Israël nog verbondsvolk?
Het wezenlijke voor het ware Israël is nu juist het geloof. Het bijzondere van de toevoeging van de heidenvolken bij het gelovige Israël is, dat zij zalig worden door datzelfde geloof. De ongelovigen komt de naam Israël niet eens toe. Ook niet al betreft het het ‘nageslacht van vader Jakob’, zie Rom. 9:6.Maar je conclusie is verkeerd,want Abraham is een vader van vele volken,d.w.z. van allen die door het geloof gerechtvaardigd worden,maar de naam Israël wordt in de Schrift alleen voor het nageslacht van vader Jakob gebruikt.
Dan zie ik eerder een rechte lijn van: “Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen” , naar Auschwitz.Er loopt een rechte lijn van Golgotha naar Auswitz.
De Bijbel is geestelijk. “Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat; en men zal niet zeggen: Ziehier of ziedaar. Want zie, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden.”In een geestelijke,overdrachtelijke zin zou er op zich geen bezwaar tegen zijn om al Gods volk het ware Israël te noemen.
Er zijn idd veel beloften in het O.T. die door de apostelen mutatis mutandis bij wijze van toepassing van hetzelfde geestelijke principe in een andere context doortrekken naar de Gemeente van Christus.
Je hebt nog steeds dat ‘mutatis mutandis’ niet bewezen; in het NT vind ik er niets van terug.
Ook dit bewijs je niet, je stelt het slechts vast.Zij doen dit echter altijd zonder ze van hun primaire betekenis voor Israël af te trekken.
Lijkt me nogal ver gezocht. Vooral in het licht van 1 Petr. 2:10.Ook teken ik hierbij aan dat er in Ex.19 priesterlijk koninkrijk en in 1 Petr 2 koninklijk priesterdom staat en dat is nu juist bij alle overeenkomsten het kenmerkende verschil tussen Israël en de gemeente in het eschaton van het Koninkrijk Gods.
AFSCHUWELIJK deze opmerking!!! Dat je dit kunt neerschrijven. Hiervan lopen echt de koude rillingen door me heen. Dit komt op me over als: "Eigen schuld, dikke bult". Heb je Revius' gedicht weleens gelezen: Het zijn de joden niet, etc. En die man leefde eeuwen voor de Holocaust!Oorspronkelijk gepost door AfgewezenDan zie ik eerder een rechte lijn van: “Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen” , naar Auschwitz.Er loopt een rechte lijn van Golgotha naar Auswitz.
Hoe lees jij dan 1 Thess. 2:14-16?Oorspronkelijk gepost door KlaioAFSCHUWELIJK deze opmerking!!! Dat je dit kunt neerschrijven. Hiervan lopen echt de koude rillingen door me heen. Dit komt op me over als: "Eigen schuld, dikke bult". Heb je Revius' gedicht weleens gelezen: Het zijn de joden niet, etc. En die man leefde eeuwen voor de Holocaust!Oorspronkelijk gepost door AfgewezenDan zie ik eerder een rechte lijn van: “Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen” , naar Auschwitz.Er loopt een rechte lijn van Golgotha naar Auswitz.
Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Er loopt een rechte lijn van Golgotha naar Auswitz.
Dan zie ik eerder een rechte lijn van: “Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen” , naar Auschwitz.
Degenen die riepen: 'Zijn bloed kome over ons en onze kinderen', hebben ook letterlijk moeten betalen met hun bloed. Degenen die in Jeruzalem leefden in het jaar 70 hebben geleden voor hun uitspraak. Het is nogal cru om te stellen dat als gevolg hiervan alle Joden zouden moeten lijden in de loop der eeuwen. Het waren immers niet alle Joden die hebben geroepen dat het bloed van Jezus over hen en hun kinderen mocht komen. Je kunt zeker niet 1 Tess. 2:14-16 gebruiken om te zeggen dat er een directe link is tussen het bloed van Jezus en het bloed dat gevloeid is in de concentratiekampen.Hoe lees jij dan 1 Thess. 2:14-16?
Om te beginnen gebruik ik ook zelf liever die uitspraak niet. Maar als Ereunao begint over een 'rechte lijn van Golgotha naar Auschwitz', ja, dan voel ik mij gedrongen om dit recht te zetten.
Wat je leest in 1 Thess. 2, is met name een weerlegging van het 'eigen-schuld-dikke-bult-argument' dat werd aangevoerd.
De joden hebben als volk de Messias verworpen. Inderdaad is het oordeel over het volk voltrokken in 70 n. Chr.
Maar als volk blijven ze volharden in hun verwerping. Zou 1 Thess. 2 dan ook niet verder strekken dan tot 70 n. Chr.? Zoals dat met veel 'eindtijdprofetieën' in het NT het geval is.
