelde wond, wekelijks wordt dit ook aangehaald in de voorbedes van de kerken ( naast de vele andere aanhalingen), maar voor de genezing van ds wink wordt niet gebeden. Een slecht teken, men hoopt op een snelle dood van ds Wink.
Ik hoop dat de Heere ds. Wink en ons wil gedenken, al kan dat zowat niet meer, gelet op de torenhoge schuld die wij met ons land gemaakt hebben. Maar niemand kan eronder komen. David zei: laat mij in de hand des Heeren vallen. Er komt een tijd in het leven van Gods volk dat ze de oordelen (die allang in het huis Gods begonnen zijn) komen toejuichen.
Als het oordeel begint in het huis Gods, waar zal het einde zijn?
"Niet zo 'diep' als ds. Wink". Wat bedoel je hier precies mee, Ander? Ik heb tientallen preken van ds. Wink. Misschien moet ik er toch maar wat meer gaan luisteren.Ander schreef: Alleen, er zijn gelukkig binnen en buiten de GGiN wel predikers die de waarheid recht snijden, al gaan ze niet zo 'diep' als bijv. dominee Wink.
Let ook het 2e punt: waar de sacramenten worden bediend. In de GGN (b.v.) te Veenendaal wordt het avondmaal niet bediend, en ik vraag me af of er eigenlijk wel een GGN (b.v.) gemeente is waar het wel bediend wordt. Is er dan sprake van een ware kerk?Ander schreef: De reden die jij aandraagt dat Gouda terugwil is wel wat kort door de bocht. Gods Kerk is daar waar de prediking recht wordt gebracht, de sacramenten wordt bediend en de tucht wordt gehandhaafd. Wat dat laatste punt betreft kunnen we inderdaad héél veel gemeenten in ons vaderland direct afschrijven maar blijft staan dat de prediking zijn voortgaan moet vinden en dat de sacramenten worden bediend. Van deze twee zaken is Gouda al lange tijd verstoken. Daarom is deze stap genomen, en naar ik zeker weet, onder biddend opzien van volk van God wat er in Gouda nog is!
-DIA- schreef:Wat ik mijn soms vreemd voorkomt, is het feit das ds. Mallan in de jaren voor 1980 vaak spreekt, bijvoorbeeld bij synodeverslagen, over de broerderlijke band die gevoeld werd... Niets wijst er dan op dat hij toen enige verdenkingen tegen ds. van den Berg koestert. Zou hij dat uit de aard der liefde verzwegen hebben... Ik bedoel dit niet als kritische opmerking, maar als iets wat ik zelf niet goed kan plaatsen...willemkok schreef:Misschien dat er in 1980 geen leerverschil was, maar dat is er nu wel degelijk. In 1980 werd gesteld dat ds. Van den Berg onderscheid maakte tussen levendmaking en wedergeboorte. Dit is door ds. Wink en ds. De Groot nooit onderscheiden van elkaar gezien. Ook in de prediking van ds. Van den Berg na de jaren 80 is dit veronderstelde onderscheid niet als zodanig op te merken.
Dat er nu een leerverschil is moge duidelijk zijn. Leest met de kerkelijke jaarboekjes van de GGIN van de jaren 80 dan wordt er gesproken over de donkere tijden en dat er weinig verwachting is voor nieuwe predikanten. De laatste jaren staat er een heel leger op. Zijn de tijden dan veranderd ten goede?
Ds. Wink preekt vanuit de verkiezing als grondslag van het werk der zaligheid. Dit wordt binnen de GGIN ook wel zo gesteld, maar anders uitgewerkt. Men spreekt over het 'gunnen', de bewogenheid van de leraars, ze worden ontroerd van antwoorden van catechesanten die nergens van weten, ze zijn begaan met de gemeenten, alsof dat de mens tot de zaligheid kan brengen. Door op deze wijze te handelen tast men de soevereiniteit Gods aan en zet men de verkiezing op lossere schroeven. God kan met de mens doen wat hem behaagt, het ene vat wordt geschapen ter ere, het andere ter onere. Zal ook het leem tot de pottenbakker zeggen: waarom hebt gij mij alzo gemaakt?
Daarbij zien we ook een wetticisme optreden. Er worden allerlei wetjes en regeltjes opgesteld zoals een minuut stilte voor de dodenherdenking tijdens de eredienst en andere plichtbetrachtingen. Daar is op zich niets mis mee (God is een God van orde), maar men is zo snel geneigd met deze wetjes en plichtjes de hoogte in te gaan. Daar preekte ds. Wink al over tijdens de scheuring (de beruchte preek van juni 1980): men gaat op de stoel van mozes zitten.
Daar komt bij dat ds. Wink met deze woorden is bevestigd in 1969 te Veenendaal: in het laatste der dagen zal men kittelachtig van gehoor zijn en men zal leraren opgaren naar het goeddunken van hun eigen hart. Dat zien we nu vervuld worden.
De geest des onderscheids in het beluisteren van predikanten is van de aarde weggenomen. Het ware volk van God kan ook alleen de waarheid zuiver onderscheiden. Waar is dat volk op de aarde? Er is overal een doorvloeiing, maar het ware leven wordt zo gemist. Dan hoef ik niet naar een ander te gaan, dan kan ik bij mezelf beginnen. Het is daarom geen wonder dat Gouda terug wil. De jeugd weet niets van de scheuring en heeft er ook geen belangstelling voor en er is weinig volk Gods.
In de Wachter Sions wordt wel gesproken over een bijna geheelde wond, wekelijks wordt dit ook aangehaald in de voorbedes van de kerken ( naast de vele andere aanhalingen), maar voor de genezing van ds wink wordt niet gebeden. Een slecht teken, men hoopt op een snelle dood van ds Wink.
Ik hoop dat de Heere ds. Wink en ons wil gedenken, al kan dat zowat niet meer, gelet op de torenhoge schuld die wij met ons land gemaakt hebben. Maar niemand kan eronder komen. David zei: laat mij in de hand des Heeren vallen. Er komt een tijd in het leven van Gods volk dat ze de oordelen (die allang in het huis Gods begonnen zijn) komen toejuichen.
Als het oordeel begint in het huis Gods, waar zal het einde zijn?
-DIA-
De vraag stellen is haar beantwoorden.Johannes 3:16 schreef:Let ook het 2e punt: waar de sacramenten worden bediend. In de GGN (b.v.) te Veenendaal wordt het avondmaal niet bediend, en ik vraag me af of er eigenlijk wel een GGN (b.v.) gemeente is waar het wel bediend wordt. Is er dan sprake van een ware kerk?