Gelezen, gedacht, gehoord... [1]

[Tiberius]

Zie mijn eerdere posting in dit topic.

Wat je vaak ziet, is dat kinderen in het spoor doorgaan of nog erger van hun ouders. Daarom worden ze gestraft in de onderstaande voorbeelden.

Eén ding is denk ik in ieder geval duidelijk: als mensen terugkeren tot God, ondanks wat hun vaderen gedaan hebben of nog doen, dan zullen ze genade ontvangen. De andere kant ook: als mensen van God afwijken, ondanks dat hun ouders godvrezende mensen zijn, dan zullen ze gestraft worden.

Verder moet je onderscheid maken tussen straf en beproeving.
Job werd beproefd, hoewel zijn vrienden dachten dat het een straf van God was. Het is voor ons lang niet altijd mogelijk om te zeggen of iets een straf is of een beproeving; dat ben ik wel met Refo eens.

[jakobmarin]

Zie mijn eerdere posting in dit topic.

Wat je vaak ziet, is dat kinderen in het spoor doorgaan of nog erger van hun ouders. Daarom worden ze gestraft in de onderstaande voorbeelden.

Eén ding is denk ik in ieder geval duidelijk: als mensen terugkeren tot God, ondanks wat hun vaderen gedaan hebben of nog doen, dan zullen ze genade ontvangen. De andere kant ook: als mensen van God afwijken, ondanks dat hun ouders godvrezende mensen zijn, dan zullen ze gestraft worden.

Verder moet je onderscheid maken tussen straf en beproeving.
Job werd beproefd, hoewel zijn vrienden dachten dat het een straf van God was. Het is voor ons lang niet altijd mogelijk om te zeggen of iets een straf is of een beproeving; dat ben ik wel met Refo eens.

Wat je hier schrijft is prachtig, maar ik zie niet in waarom dit niet zou stroken met Peels' uitleg over "een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, en aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten".

[Tiberius]

Voornamelijk dit zinnetje: "Dus niet in de tijd, maar waar de zonde begaan is, daar zal God ook de straf geven."
Daar strookt het niet; het heeft ook geen Bijbelse grondslag.
Dus als Peels dat zegt (ik kan het niet vinden in het boek), is dat zijn eigen uitleg.

[jakobmarin]

Voornamelijk dit zinnetje: "Dus niet in de tijd, maar waar de zonde begaan is, daar zal God ook de straf geven."
Daar strookt het niet; het heeft ook geen Bijbelse grondslag.
Dus als Peels dat zegt (ik kan het niet vinden in het boek), is dat zijn eigen uitleg.

WAAROM vind dat dit niet strookt?

[Tiberius]

Voornamelijk dit zinnetje: "Dus niet in de tijd, maar waar de zonde begaan is, daar zal God ook de straf geven."
Daar strookt het niet; het heeft ook geen Bijbelse grondslag.
Dus als Peels dat zegt (ik kan het niet vinden in het boek), is dat zijn eigen uitleg.

WAAROM vind dat dit niet strookt?

Omdat het tegen de Bijbel is.

[eilander]

Voornamelijk dit zinnetje: "Dus niet in de tijd, maar waar de zonde begaan is, daar zal God ook de straf geven."
Daar strookt het niet; het heeft ook geen Bijbelse grondslag.
Dus als Peels dat zegt (ik kan het niet vinden in het boek), is dat zijn eigen uitleg.

WAAROM vind dat dit niet strookt?

Omdat het tegen de Bijbel is.

Ik meen toch dat er niet zo'n tegenstelling is als dat er wordt gesuggereerd.

Met "waar de zonde begaan is" wordt naar mijn mening bedoeld: in de "leefgemeenschap", destijds een aantal geslachten bij elkaar, wordt de zonde die begaan is, gestraft. Dat is geen plaatsaanduiding!
Als Tiberius dat dus uitlegt als dat het zou betekenen: "na de zonde wegwezen, dan krijg je geen straf", dan klopt dat niet. Ook in zo'n geval ben je mede betrokken geweest in de zonde en zal er straf volgen.

Ik denk eigenlijk dat deze uitleg behoorlijk aansluit bij: kinderen die in het spoor van hun ouders zondigen, worden gestraft. De kinderen die dat niet doen, zullen gezegend worden.

[Simon]

Mijn geloof heeft geen mystieke verhaaltjes of wonderlijke zaken nodig om te funktioneren.

Maar kennelijk ook Gods Woord niet, daar je grote delen van het Oude Testamenten buiten spel zet.

Verkondigen wij het oude of het nieuwe?
Ds Buys:
Het „manco” van de prediking heeft alles te met de voorgangers zelf, is de overtuiging van ds. Buijs. „We zijn toch predikers van het Nieuwe Testament? Aan de Heilige Schrift kan het niet liggen. Ligt er bij ons een deksel op ons aangezicht?”