Zo wordt ook in Openb. 2:9 en 3:9 gesproken over Joden, die "zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen", terwijl Openb. toch ná 70 n. Chr. is geschreven.
Wat je leest in 1 Thess. 2, is met name een weerlegging van het 'eigen-schuld-dikke-bult-argument' dat werd aangevoerd.
De joden hebben als volk de Messias verworpen. Inderdaad is het oordeel over het volk voltrokken in 70 n. Chr.
Maar als volk blijven ze volharden in hun verwerping. Zou 1 Thess. 2 dan ook niet verder strekken dan tot 70 n. Chr.? Zoals dat met veel 'eindtijdprofetieën' in het NT het geval is.
Zo wordt ook in Openb. 2:9 en 3:9 gesproken over Joden, die "zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen", terwijl Openb. toch ná 70 n. Chr. is geschreven.
-
- Berichten: 951
- Lid geworden op: 19 jul 2004, 22:47
Afgewezen voelt zich gedrongen om te reageren. Sommigen menen altijd maar te moeten vechten voor de waarheid, dat zet de zaak zo aan, laten we de discussie zakelijk houden. Deze aanloop wil ik nemen om haar van rebliek te dienen. Zij gaat geheel voorbij aan de intentie van Ereunao, zij leest zijn topics ook niet goed. Sabra kan jou niet overtuigen, de illsusie dat ik het wel zou kunnen heb ik ook niet.
Maar als Ereunao Ps. 44:23 citeert, en jij deze reactie geeft, dan snap je werkelijk niet waar het om gaat. De verbintenis tussen Yeshua en Zijn volk. Dan loopt er een lijn van Golgotha naar Auswitsch. Ereunao spreekt over een daarmee geeft hij aan dat hij aan het unieke van het offer van Christus niets wil afdoen. Maar degene die het verband niet ziet tussen Israël en zijn Messias is blind voor deze zaken, die klaar en helder in de Bijbel naar voren komen. Vooral in Jesaja zie je steeds die wisselwerking Het net als twee diaprojectoren, de beelden vloeien steeds over elkaar.
[Aangepast op 10/9/05 door Toeschouwer]
Maar als Ereunao Ps. 44:23 citeert, en jij deze reactie geeft, dan snap je werkelijk niet waar het om gaat. De verbintenis tussen Yeshua en Zijn volk. Dan loopt er een lijn van Golgotha naar Auswitsch. Ereunao spreekt over een daarmee geeft hij aan dat hij aan het unieke van het offer van Christus niets wil afdoen. Maar degene die het verband niet ziet tussen Israël en zijn Messias is blind voor deze zaken, die klaar en helder in de Bijbel naar voren komen. Vooral in Jesaja zie je steeds die wisselwerking Het net als twee diaprojectoren, de beelden vloeien steeds over elkaar.
[Aangepast op 10/9/05 door Toeschouwer]
In de eerste plaats wil ik je wijzen op de kanttekeningen van de Statenvertaling bij deze verzen en met name bij "tot het einde":Oorspronkelijk gepost door AfgewezenHoe lees jij dan 1 Thess. 2:14-16?Oorspronkelijk gepost door KlaioAFSCHUWELIJK deze opmerking!!! Dat je dit kunt neerschrijven. Hiervan lopen echt de koude rillingen door me heen. Dit komt op me over als: "Eigen schuld, dikke bult". Heb je Revius' gedicht weleens gelezen: Het zijn de joden niet, etc. En die man leefde eeuwen voor de Holocaust!Oorspronkelijk gepost door AfgewezenDan zie ik eerder een rechte lijn van: “Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen” , naar Auschwitz.Er loopt een rechte lijn van Golgotha naar Auswitz.
Citaat: tot het einde: of, ten uitersten. Dit wordt van sommigen verstaan van de zwakheid der straf, of des toorns Gods, die God zodanigen mensen hiernamaals pleegt over den hals te zenden; van anderen. wel zo bekwamelijk, van de gedurigheid dezer straf, of van den toorn Gods, welke dit hardnekkig geslacht der Joden is overkomen kort na dien tijd, wanneer God hen met het merendeel der anderen uit alle gewesten te Jeruzalem vergaderd door de Romeinen voorbeeldig heeft gestraft, en alzo uitgeroeid, dat zij nog geen volk meer zijn, maar verstrooid blijven onder alle volken, en in het algemeen verhard zijn in hunnen ongelovigheid; hetwelk de profetie van Daniel, Dan. 9:26, enz. en de woorden van Christus, Matth. 23:38, Ziet, uw huis wordt u woest gelaten, ook schijnen te bevestigen, gelijk ook Matth. 24:15; Luk. 21:20, enz. Enigen nemen dit woord einde voor het einde der wereld, alzo dat de toorn Gods van dit volk nimmermeer zou ophouden; doch dit strijdt tegen de belofte en voorzegging van den apostel Paulus, Rom. 11:25, enz. mitsgaders 2 Cor. 3:15, 2 Cor. 3:16 en andere plaatsen, waar de toekomende bekering van het volk der joden tot Christus wordt geprofeteerd.
