Enige passages uit de levensbeschrijving van Mo:
Zij (Asma bint Marwan) sprak de Islam tegen, ergerde de Profeet en zette de mensen tegen hem op. Umayr Ibn Adi kwam tot haar in de nacht en betrad haar huis. Haar kinderen sliepen om haar heen. Één gaf ze de borst. Hij (Umayr) zocht haar met zijn hand, want hij was blind, en ontrukte het kind van haar. Hij stak zijn zwaard in haar borst tot het bij haar rug er weer uit kwam. Toen deed hij het morgengebed met de Profeet in de moskee van Medina. De gezant van Allah zei tot hem: “Heb je de dochter van Marwan gedood ? “ Hij zei: “Ja. Is er nog iets voor mij te doen ? Hij (Muhammad) zei: “Nee. Twee geiten zullen samen met haar zijn in de hel.” Van die tijd af noemde de Gezant hem Umayr “Basir” (de ziende).”
“De Profeet van Allah (vrede zij met hem) zei: Als u de overwinning bereikt hebt over de mannen van het Jodendom, doodt hen!”(Sunan Abu-Dawud Boek 13, Nummer 2996)
Volume 8, Book 82, Number 795:
Narrated Anas:
The Prophet cut off the hands and feet of the men belonging to the tribe of 'Uraina and did not cauterise (their bleeding limbs) till they died.
Zouden de profeten van het OT dit soort dingen ook doen ? Ik denk het niet.
Volume 8, Book 82, Number 806:
Narrated Abu Huraira:
Volume 8, Book 82, Number 810:
Narrated Jabir:
A man from the tribe of Aslam came to the Prophet and confessed that he had committed an illegal sexual intercourse. The Prophet turned his face away from him till the man bore witness against himself four times. The Prophet said to him, "Are you mad?" He said "No." He said, "Are you married?" He said, "Yes." Then the Prophet ordered that he be stoned to death, and he was stoned to death at the Musalla. When the stones troubled him, he fled, but he was caught and was stoned till he died. The Prophet spoke well of him and offered his funeral prayer.
Het christelijke principe van "hij die zonder zonden is werpe de eerste steen" begrepen Mo en zijn volgelingen ook niet. Een man die zijn zonden bekent, wordt alsnog gestenigd.
Meer nare verhalen over de profeet van de islam.
Mo leefde slechts de Koran na, waar o.a. instaat:
3.110: Gij (Moslims) bent het beste volk dat voor de mensheid (ter lering) is verwekt; je gebiedt wat goed is, verbiedt wat kwaad is en gelooft in God. En, indien de mensen van het Boek hadden geloofd, zou het zeker beter voor hen zijn geweest. Sommigen hunner zijn gelovigen, maar de meesten hunner zijn overtreders.
8:22: Voorzeker, erger dan de beesten zijn in de ogen van Allah de doven en de stommen die niet willen begrijpen.
8:55: Voorzeker, in de ogen van Allah zijn zij, die (de waarheid) verwerpen erger dan beesten want zij willen niet geloven.
98:6: Voorwaar, de ongelovigen onder de mensen van het Boek en de afgodendienaren zullen in het Vuur der hel geworpen worden, daarin zullen zij verblijven. Zij zijn de slechtste der schepselen.
3.28: Laat de gelovigen geen ongelovigen als vrienden verkiezen boven de gelovigen.
3.118: O gij die gelooft, neemt buiten uw volk geen ander tot intieme vrienden; zij zullen niet in gebreke blijven u te benadelen. Zij houden van leedvermaak. Nijd laten zij blijken en wat hun innerlijk verbergt is nog erger. Wij hebben u onze geboden duidelijk gemaakt, indien je ze wilt begrijpen.
2.221: En huw geen afgodendienaressen voordat zij geloven; waarlijk een gelovige slavin is beter, dan een afgodendienares, ofschoon zij je mag behagen. En huw haar (gelovige vrouwen) niet aan afgodendienaren uit, voordat zij geloven; waarlijk een gelovige slaaf is beter, dan een afgodendienaar, ofschoon hij je mag behagen. Zij noden tot het Vuur, maar God noodt je tot de Hemel en tot vergiffenis door Zijn gebod. En Hij maakt Zijn tekenen aan de mensen duidelijk, opdat zij lering zullen trekken.
2.120: En de Joden en de Christenen zullen je nooit welgezind zijn, tenzij je hun godsdienst belijdt. Zeg: "Voorzeker, God's leiding is de Merkelijke leiding". En, indien je hun wensen volgt, nadat de kennis tot je is gekomen, zul je aan God Vriend noch Helper hebben.
5.51: O, gij die gelooft, neemt de Joden en de Christenen niet tot vrienden. Zij zijn elkanders vrienden. En wie uwer hen tot vrienden neemt, is inderdaad één hunner. Voorwaar, Allah leidt het overtredende volk niet.