[Tiberius]

Mijn geloof heeft geen mystieke verhaaltjes of wonderlijke zaken nodig om te funktioneren.

Maar kennelijk ook Gods Woord niet, daar je grote delen van het Oude Testamenten buiten spel zet.

Verkondigen wij het oude of het nieuwe?
Ds Buys:
Het „manco” van de prediking heeft alles te met de voorgangers zelf, is de overtuiging van ds. Buijs. „We zijn toch predikers van het Nieuwe Testament? Aan de Heilige Schrift kan het niet liggen. Ligt er bij ons een deksel op ons aangezicht?”

Beide; zowel het Oude als het Nieuwe Testament.

[TSD]

Mijn geloof heeft geen mystieke verhaaltjes of wonderlijke zaken nodig om te funktioneren.

Maar kennelijk ook Gods Woord niet, daar je grote delen van het Oude Testamenten buiten spel zet.

Verkondigen wij het oude of het nieuwe?
Ds Buys:
Het „manco” van de prediking heeft alles te met de voorgangers zelf, is de overtuiging van ds. Buijs. „We zijn toch predikers van het Nieuwe Testament? Aan de Heilige Schrift kan het niet liggen. Ligt er bij ons een deksel op ons aangezicht?”

Beide; zowel het Oude als het Nieuwe Testament.

Jawel, maar het Oude met de uitleg van het Nieuwe! Doordat wij het Nieuwe Testament kennen zijn onze predikanten in staat om het Oude beter uit te leggen. Wat Ds. Buys volgens mij bedoelt is dat alle predikers nu ook de vervulling preken. Met alleen het Oude Testament kan dat niet, maar wel met het Oude én het Nieuwe.

Het Nieuwe Testament vervangt het oude niet, het is een uitlegger daarvan!

[Tiberius]

Jawel, maar het Oude met de uitleg van het Nieuwe! Doordat wij het Nieuwe Testament kennen zijn onze predikanten in staat om het Oude beter uit te leggen. Wat Ds. Buys volgens mij bedoelt is dat alle predikers nu ook de vervulling preken. Met alleen het Oude Testament kan dat niet, maar wel met het Oude én het Nieuwe.

Het Nieuwe Testament vervangt het oude niet, het is een uitlegger daarvan!

Eens met deze aanvulling.
Als alleen het Oude Testament gepreekt wordt, krijg je een joodse preek.

[Fjodor]

Jawel, maar het Oude met de uitleg van het Nieuwe! Doordat wij het Nieuwe Testament kennen zijn onze predikanten in staat om het Oude beter uit te leggen. Wat Ds. Buys volgens mij bedoelt is dat alle predikers nu ook de vervulling preken. Met alleen het Oude Testament kan dat niet, maar wel met het Oude én het Nieuwe.

Het Nieuwe Testament vervangt het oude niet, het is een uitlegger daarvan!

Eens met deze aanvulling.
Als alleen het Oude Testament gepreekt wordt, krijg je een joodse preek.

Dat denk ik niet. Het nieuwe verbond is ook onder het oude testament (zoals in onze bijbelverdeling) vervat. De Joden willen dat echter niet zien.

[J.C. Philpot]

Beide; zowel het Oude als het Nieuwe Testament.

Helemaal mee eens. Het Oude Testament moet ook aan de orde komen, vanuit de vervulling in het Nieuwe Testament.

De apostelen citeren in de Nieuw Testamentische brieven meer Oude Testament dan onze hedendaagse predikanten.

[eilander]

Beide; zowel het Oude als het Nieuwe Testament.

Helemaal mee eens. Het Oude Testament moet ook aan de orde komen, vanuit de vervulling in het Nieuwe Testament.

De apostelen citeren in de Nieuw Testamentische brieven meer Oude Testament dan onze hedendaagse predikanten.

Hand. 8:35 "....en beginnende van diezelfde Schrift, verkondigde hem Jezus."
"Diezelfde Schrift" was in dit geval Jesaja.

[-DIA-]

Ik las net een stukje dat me wel trof.
Misschien dat meerdere mensen het ook eens willen lezen,
het is niet zonder lering.
-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.

ER STAAT TOCH NIET ALLES IN

Het is al bijna 30 jaar gelden, dat de Heere één van onze oude geoefende leraars wegnam, en opnam uit de strijdende in de triomferende kerk. Algemeen was hij geacht en bemind. Na zijn dood verscheen er een levensbeschrijving van hem, waarin hij op zeer eenvoudige wijze verhaalde de weg, die de Heere met hem gehouden had, persoonlijk en ambtelijk.