Hoewel in de kanttekeningen helaas vaak de vervangingstheologie terug te vinden is, laten zij over de toekomstige bekering van Israel geen onduidelijkheid bestaan. Zie ook de kanttekening bij Romeinen 11 vers 26. Hiermee staan zij in de lijn van de latere Puriteinen en ten onzent van de mannen van de Nadere Reformatie.
Tot het einde kan ook betekenen: tot het einde van de bedeling der heidenen, zolang de bedekking die op het joodse volk ligt nog niet weggenomen is. Ten slotte betekent het woordje "einde" in de bijbel ook vaak "doel". Dan kunnen we het zo verstaan dat de toorn van God over de joden gekomen is vanwege hun verwerping van Christus om Gods plan, Zijn doel met de heidenen te volbrengen. De verwerping door de joden is immers tot onze zaligheid. Maar deze verharding duurt totdat de volheid der heidenen zal zijn ingegaan en alzo zal geheel Israel zalig worden.
We mogen deze twee gedeelten uit de brieven van Paulus niet tegen elkaar uitspelen. Paulus en de christenen in Thessalonika ondervonden de vervolging van de joden aldaar en Paulus had daar in zijn eertijds ook aan mee gedaan, en als de joden daarin volhardden dan zullen zij de toorn van God ondervinden. Paulus weet echter ook van een andere toekomst voor zijn broeders, de joden, van een geheimenis waarvan hij vele jaren later schrijft in de Romeinenbrief.
Klaio,
Zoals ik al eerder postte: wat je leest in 1 Thess. 2, is met name een weerlegging van het 'eigen-schuld-dikke-bult-argument' dat werd aangevoerd.
Ik weet dat de kantt. een bepaalde toekomst voor Israël als volk zien. Ik deel die visie niet.
[Aangepast op 12/9/05 door Afgewezen]
Zoals ik al eerder postte: wat je leest in 1 Thess. 2, is met name een weerlegging van het 'eigen-schuld-dikke-bult-argument' dat werd aangevoerd.
Ik weet dat de kantt. een bepaalde toekomst voor Israël als volk zien. Ik deel die visie niet.
Volgens mij heeft Afgewezen deze topic geopend...Afgewezen voelt zich gedrongen om te reageren.
[Aangepast op 12/9/05 door Afgewezen]
Ik las dezer dagen in het voorwoord van Da Costa bij de inleiding van zijn studie over de profetie een zeer trefendde passage:
. Ik zou niet weten, waarom het niet mogelijk ware voor Christus, zowel op aarde te regeren, als er op geleden te hebben. Men zegt: "Het kan niet." Doch waarom kan het niet? Wat zijn dat toch voor regels, die wij onszelf gesteld hebben? Denkt u welk ene plaats gij wilt, altijd zal er toch ene zetelplaats voor Christus moeten zijn, en waarom kan de aarde deze zetelplaats niet zijn? Neemt het koninkrijk en de regering van Christus op aarde weg, en gij verscheurt dertig, veertig hoofdstukken van de Schrift. Vergeestelijkt gij ze, dan strooit gij ze in de wind: maar volgt gij de Schrift, dan komt gij met haar aan het doel, waar zich het einde verbind met het begin. Als gij met Columbus de wereld omzeilt, keert gij nooit rugwaarts, maar zeilt gij altijd door, en keert op deze wijze terug naar het punt, vanwaar gij zijt uitgegaan. Hoe weerspannig is toch het menselijk verstand en hart tegen God! Er is een hijgen naar uitkomst, er zijn kreten van verlangen, er zijn barensweeën van een nieuwe geboorte, en nu God aan de wereld ene toekomst geeft zo heerlijk als er ooit gewenst kan worden, nu wil de mens haar niet hebben, maar vernietigt hij haar, door haar oneigenlijk gemeend, zinnebeeldig bedoeld, van enkel geestelijke strekking te verklaren.
