Twee bijzondere preken gehoord. De middagdienst is zeer het beluisteren waard.
Tekst 2 Petrus 1:10 en 11
10 Daarom, broeders, benaarstigt u te meer , om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen.
11 Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker , Jezus Christus.
De weg naar de volle zekerheid:
1. Een tweevoudig geheim : Roeping en verkiezing.
2. een tweevoudige roeping : Benaarstigen en vastmaken.
3. een tweevoudige vrucht: Nimmermeer struikelen en ingang in het eeuwig Koninkrijk.
1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim. 2 Verlos mij, o God! want de wateren zijn gekomen tot aan de ziel. 3 Ik ben gezonken in grondeloze modder, waar men niet kan staan; ik ben gekomen in de diepten der wateren, en de vloed overstroomt mij. 4 Ik ben vermoeid van mijn roepen, mijn keel is ontstoken, mijn ogen zijn bezweken, daar ik ben hopende op mijn God. 5 Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven.
Een lijdenspsalm
1. De strijd van David.
2. De worsteling van Christus.
3. De vijandschap tegen Christus.
De strijd van David
Dat psalmenboek is een gids op het levenspad, tot vermaning tot vertroosting voor alle situatie heeft het onderwijs. Een psalm voor de opperzangmeester, de psalm werd gezongen in de tempel, er werd naar geluisterd om eruit te leven.
Psalmen 69, 22 en 110 zijn de meest geciteerde psalmen in het Nieuwe Testament. Altijd in verband met Christus en Zijn lijden. David is hier in psalm 69 aan het woord. Het stijgt er echter boven uit, het gaat in deze psalm over Christus. Christus is hier in het Oude Testament al aan het woord. Calvijn zegt over deze psalm; David zingt door de mond van Christus.
Deze psalm is vol van Christus, waar moet ik beginnen, waar eindigen? Bijvoorbeeld vers 10. Johannes beschrijft in zijn evangelie de tempelreiniging. Daar wordt deze psalm geciteerd. Christus veegt het tempelplein schoon van alle offerdieren, er blijft maar 1 offerdier over, Christus zelf. Hij zal verteerd worden.
Maar eerst David aan het woord. Een psalm op Schoschannim. Dat betekent op de leliën. Waarschijnlijk op melodie van een lied dat gaat over leliën of begint met leliën. Maar… leliën…. Denk eens aan het Hooglied: lelie der dalen / als een lelie tussen de doornen. Dat is een beeld van het volk van God te midden van de wereld, een lelie tussen de doornen. Een treffend opschrift voor deze psalm, het geeft precies de kern weer.
David voelt zich wegzinken, het water sluit boven hem, hij dreigt te stikken. Hij raakt de bodem, die is van zuigende modder. Hij schreeuwt tot de Heere, hij schreeuwt zijn stem hees en hij hoopt op de Heere. Dat is de hoogste geloofsdaad, hopen op God. Hij blijft uitkijken, zijn ogen zijn ervan ontstoken. Waarom komt er geen antwoord? God antwoordt op Zijn tijd en op Zijn wijze. Soms is het alsof de Heere niet hoort. Toch komt er antwoord, vaak onverwacht. Dat is om het geloof te beproeven, te volharden. David zegt; hopende op MIJN God. Wat is dat een rijkdom in diepste nood. Wat is de wereld dan arm!
Wat is er eigenlijk aan de hand in Davids leven? Hij heeft een veelbewogen leven gehad en het zou in meerdere situaties geschreven kunnen zijn. Of is het een samenvatting als David zijn leven overziet?