9.23: O gij, die gelooft, neemt uw vaders en uw broeders niet tot vrienden als zij ongeloof boven geloof verkiezen. En wie onder u met hen bevriend is behoort tot de overtreders.
4.101: Voorwaar, de ongelovigen zijn een openlijke vijand voor u.
4.74: Laten derhalve zij, die hun tegenwoordig leven voor het leven in het Hiernamaals willen offeren, voor de zaak van God strijden. En wie voor de zaak van God strijdt, hetzij hij gedood wordt of overwint, weldra zullen Wij hem een grote beloning geven.
4.84: Strijd daarom voor de zaak van God - slechts gij wordt verantwoordelijk gesteld - en spoor de gelovigen aan. Het kan zijn, dat God de macht der ongelovigen zal beteugelen en God is sterker in macht en streng in het opleggen van straf.
4.95: Diegenen der gelovigen die niets doen, met uitzondering der onbekwamen, zijn niet gelijk aan degenen die met hun rijkdommen en hun persoon terwille van God strijden. God heeft degenen, die met hun rijkdommen en hun persoon strijden doen uitmunten boven de rustenden en aan ieder heeft God het goede beloofd. God zal de strijders boven de stilzittenden doen uitblinken door een grote beloning.
9.20: Zij, die geloven en van hun woonplaatsen verhuizen en met hun bezit en met hun persoon voor de zaak van God strijden, hebben in de ogen van God de hoogste rang. Dezen zullen zegevieren.
9.29: Bestrijdt diegenen onder de mensen van het Boek, die in God noch in de laatste Dag geloven, noch voor onwettig houden wat God en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn.
9.123: O, jij die gelooft, bestrijdt de ongelovigen die in uw nabijheid zijn en laat hen hardheid in u vinden en weet, dat God met de godvruchtigen is.
25.52: Dus volg de ongelovigen niet, en voer met (de Koran) een grote strijd tegen hen.
61.4: Voorzeker, God heeft diegenen lief die terwille van Hem strijden in geordende gelederen, alsof zij een hechte muur vormen.
2.178: O jij die gelooft, vergelding inzake doodslag is je voorgeschreven.
2.191: En doodt hen, waar je hen ook ontmoet en drijft hen uit, vanwaar zij u hebben uitgedreven; want vervolging is erger dan doden. En bevecht hen niet nabij de heilige Moskee, voordat zij je daarin bevechten. Maar indien zij je bevechten, bevecht hen dan - zo is de vergelding voor de ongelovigen.
4.89: Zij wensen dat gij verwerpt, evenals zij hebben verworpen, zodat gij aan hen gelijk zult worden. Neemt derhalve geen vrienden uit hun midden totdat zij voor de zaak van God werken. En indien zij tot vijandschap vervallen, grijpt hen dan en doodt hen waar gij hen ook vindt; en neemt vriend noch helper uit hun midden.
4.91: Gij zult anderen vinden die veilig bij u willen zijn en bij hun eigen volk; telkens wanneer zij tot vijandigheid worden opgeroepen, doen zij blindelings mee. Als zij zich derhalve niet op een afstand van u houden, noch u vrede aanbieden, noch hun handen terughouden, grijpt hen dan aan en doodt hen waar gij hen ook vindt. Tegen dezen hebben Wij u duidelijk gezag gegeven.
5.33: De vergelding dergenen die oorlog tegen God en Zijn boodschappers voeren en er naar streven wanorde in het land te scheppen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden, of dat zij het land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen.
8.12: Toen uw Heer aan de engelen openbaarde: "Ik ben met u; versterkt de gelovigen. Ik boezem ontzag in de harten der ongelovigen. Slaat daarom hun hoofd af en slaat alle toppen van hun vingers af."
9.5: Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de afgodendienaren waar je hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag.
44.47: Grijpt hem en sleurt hem in het midden van het laaiend Vuur;
44.48: Giet daarna als marteling kokend water op zijn hoofd.
Wat ik hiermee maar wil zeggen is dat zo'n ideaalmens nogal naar gedrag in de hand kan werken bij zijn volgelingen. We zien dit soort praktijken in Iran, Saudi-Arabië en Pakistan nog steeds terug. Dit alles vanwege het voorgeleefde voorbeeld voor iedere moslim.
In België keek men
het islamfascisme al in de ogen. In Nederland duiden
bepaalde ontwikkelingen ook op een dreiging van dit soort taferelen. Dat heeft niets met angstzaaien te maken, maar veeleer van belichting van islamitische bronnen en de nageleefde praktijk ervan en de waarde (of het gevaar) ervan in ons goede land.
Dit heeft ook niets te maken het het eenzijdig richten op de bescherming van onze reformatorische zuil (indirect misschien wel). Dit heeft te maken met het veiligstellen van ons land, onze cultuur, onze vrijheden.