Ik moet zeggen dat mij dit uit het hart gegrepen is
. Ik zou niet weten, waarom het niet mogelijk ware voor Christus, zowel op aarde te regeren, als er op geleden te hebben. Men zegt: "Het kan niet." Doch waarom kan het niet? Wat zijn dat toch voor regels, die wij onszelf gesteld hebben? Denkt u welk ene plaats gij wilt, altijd zal er toch ene zetelplaats voor Christus moeten zijn, en waarom kan de aarde deze zetelplaats niet zijn? Neemt het koninkrijk en de regering van Christus op aarde weg, en gij verscheurt dertig, veertig hoofdstukken van de Schrift. Vergeestelijkt gij ze, dan strooit gij ze in de wind: maar volgt gij de Schrift, dan komt gij met haar aan het doel, waar zich het einde verbind met het begin. Als gij met Columbus de wereld omzeilt, keert gij nooit rugwaarts, maar zeilt gij altijd door, en keert op deze wijze terug naar het punt, vanwaar gij zijt uitgegaan. Hoe weerspannig is toch het menselijk verstand en hart tegen God! Er is een hijgen naar uitkomst, er zijn kreten van verlangen, er zijn barensweeën van een nieuwe geboorte, en nu God aan de wereld ene toekomst geeft zo heerlijk als er ooit gewenst kan worden, nu wil de mens haar niet hebben, maar vernietigt hij haar, door haar oneigenlijk gemeend, zinnebeeldig bedoeld, van enkel geestelijke strekking te verklaren.
Ik moet zeggen dat mij dit uit het hart gegrepen is
Lezing Ds. Baruch Moaz.
Romans 9-11 : Peripheral or essential?
Romeinen 9-11 wordt door velen beschouwd als een probleem passage. Het is de verbinding tussen de hoofdstukken 1-8 en 12-16. Sommige exegeten beschouwen de hoofdstukken 9-11 als een ‘toevalligheid’. Anderen zien dit als een essentieel onderdeel voor de betekenis van de Romeinenbrief. Als Paulus zijn punt niet maakt in de hoofdstukken 9-11, doen de hoofdstukken 1-8 er ook niet meer toe. De hoofdstukken 9-11 bewijzen de waarheid van de hoofdstukken 1-8.
Ds. Moaz geeft eerst een overzicht van de hoofdstukken 1-8 en behandelt daarna de climax: Romeinen 9-11.
Romeinen 1: Alle mensen hebben gezondigd. In plaats dat de Schepper centraal staat, staat het schepsel centraal.
Romeinen 2:1-16: Jij, mens! Wie je ook bent, Je bent schuldig, zowel Jood als Heiden.
Romeinen 2:15: Het gaat om de waarheid die in het hart geschreven is.
Romeinen 2:17: Jood rust op de wet => voordeel.
Romeinen 2:23: Die roemt op de wet, onteert God door de wet te overtreden.
Zowel Joden als Heidenen hebben gezondigd. Besnijdenis heeft betekenis, maar bij overtreding van de wet is de besnijdenis, niet-besnijdenis geworden.
Romeinen 3:Wat is dan het voordeel van de besnijdenis?
- Gods woord.is hun toevertrouwd.
- Betrouwbaarheid gebaseerd op genade. (Faithfulness based on grace)
God is betrouwbaarheid wordt overvloediger door mijn leugen.
Romeinen 3:9: De wet spreekt tot degenen onder de wet. Zijn we beter? Ieder heeft gezondigd! Dit gaat tegen Joodse trots in. Ook tegen allerlei moderne (pseudo) theologie. Door de wet is er geen verlossing van zonde. Er is alleen een herkenning van zonde. De rechtvaardigheid is los van de wet, overeenkomstig de wet. Het is het hart van Gods waarheid. Rechtvaardigheid is onthuld los van de wet, niet tegengesteld, maar overeenkomstig de wet.
Bijzonder dat de heidenen ook in Jezus mogen geloven. Ook los van de wet overeenkomstig de wet. Er is geen onderscheid tussen Jood en Heiden. Gerechtvaardigd door het geloof.
Waarom de wet? Romeinen 3:31? De wet brengt alleen veroordeling, geen verlossing. Rechtvaardiging door het geloof: bevestiging van de wet.
David: Wat heeft David gedaan na zijn zonde? Hij bekeerde zich! Daarna haalt Paulus Psalm 32 aan. Hij gaat er vanuit dat de lezer deze achtergrond ook mee krijgt. Jood en Heiden, beide schuldig. Hebben we de wet nu afgeschaft? Wat is het verschil tussen Jood en Heiden? Abraham geloofde voor zijn besnijdenis. Abraham ontvangt teken van het geloof: besnijdenis. Vader van de onbesneden gelovigen. Niet door de wet, maar voor de wet en overeenkomstig de wet. Romeinen 4:13: Belofte niet op grond van besnijdenis, maar door de rechtvaardiging van het geloof.
Romeinen 5: Rechtvaardiging door het geloof. Wij, dat zijn allen die in Christus geloven, zowel Jood als Heiden. Genade is er niet aan het begin van het geloof, maar draagt ons naar Gods glorie! Genade die geloof geeft, brengt rechtvaardiging. Niet onze liefde voor God, maar Gods liefde voor ons. Niet de werken, maar genade. De wet is vervuld in Christus, vervuld in het werk van Christus.