Een boekverkoper kwam op zekere dag met dat boek bij een andere leraar, die de plaats van de ontslapen leraar had ingenomen. De karakters van die twee leraren verschilden zeer veel. Allen, die ze beiden gekend hebben, kunnen zich dat nog wel herinneren.
De eerste leraar waarover ik schreef, was zo kalm en bedaard, doch die tweede leraar was vaak erg kort, en wat kon hij toch pittige uitdrukkingen doen. Hij kon, zoals men dat wel eens zegt, de spijker op de kop slaan.
Ik herinner me nog altijd, dat een leraar, die in 1928 te Veenendaal overleed, en in wiens gezelschap ik ook als student vaak verkeren mocht, eens van hem zei: Hij kijkt scheel de wereld in, maar recht in je hart. (Hij had namelijk maar één goed oog.)

Maar nu terug naar die ontmoeting van die boekverkoper met die leraar. Die leraar liet het voorkomen, alsof hij niet zoveel belang toonde bij het uitgegeven werk. Het was niet zo bedoeld, maar hij zei tegen die boekverkoper: 'Je kunt het wel mee terug nemen'. 'Wat', zo riep die man, 'ik dacht dat u altijd zulk een grote achting en liefde voor die leraar had?'
'Och ja', was het antwoord, 'ik zal het wel nemen, maar er staat toch niet alles in'. Of die man het begrepen heeft of niet, dat weet ik niet, maar vaak heb ik gedacht, en later nog veel meer dan toen, wat was dat toch een veelbetekende uitdrukking. Wat een ware uitdrukking.

Welke bekeringsgeschiedenis ge ook ter hand neemt, het is inderdaad waar, al is het nog zo getrouw meegedeeld, toch staat er niet alles in. Als er alles moest instaan, zouden er niet veel exemplaren verkocht worden. Werkelijk, het kan niet alles op papier gezet worden. Alle dingen stichten niet. Er kan soms wel eens wat beschreven worden, maar alles, dat is onmogelijk. Allen die geen vreemdeling zijn van het leven Gods, kennen dat bij eigen ervaring.
Wat brengt de Heere Zijn volk vaak in diepten en afgronden. De diepten des satans, de diepten der zonde, de diepten van de vijandschap, de diepten van het verderf, de diepten van de aanvechtingen van de vorst der duisternis, van de verbergingen en verlatingen Gods.

Het is in dezen als eenmaal met de bloedvloeiende vrouw. De Heere Jezus vroeg aan Zijn discipelen: Wie heeft Mij aangeraakt? En het antwoord van de discipelen was: De schare verdringt U. Alsof zij wilden zeggen: Wie kan daar nu een antwoord op geven? Maar twee waren er die het wisten, dat was de Heere Jezus Zelf en die vrouw.
Hier is het hetzelfde, God weet het, omdat Hij alwetend is en alles van eeuwigheid in Zijn ondoorgrondelijke raad is opgenomen en vastgelegd. Het worst immers alles door God bepaald en bestuurd. Hij laat Zijn volk niet verzocht worden boven vermogen. Maar dat volk weet het ook, omdat zij het persoonlijk doorleven.

Van Paulus lezen wij in 2 Korinthe 12:4, dat hij opgetrokken was in het Paradijs, en gehoord had onuitsprekelijke woorden, die het een mens niet geoorloofd is te spreken. Het kon door Paulus ook niet beschreven worden. Daar waren geen woorden voor.
Ook lezen wij in Gods Woord, dat Christus na Zijn opstanding van Simon gezien is; doch een nadere beschrijving van wat daar heeft plaats gehad kunnen wij ook nergens vinden.
Dat het volzalige openbaringen en verschijningen zijn geweest, daar kunnen wij wel iets van gevoelen. Het gaat alle beschrijving te boven. Zulke zaken behoren wel tot de zeldzaamheden, als in het leven van Paulus en Petrus, maar toch, wat de eigenschappen betreft, een elk en een ieder van dat volk, in wier hart de gebaande wegen zijn, mag toch smaken, dat de Heere goed is.

Johannes op Patmos mocht als dood aan de voeten van de Heere Jezus vallen, en ook hij was niet bekwaam om mee te delen wat er toen in zijn hart is omgegaan. Het zijn voorproeven en voorsmaken van wat het eenmaal in de heerlijkheid zijn zal. Och, hadden wij er maar meer van!
Maar het is ook de Heere Jezus bekend hoe lusteloos en behoefteloos dat wij daar heen gaan. Wij moeten onszelf ook te dien opzichte zo vaak veroordelen, omdat wij ons niet recht veroordelen kunnen.
Ook anderzijds heeft er zoveel plaats uit- en inwendig, dat ook niet aan 'de pers' overgegeven kan worden. Wie zal de afdwalingen verstaan? Reinig mij van mijn verborgen zonden. Er is naar Job 26:6, geen deksel voor het verderf. Arglistig is het hart, ja dodelijk, wie zal het kennen? En zegt de Waarheid het ook niet, dat niemand weet wat in de mens is, dan de geest des mensen, die in hem is? Ook horen wij Job zeggen in hoofdstuk 23 vers 2: Mijn plage is zwaar boven mijn zuchten.

