memento schreef:Samenkomst heeft in het Nederlands een fysieke component, je komt fysiek samen. Ontmoeting overstijgt dat. Zo spreken we over Gods-ontmoeting, niet van "samenkomst van God en mens". Juist daarom, zou ik hier pleiten voor "tent van ontmoeting", omdat het heel duidelijk gaat om méér dan alleen het samenkomen van mensen, maar om de ontmoeting met God.
Ik kan me daar niet zo in vinden, omdat in het Hebreeuws die fysieke component er helemaal niet in ligt. In het Hebreeuwse woord ligt veel meer het aspect van gestructureerd, gepland in tijd. Dit woord wordt namelijk ook gebruikt in zinsnedes die vertaald worden met "op gezette tijden", etc.
Hoe het ook zij, het is wel een interessant woord, wat Afgewezen hier ter sprake brengt.
De HSV vertalen het inderdaad vaak met ontmoeting en de SV met samenkomst. Echter niet altijd.
Zie bijvoorbeeld Job 30:23 en de noot van herzieners:
"Want ik weet dat U mij naar de dood brengt, en naar de verzamelplaats (*) voor alle levenden."
(*): "verzamelplaats - Letterlijk: huis van ontmoeting"
Ze lopen hier tegen de grens aan van het woord "ontmoeting".
Wat ik wel heel merkwaardig vind, is het volgende. Wanneer de statenvertalers kiezen voor het synoniem "bijeenkomst", gebruiken de herzieners wel het woord "samenkomst" (Jes 33,20, Klaagliederen 1:15, Zefanja 3:18).
Ook hier is het mij een raadsel, waarom de HSV voor een ander woord kiest.
Alleen in Hosea 12:10 vertalen ze hetzelfde als de statenvertalers, wat dan op zichzelf ook weer vreemd is. Het gaat daar over het wonen in tenten, zoals "in de dagen der samenkomst", een verwijzing naar de tent der samenkomst. Die verwijzing is in de HSV dus niet meer aanwezig.