Romeinen 5:12-21: ‘Mechanica’ van de zonde en verlossing. Hier legt Paulus de zonde en verlossing op een ‘technische’ manier uit.
Romeinen 6: Consequenties van een ware bekering (heiliging).
Vers 13: Gebruik uw leden niet als instrumenten der ongerechtigheid, maar als instrumenten van de gerechtigheid. Wat de wet niet kon door de zwakheid van de mens, doet God door Christus: het vervullen en bevestigen van de wet.
Romeinen 7: Een mens komt nooit uit Romeinen 7, voordat de dood ons wegneemt, of Christus terugkomt! Romeinen 7 wordt wel het derde gebruik van de wet genoemd. De wet die veroordeelt, maar als standaard voor de gelovige geldt (vers 15). Een Christen heeft een innerlijke liefde tot de wet (vers 22). Echter, in de mens is een andere wet: de wet van de zonde. Dit is een Christelijk dilemma. Christenen moeten dit meemaken. Als ze dit niet meemaken moeten ze zich afvragen of ze Christen zijn.
Gelukkig is er na Romeinen 7 ook Romeinen 8. Hoewel Romeinen 7 waar is, is er geen veroordeling. Een Christen neemt zijn schuld naar Jezus. Niemand is meer geschikt dan die niet waardig is. De Geest van Christus heeft mij bevrijd van de wet der zonde. God laat alle dingen meewerken ten goede. Er is een geestelijk mens nodig om de wet lief te kunnen hebben. Verlossing door het geloof, door genade van begin tot het einde.
Romeinen 9: Verlossing door genade, niet door werken. Is dit waar? Is Paulus bewering waar? Alleen verlossing door genade? Israël zondigde. Als God Israël verliet, verlaat hij iedereen van ons! Daarom is Romeinen 9-11 essentieel. Paulus zegt niet sorry voor Israël. Nee! Liever zelf zonder Christus, om zijn broederen te behouden. Is het een geestelijke Israël? Het herstelde Israël is hetzelfde als het gevallen Israël! God is niet onbetrouwbaar. Niet alles wat Israël heet, is Israël. Theorie van het overblijfsel. Niet de kinderen van het vlees zijn kinderen Gods, maar kinderen van de Geest. Het gaat om verkiezing. Dat gaat tegen de menselijke natuur in. De verkiezende reden ligt alleen in God. Vers 14-15: Gods recht om onderscheid te maken. Het gaat niet om werken van God, maar om Gods verkiezing. Heeft God niet het recht om één vat ter ere te maken en één ten oneer? Israël streefde naar een wet der rechtvaardiging. Israël stootte zich aan de steen des aanstoots. God heeft die steen neergelegd.
Romeinen 10. Niet door de wet maar overeenkomstig de wet. Als je gelooft, ben je gered (vers 9). Geen onderscheid tussen Jood en Heiden. Het is dezelfde Heere. Paulus past Romeinen 1-8 toe op Israël.
Romeinen 11: Paulus gaat terug naar Romeinen 1. Ze hadden het kunnen weten. Is het volk door God vergeten? Nee, want Paulus is ook een Jood en een bewijs dat God zijn volk niet vergeten is. Elia zei dat hij de enige overgebleven was. Maar wat zegt God: Er zijn nog 7000 anderen die hun knie niet gebogen hebben. Ook in deze dagen is er een restant overeenkomstig de genade. God gaf hen ogen om niet te zien (vers 8). Door hun (Israël) val, is de zaligheid ook voor de heidenen om de Joden tot jaloersheid te verwekken. De val van Israël is een rijkdom voor de heidenen. Hoeveel te meer zal hun volheid zijn (vers 12)? Deze status (de val van de Joden) is niet permanent. Paulus houdt gedurende de prediking onder de heidenen, de joden voortdurend in het oog om hen tot jaloersheid te verwekken. De olijfboom is Christus. Wees niet trots, maar vervuld met ontzag vanwege Gods goedheid. God is machtig om Israël weer in te enten in de olijfboom. Dit geeft ons hoop! God heeft een verbond met Israël! Niet had! Alleen overeenkomstig de genade zal heel Israël zalig worden. Velen zullen zalig worden. Zonder onderscheid.
Vers 36 is Paulus’ samenvatting van zijn begrijpen van het evangelie. Gods plan van redding loopt uit op Zijn glorie.
God heeft de Joden een Messias beloofd, niet de heidenen.
Romeinen 1:16: Eerst de Jood en ook den Griek.
Romans 9-11 : Peripheral or essential?
Romeinen 9-11 wordt door velen beschouwd als een probleem passage. Het is de verbinding tussen de hoofdstukken 1-8 en 12-16. Sommige exegeten beschouwen de hoofdstukken 9-11 als een ‘toevalligheid’. Anderen zien dit als een essentieel onderdeel voor de betekenis van de Romeinenbrief. Als Paulus zijn punt niet maakt in de hoofdstukken 9-11, doen de hoofdstukken 1-8 er ook niet meer toe. De hoofdstukken 9-11 bewijzen de waarheid van de hoofdstukken 1-8.
