In de laatste aflevering van de Saambinder was er een vraag in over twijfel. Er wordt duidelijk uitgelegd dat het geen kenmerk van genade is want ook tijdelijk gelovigen en schijngelovigen kunnen twijfel kennen. Maar we lezen wel vele malen van twijfel in de leven van Gods kinderen. En onze Dordtse vaderen schreven in DL V, par 11: Ondertussen getuigt de Schrift dat de gelovigen in dit leven tegen onderscheiden twijfelingen des vleses strijden, en in zware aanvechting gesteld zijnde, dit volle betrouwen des geloofs en deze zekerheid der volharding niet altijd gevoelen. Maar God, de Vader aller vertroosting, laat hen boven hetgeen zij vermogen niet verzocht worden, maar geeft met de verzoeking ook de uitkomst; en wekt in hen de verzekerdheid der volharding door den Heiligen Geest wederom op.Zeeuw schreef: ↑Gisteren, 12:10Ja, dat kan hij mooi zeggen he. Ik hoorde ooit een preek waarin hij (vergelijkbaar) zei: 'stel dat je zoon nu steeds aan je komt vragen 'ben je echt mijn vader?', dat vinden we raar, terwijl we dit wel vaak naar de Heere doen'.Refojongere schreef: ↑13 sep 2025, 21:38De uitspraak die ik aanhaalde was van ds. R. van Kooten die in een preek zei dat het wel heel ongezond is dat als een man met een vrouw is getrouwd dat die vrouw dan vaak zegt: Houdt hij wel van mij? Of andersom: Hou ik van hem? Zou die man dan niet heel verdrietig hiervan worden?
Ik vond dat wel verfrissend. Christus vertroostte niet alleen de zwakgelovigen, maar bestrafte ook het ongeloof van de kleingelovigen. Beide is nodig.
Ik vindt dat oppervlakkige uitspraken niet veel helpen op dit gebied. Hier moet ook gesepareerd worden in de prediking.