PvS schreef:Is hier iemand in het bezit van het "Godzalig dagboek en verborgen leven voor den Heere der huisvrouw van Cornelis Edema"? Door de religieuze overredingskracht van deze vrouw bezweek Eva van der Groe, die haar bekering in 1735 beleefde. Theodorus van der Groe zou pas later volgen.
Ik heb er het volgende over gelezen:
Het is een vrij zeldzaam bevindelijk werk uit de kring van zgn. thuislezers.
Ik lees ergens op een boekhandelwebsite:
Godzalig dagboek en verborgen leven voor den Heere der huisvrouw van Cornelis Edema,
Geertje Raaphorst gewoond hebbende te Mesech, waar de troon des Satans is. Met voorwoord van Jan Boot te Delft.
ALBLASSERDAM, De Bie, 1898. 339 blz. Org. halfleren band 4o. Vrij zeldzaam bevindelijk werk
uit de kring van zgn. thuislezers.
(Het is bekend dat Jan Boot een thuislezer was, maar daarmee is niet gezegd dat het alleen in de kring van thuislezers dit dagboek bekend zou zijn)
Wie was de huisvrouw van Cornelis Edema?
Ik heb er het volgende van gelezen:
Volgens dr. F. Van Lieburg is dat Geertje Raaphorst (1700-1776),
en dat van haar dit dagboek is overgeleverd en later gedrukt in 1898.
Hij meent dat Geertje Raaphorst (1700-1776) dezelfde is als de huisvrouw van Cornelis Edema,
omdat in het dagboek aan ds. Van der Groe wordt gerefereerd.
De naam van Theodorus van der Groe is ongetwijfeld bekend.
We zullen in het kort iets van deze belangrijke theoloog schetsen.
Hij leefde in de achttiende eeuw en wel van 1705 tot 1784.
Van 1730 tot 1740 was hij Gereformeerd predikant te Rijnsaterwoude, daarna diende
hij tot aan zijn overlijden in 1784 de gemeente Kralingen.
Halverwege zijn ambtsbediening in zijn eerste gemeente Rijnsaterwoude is hem
het grootste wonder te beurt gevallen dat een mens kan overkomen: in 1735 is hij bekeerd.
Een Godzalige vrouw uit de omgeving, waarschijnlijk Geertje Raaphorst, is hier het middel toe geweest.
Zij beluisterde onder de preken, een onbekeerde Van der Groe,
en gevoelde zich gedwongen de pastorie te Rijnsaterwoude te bezoeken.
Zij wees er met ernst op dat hij zich bedroog op weg naar de eeuwigheid en alleen een denkbeeldige Christus kende.
De oprechte en getrouwe waarschuwing van deze Geertje Raaphorst droeg vrucht.
Als eerste is zus Eva middels deze vrouw in het hart gegrepen en vervolgens is Theodorus zelf tot God bekeerd.
Dat gebeurde in de herfst van 1735.