Ds. Moaz geeft eerst een overzicht van de hoofdstukken 1-8 en behandelt daarna de climax: Romeinen 9-11.
Romeinen 1: Alle mensen hebben gezondigd. In plaats dat de Schepper centraal staat, staat het schepsel centraal.
Romeinen 2:1-16: Jij, mens! Wie je ook bent, Je bent schuldig, zowel Jood als Heiden.
Romeinen 2:15: Het gaat om de waarheid die in het hart geschreven is.
Romeinen 2:17: Jood rust op de wet => voordeel.
Romeinen 2:23: Die roemt op de wet, onteert God door de wet te overtreden.
Zowel Joden als Heidenen hebben gezondigd. Besnijdenis heeft betekenis, maar bij overtreding van de wet is de besnijdenis, niet-besnijdenis geworden.
Romeinen 3:Wat is dan het voordeel van de besnijdenis?
- Gods woord.is hun toevertrouwd.
- Betrouwbaarheid gebaseerd op genade. (Faithfulness based on grace)
God is betrouwbaarheid wordt overvloediger door mijn leugen.
Romeinen 3:9: De wet spreekt tot degenen onder de wet. Zijn we beter? Ieder heeft gezondigd! Dit gaat tegen Joodse trots in. Ook tegen allerlei moderne (pseudo) theologie. Door de wet is er geen verlossing van zonde. Er is alleen een herkenning van zonde. De rechtvaardigheid is los van de wet, overeenkomstig de wet. Het is het hart van Gods waarheid. Rechtvaardigheid is onthuld los van de wet, niet tegengesteld, maar overeenkomstig de wet.
Bijzonder dat de heidenen ook in Jezus mogen geloven. Ook los van de wet overeenkomstig de wet. Er is geen onderscheid tussen Jood en Heiden. Gerechtvaardigd door het geloof.
Waarom de wet? Romeinen 3:31? De wet brengt alleen veroordeling, geen verlossing. Rechtvaardiging door het geloof: bevestiging van de wet.
David: Wat heeft David gedaan na zijn zonde? Hij bekeerde zich! Daarna haalt Paulus Psalm 32 aan. Hij gaat er vanuit dat de lezer deze achtergrond ook mee krijgt. Jood en Heiden, beide schuldig. Hebben we de wet nu afgeschaft? Wat is het verschil tussen Jood en Heiden? Abraham geloofde voor zijn besnijdenis. Abraham ontvangt teken van het geloof: besnijdenis. Vader van de onbesneden gelovigen. Niet door de wet, maar voor de wet en overeenkomstig de wet. Romeinen 4:13: Belofte niet op grond van besnijdenis, maar door de rechtvaardiging van het geloof.
Romeinen 5: Rechtvaardiging door het geloof. Wij, dat zijn allen die in Christus geloven, zowel Jood als Heiden. Genade is er niet aan het begin van het geloof, maar draagt ons naar Gods glorie! Genade die geloof geeft, brengt rechtvaardiging. Niet onze liefde voor God, maar Gods liefde voor ons. Niet de werken, maar genade. De wet is vervuld in Christus, vervuld in het werk van Christus.
Romeinen 5:12-21: ‘Mechanica’ van de zonde en verlossing. Hier legt Paulus de zonde en verlossing op een ‘technische’ manier uit.
Romeinen 6: Consequenties van een ware bekering (heiliging).
Vers 13: Gebruik uw leden niet als instrumenten der ongerechtigheid, maar als instrumenten van de gerechtigheid. Wat de wet niet kon door de zwakheid van de mens, doet God door Christus: het vervullen en bevestigen van de wet.
Romeinen 7: Een mens komt nooit uit Romeinen 7, voordat de dood ons wegneemt, of Christus terugkomt! Romeinen 7 wordt wel het derde gebruik van de wet genoemd. De wet die veroordeelt, maar als standaard voor de gelovige geldt (vers 15). Een Christen heeft een innerlijke liefde tot de wet (vers 22). Echter, in de mens is een andere wet: de wet van de zonde. Dit is een Christelijk dilemma. Christenen moeten dit meemaken. Als ze dit niet meemaken moeten ze zich afvragen of ze Christen zijn.
Gelukkig is er na Romeinen 7 ook Romeinen 8. Hoewel Romeinen 7 waar is, is er geen veroordeling. Een Christen neemt zijn schuld naar Jezus. Niemand is meer geschikt dan die niet waardig is. De Geest van Christus heeft mij bevrijd van de wet der zonde. God laat alle dingen meewerken ten goede. Er is een geestelijk mens nodig om de wet lief te kunnen hebben. Verlossing door het geloof, door genade van begin tot het einde.