Wij kunnen het zelfs tegen onze dierbaarste betrekkingen en bijzonderste vrienden niet alles zeggen, wat er plaats heeft. Soms zouden wij het wel willen, om het hart eens te ontlasten, dat er eens niets meer bedekt bleef, maar hoe zal een mens er aan beginnen?
Soms mag dat volk aan de Heere alles vertellen. David zegt in Psalm 119: Ik heb U mijn wegen verteld. De Heere wekt er Zijn volk toe op in Psalm 62 vers 9: Stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht.

En wat heeft het menigmaal hun ziel ontlast en verruimd. Maar tegen menen zeggen, of het in een boek schrijven, dat is onmogelijk.
Daarom, wat is die uitdrukking waar: Er staat toch niet alles in. Wat zal ik er nog aan toevoegen? Het zijn uitdrukkingen en zaken, die door velen niet meer verstaan worden, en daarom… veracht worden.
Doch indien wij tot dezulken behoren, dan is er wel reden om te vrezen, dat wij vreemdelingen zijn van het leven Gods. En zo wij van dat bevindelijke leven geen kennis krijgen, tussen de wieg en het graf, dan zal het vreselijk zijn om te vallen in de handen van de levende God.

Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige en waarachtige God en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt, Johannes 17:3. Er is veel bevinding, die de toets van Gods Woord niet kan doorstaan. Alles wat niet gegrond en gefundeerd is op het eeuwige Woord van God, zal geen dageraad hebben. Ook met een overgenomen en gestolen bevinding zullen wij God niet kunnen ontmoeten. De zuivere bevinding is die bevinding, die Gods Woord tot richtsnoer heeft, en wat een vrucht is van de onderwijzingen van de Heilige Geest in ons hart.
De verborgenheden des Heeren zijn voor degenen, die Hem vrezen, en dat gaat niet buiten ons om. Wat zal er veel wegvallen, waar wij mee gepocht hebben. Ook alles waarin en waarmee wij onszelf bedoeld hebben, zal als kaf verbranden, alleen wat van God is zal overblijven.

In de dag des oordeels zullen de boeken geopend worden door Hem, aan Wie de Vader al het oordeel gegeven heeft. Maar ook Gods volk zal eeuwig zingen van de wegen des Heeren, omdat de heerlijkheid des Heeren groot is; en ik denk ook van datgene wat hier nooit uitgedrukt of beschreven kon worden.
Hier zijn de gedachten zo vaak vermenigvuldigd, de strijd zo zwaar geweest, en de afgronden zo diep, zichzelf zo tegengevallen, zo vaak besloten, dat zij niet konden uitkomen; maar daar zijn alle raadsels opgelost, daar alle duisternissen voor eeuwig weggenomen, en God alles in allen.

De Heeren mocht deze enkele regels om Zijns Zelfs wil nog zegenen voor dat zo menigmaal gejaagde en geplaagde volk, dat zo vaak als een onverklaarbaar raadsel voor zichzelf zwerft over de aarde… Met de hypocrieten loopt het niet vast, maar Gods arme volk zit gedurig maar verward in de struiken. En… zij moeten er telkens uit geholpen worden.
Het ongeloof is vaak zo sterk en de twijfel zo groot, maar hun Verlosser is sterk, HEERE der heirscharen is Zijn Naam. Christus is die Held, bij Wie hulp besteld is, en machtig om te verlossen. Hij heeft de strijd gewonnen, en in Zijn overwinning ligt de zegepraal van de Kerk voor eeuwig gewaarborgd. Straks zal eeuwige blijdschap op hun hoofden zijn, en treuring en zuchting zullen voor eeuwig wegvlieden.
Van Christus staat ook niet alles beschreven, alles wat Hij gedaan heeft, naar Johannes 21 vers 25. Hij heeft veel meer gedaan dan dat ons bekend en geopenbaard is.
En daar kan ook wel onder geschaard worden, de Goddelijke ondersteuningen en bewaringen in die bange tijden, wat nooit door dat volk genoemd of beschreven is. God houdt door Zijn kracht Zijn volk in stand.

O, dat onze ziel mocht opwassen, meer en meer, in de kennis en in de genade van de Heere Jezus Christus, en dat Hij Hem mocht verheffen als het hoogste van onze blijdschap, Hem, Die Zijn volk een oorzaak geworden is der eeuwige zaligheid. Vertroost elkander met deze woorden.

Wijlen ds. W.C. Lamain

[Mara]

Mooi DIA!
Ter overdenking...