Psalm schreef: ↑06 dec 2023, 19:41
Ja, maar ds. van den Brink en ds. L. Blok zijn beiden verschillend en interpreteren dat zinnetje op dezelfde manier. Daarnaast interpreteer ik het ook zo, dus als al drie mensen het op dezelfde manier interpreteren, is het waarschijnlijker dat jij er naast zit.
Dat lijkt me niet. Gewoon simpelweg omdat Boston zelf in de inhoud van zijn bijlslagen zelf een bepaalde lijn uiteenzet. Nemen we bijvoorbeeld de eerste bijlslag:
Wanneer de Geest des Heeren in een persoon begint te werken om hem tot Christus te brengen, dan vindt Hij hem in een Laodicese toestand. Hij is vast in slaap, zich niet bewust van enig gevaar en hij droomt van de hemel en de gunst Gods, hoewel hij vol zonde is tegen de Heilige Israëls: "Gij weet niet, dat gij zijt ellendig en jammerlijk en arm en blind en naakt" (Openbaring 3:17). Daarom werpt de Geest enige lichtstralen in de duistere ziel en Hij laat de mens zien dat hij een verloren mens is, als hij geen nieuw blad opslaat en zich geen nieuwe levenswijze eigen maakt. Zo wordt er door de Geest des Heeren, Die handelt als de Geest der dienstbaarheid, een gerechtshof opgericht in het binnenste van de mens, waar hij wordt aangeklaagd, beschuldigd en veroordeeld wegens het verbreken van de wet Gods. Hij wordt overtuigd van zonde, en van gerechtigheid (Johannes 16:8). En nu kan hij niet langer gerust slapen in zijn vroegere levenswijze. Dit is de eerste slag die de rank krijgt om haar af te snijden.
Wanneer Boston dan aan het eind de conclusie trekt dat een mens per definitie afgebroken wordt, dan veronderstelt hij dat dit het bijbelse onderwijs is dat erbij hoort. Daar zijn dan uitzonderingen op, maar dit is de hoofdlijn. Nu, daar staan tamelijk pittige elementen. Hij beleeft weliswaar geen 'afsnijdingservaring', maar slapen kan hij er niet van. De overtuiging vind ook plaats in het 'binnenste van de mens', maar dat is een punt wat dr. Van den Brink nu juist graag wil omzeilen.
Gaat hij dan vervolgens over op het inenten van de stam in Christus, dan is de conclusie:
Nu is de rank ingeënt in Jezus Christus, en zoals de wet in de hand van Gods Geest het werktuig was om de rank van de natuurlijke stam af te snijden, zo is het Evangelie in de hand van dezelfde Geest, het instrument om haar in te enten in de bovennatuurlijke stam, l Johannes 1:3:
Ook hier wordt gewoon bevestigd dat de oude mens afgesneden wordt.
Goed, nu dr. Van den Brink. Hij stelt ook een ja, met een voorwaarde:
Ja, als we daarmee bedoelen dat wij diep doordrongen moeten zijn dat de wet zonder Evangelie op geen enkele manier ons kan helpen.
Wat hier gebeurt is dat de wet losgekoppeld wordt van een overtuiging die door de wet in de mens gewerkt wordt. De wet leert de mens dat hij zichzelf niet kan verlossen. Dr. Van den Brink maakt ervan dat de wet ons leert dat we niet zonder het Evangelie geholpen wordt. Waarom wordt dat persoonlijke element eruit gehaald? Hij kijkt als een toeschouwer naar het functioneren van de wet en van het Evangelie, maar hij doet dat niet door het op de mens te betrekken. Die hoeft niets te beleven. Maar dan heb je wel een mooie theologie en visie op de prediking, maar daar red je geen verloren zondaren mee zolang die hun verlorenheid niet leren erkennen.
Hij stelt ook:
Dan nu de vraag: schrijft Boston deze twaalf toestanden als verplichte ervaringen en belevingen voor? Moet je een moment kennen dat je denkt verloren te gaan, zonder zicht op Christus? Het antwoord is nadrukkelijk “nee!” Eenvoudigweg al, omdat Boston expliciet zegt dat hij zijn overzicht niet oplegt en voorschrijft. Wat hij doet is dat hij allerlei uitwerkingen die de wet op diverse mensen heeft, in een bepaalde logische orde heeft geplaatst, zonder te zeggen dat elk mens alle twaalf de stadia beleeft
Wat Boston doet is een Bijbelse lijn schetsen, van hoe die mensen die stadia op enig moment wél beleven. 12 lange paragraven lang. En nee, dat is geen verplicht nummertje, maar dat is wel bijbels en pastoraal heel erg herkenbaar. Iets niet voorschrijven, betekent bij Boston niet dat iets geen Bijbelse papieren heeft.
Ik krijg ook flash-back naar de uit-en-te-treuren verwijzing naar het stuk der bekering van Brakel waarin hij ook iets schrijft ter nuancering ('mocht u weg hier niet beschreven worde, troost u met de gedachte dat enz'). Dat wordt ook altijd ter nuancering aangedragen, maar het grote probleem is dat de kernmerken van de bekering die Brakel eerst schrijft, niet of nauwelijks functioneren in het leven van het geloof. Dan krijg je dus pleisters uitgereikt voor mensen die niet eens meer ziek zijn. Dan relativeren we de inhoud van de wedergeboorte terwijl er geen mensen meer zijn die onder de last van de wedergeboorte leven.