Romeinen 9: Verlossing door genade, niet door werken. Is dit waar? Is Paulus bewering waar? Alleen verlossing door genade? Israël zondigde. Als God Israël verliet, verlaat hij iedereen van ons! Daarom is Romeinen 9-11 essentieel. Paulus zegt niet sorry voor Israël. Nee! Liever zelf zonder Christus, om zijn broederen te behouden. Is het een geestelijke Israël? Het herstelde Israël is hetzelfde als het gevallen Israël! God is niet onbetrouwbaar. Niet alles wat Israël heet, is Israël. Theorie van het overblijfsel. Niet de kinderen van het vlees zijn kinderen Gods, maar kinderen van de Geest. Het gaat om verkiezing. Dat gaat tegen de menselijke natuur in. De verkiezende reden ligt alleen in God. Vers 14-15: Gods recht om onderscheid te maken. Het gaat niet om werken van God, maar om Gods verkiezing. Heeft God niet het recht om één vat ter ere te maken en één ten oneer? Israël streefde naar een wet der rechtvaardiging. Israël stootte zich aan de steen des aanstoots. God heeft die steen neergelegd.
Romeinen 10. Niet door de wet maar overeenkomstig de wet. Als je gelooft, ben je gered (vers 9). Geen onderscheid tussen Jood en Heiden. Het is dezelfde Heere. Paulus past Romeinen 1-8 toe op Israël.
Romeinen 11: Paulus gaat terug naar Romeinen 1. Ze hadden het kunnen weten. Is het volk door God vergeten? Nee, want Paulus is ook een Jood en een bewijs dat God zijn volk niet vergeten is. Elia zei dat hij de enige overgebleven was. Maar wat zegt God: Er zijn nog 7000 anderen die hun knie niet gebogen hebben. Ook in deze dagen is er een restant overeenkomstig de genade. God gaf hen ogen om niet te zien (vers 8). Door hun (Israël) val, is de zaligheid ook voor de heidenen om de Joden tot jaloersheid te verwekken. De val van Israël is een rijkdom voor de heidenen. Hoeveel te meer zal hun volheid zijn (vers 12)? Deze status (de val van de Joden) is niet permanent. Paulus houdt gedurende de prediking onder de heidenen, de joden voortdurend in het oog om hen tot jaloersheid te verwekken. De olijfboom is Christus. Wees niet trots, maar vervuld met ontzag vanwege Gods goedheid. God is machtig om Israël weer in te enten in de olijfboom. Dit geeft ons hoop! God heeft een verbond met Israël! Niet had! Alleen overeenkomstig de genade zal heel Israël zalig worden. Velen zullen zalig worden. Zonder onderscheid.
Vers 36 is Paulus’ samenvatting van zijn begrijpen van het evangelie. Gods plan van redding loopt uit op Zijn glorie.
God heeft de Joden een Messias beloofd, niet de heidenen.
Romeinen 1:16: Eerst de Jood en ook den Griek.
Eeuwig duurt het langst...
Misschien begrijp ik je verkeerd Afgewezen, maar waarom is 1 Thess. 2:14-16 een weerlegging van het "eigen schuld dikke bult"-argument? Wil je misschien ook kort ingaan op wat ik met betrekking tot die pericoop ter sprake breng?Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Klaio,
Zoals ik al eerder postte: wat je leest in 1 Thess. 2, is met name een weerlegging van het 'eigen-schuld-dikke-bult-argument' dat werd aangevoerd.
Ik weet dat de kantt. een bepaalde toekomst voor Israël als volk zien. Ik deel die visie niet.Volgens mij heeft Afgewezen deze topic geopend...Afgewezen voelt zich gedrongen om te reageren.
[Aangepast op 12/9/05 door Afgewezen]
quote: Hoewel in de kanttekeningen helaas vaak de vervangingstheologie terug te vinden is,
. Een frappant voorbeeld hiervan geven de kanttekeningen van de Statenvertaling bij Joël 3:2, waar zij voor Jeruzalem de kerk leest en de Joden als de bitterste vijanden van de kerk de plaats van de daar genoemde heidenen innemen! En dat is hen niet kwalijk te nemen,iedere theoloog is een kind van zijn tijd,hoewel er ook in die tijd wel enkele theologen waren die hier anders over dachten en leerden,maar om dat nu nog vol te houden getuigt toch wel van een verbijsterende en hardnekkige verblindheid!
. Een frappant voorbeeld hiervan geven de kanttekeningen van de Statenvertaling bij Joël 3:2, waar zij voor Jeruzalem de kerk leest en de Joden als de bitterste vijanden van de kerk de plaats van de daar genoemde heidenen innemen! En dat is hen niet kwalijk te nemen,iedere theoloog is een kind van zijn tijd,hoewel er ook in die tijd wel enkele theologen waren die hier anders over dachten en leerden,maar om dat nu nog vol te houden getuigt toch wel van een verbijsterende en hardnekkige verblindheid!
Ik ben daar ook geweest maar ik heb hem niet horen zeggen dat de olijfboom Christus is. Maar dat kan wel komen doordat jij hem waarschijnlijk beter in het Engels heb kunnen volgen en ik het hoofdzakelijk met die gebrekkige en telkens haperende vertaling moest doen . Ik vond het eigenlijk niet meer dan een samenvatting van de geloofsleer zoals wij die elke zondag horen. over Rom.11 heeft hij bijna niets gezegd.Maar als hij dat gezegd heeft dan was dat tenminste nog iets bijzonders,want het beeld van de olijfboom wordt bijna altijd verkeerd uitgelegd en als Israël gezien, wat dannatuurlijk weer een bewijs voor de inenting van de kerk in Israël geldt En dat is m.i.net zo onbijbels als de vervangingstheologie
Paulus zegt hier heel duidelijk dat de Joden de Heere Jezus gedood hebben. Verder legt hij er de nadruk op dat zij ‘hun zonden vervullen zouden’, het oordeel der verharding dus. En tot slot zegt hij dan: ‘En de toorn is over hen gekomen tot het einde’. Er is een duidelijk verband tussen de zonde van de Joden en de toorn die over hen gekomen is.Misschien begrijp ik je verkeerd Afgewezen, maar waarom is 1 Thess. 2:14-16 een weerlegging van het "eigen schuld dikke bult"-argument? Wil je misschien ook kort ingaan op wat ik met betrekking tot die pericoop ter sprake breng?
Ik heb verder al iets over die pericoop gezegd in mijn antwoord aan Sabra. Inderdaad is 70 na Chr. een duidelijk oordeel over de Joden die Jezus verworpen en gedood hebben.
Maar kun je zeggen dat het oordeel daarmee uitgeput is? Zolang de joden als volk gaan in het voetspoor van hun vaderen (en dat ze dat doen, is duidelijk), denk ik dat het oordeel ook niet opgehouden is met de verwoesting van Jeruzalem. Zien wij in de holocaust geen vervulling van Deut. 28 bijvoorbeeld?
Overigens, voor alle duidelijkheid, ik zeg dit níet uit zelfverheffing tegenover de Joden. Voor ons als gelovigen uit de heidenen geldt nog altijd het woord van Paulus in Rom. 11: “Zijt niet hooggevoelende, maar vrees.”
Wat de exegese van Rom. 11:26 betreft: Ik geloof niet in een volksmatige bekering van Israël. Dit zou in tegenspraak zijn met wat Paulus zegt in het begin van zijn uiteenzetting in de hfdst. 9-11. Ik citeer verder dr. A. Maljaars, die zich diepgaand met deze materie heeft beziggehouden.
“Is het uit de profetieën niet duidelijk dat de Messiaanse beloften voor Israël zijn? En nu toont de apostel aan, dat hoewel vele Joden de Messias verwerpen, er toch geen sprake kan zijn van het ‘uitvallen’ van het Woord Gods. (…)
Volgt er dan: Want eenmaal zal geheel Israël tot bekering komen? Is dat Paulus’ verklaring voor het niet-uitvallen van het Woord van God? Geen sprake van! Integendeel zelfs; Paulus wijst ter verklaring van dit ‘probleem’ niet naar de toekomst waarin het dan anders zou gaan worden. Nee, hij wijst op zijn eigen tijd en zegt dat lang niet iedereen die bij het volk Israël hoort ook waarlijk Israël is.(…)
[A]ls nu aan het begin van Paulus’ gedachtegang over Israël door hem gezegd wordt dat het Woord van God niet uitgevallen is, ook al verwerpt het merendeel van de Joden Christus, hoe is het dan mogelijk dat aan het eind van hetzelfde betoog een precies tegenovergestelde conclusie getrokken wordt?(…)
Men denke zich nog eens in in welke omstandigheden Paulus dit alles schreef. Een goed decennium vóór de val van Jeruzalem in 70 n. Chr.!(…)
Paulus spreekt voortdurend over datgene wat in zijn tijd plaatsvindt. Velen realiseren zich dat ten enenmale niet (…) ‘Alzo is er dan ook in deze tegenwoordige tijd een overblijfsel geworden…’(…) ‘Zo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geworden, opdat door de u betoonde ontferming ook zij thans ontferming zouden vinden’ (NV). Tot tweemaal toe vindt men in vs 31 nadrukkelijk het woordje ‘nu’, ook als het gaat om de ontferming. Uit de SV blijkt dat niet, maar in het oorspronkelijke staat het er duidelijk zo.”