In vers 6 zien we dat hij er mee voor God mag komen. Hij zegt: als er schuld en dwaasheid bij mij is dan weet U dat Heere. Waarom die haat van zijn vijanden? Dat is vanwege Uw naam. Ik heb geijverd voor Uw huis. Geijverd om het volk bij Uw dienst te houden. Geijverd om de ark in Jeruzalem te krijgen, geijverd om de tempel te bouwen. Daar heb je Davids nood. Is dat herkenbaar in uw leven? Davids lijden is het lijden/worstelen van de kerk/elke gelovige. Aan de ene kant de ijver voor Uw dienst maar als je oog in oog met God staat zie je je eigen dwaasheid en schuld. Is dat uw strijd? Die strijd, zoals Paulus zegt, tussen geest en vlees.
Ik sprak met iemand over deze dingen en las in zijn ogen; zielepiet. Hij zei; “waar maak je je druk om dominee, de oude mens is gekruisigd op Golgotha.” Dat is mij te goedkoop hoor vriend. Ik heb er mee te strijden met de oude mens die zo vaak springlevend is. Maar dan mag je ook rusten in die dierbare Borg.
Fijn dat er zoveel jeugd is. Er worden veel avonden voor de jeugd gehouden. Daar horen ze vaak dat ze getuigen van Christus moeten zijn. Getuige op je werk, getuige in de trein. Daar word je ook doodmoe van! Nee, het is een belofte. Je moet leven zoals het hoort, dan hoef je niks te zeggen. Het is een belofte dat het aan je gezien wordt en je dan getuige bent. Dan krijg je vanzelf haat, zonder oorzaak. Je ziet het ook in de maatschappij. Die haat, dat is je eremedaille, de hoogste medaille die je kunt hebben. Christus haalt in het Nieuwe Testament vers 5 aan; ze hebben Mij zonder oorzaak gehaat.
De worsteling van Christus
In Hebreen 5 wordt Christus de Hogepriester genoemd. Die eer heeft Hij niet zichzelf gegeven. Wie heeft dat gedaan? De Vader zegt dat met woorden uit de psalmen (psalm 2 en 110). Je ziet daar dat de Vader door de psalmen zegt dat Christus de Hogepriester is. Zul je bij de psalmen leven? In Hebreeën 5 vers 7 zie je psalm 69 terug: bidden, smeken, sterk roepen. Alle golven zijn over Christus heen gekomen. Wanneer is dat begonnen? Bij Zijn komst in de wereld was als wegzinken in het water. Hij kwam in het water van de zondige wereld. Hij voelde de verleiding en macht van de zonde. Hij is in alles verzocht. Hij is staande gebleven. Hoe? Door gebed; schreeuwen, smeken. Christus werd gedoopt. Johannes wilde dit aanvankelijk niet maar Jezus moest in alle dingen gelijk worden. Hij zonk weg in het water. Hij is ondergegaan in de wateren van Gods toorn. Hij stierf erin. Maar Hij is opgestaan als overwinnaar. Het leven is vaak vol moeite en zorgen. Word je moedeloos, zie op deze Borg die eerst de wateren is ingegaan en heeft overwonnen en de grond is geworden voor onze zaligheid.
Kent u dat in uw leven, zalig te moeten worden maar niet zalig te kunnen worden? Te moeten sterven maar niet te kunnen sterven? Het voelen van de majesteit Gods, alle golven alle baren van Gods toorn over je heen? Als je dan eens je oog op Hem mag slaan die eerst is ondergegaan! Wat word je dan eenvoudig zalig! Christus alleen. Hij de dood, ik het leven. Het is Jezus alleen!
De vijandschap tegen Christus
Een psalm van David, maar in de eerste plaats een psalm van Christus en daarom van David. Vers 5 heeft Christus ervaren. Alles wat Hij deed was borgtochtelijk. Gelijk bij Zijn geboorte hebben ze Zijn dood gezocht, de kindermoord in Bethlehem. Aanvankelijk had Hij vele volgelingen maar ze zijn allemaal afgevallen. De Farizeeën haten Hem. Tot in de kring van Zijn discipelen toe wordt Hij gehaat. Hij wordt voor een paar centen verraden door Judas. Bij Zijn veroordeling treden valse getuigen op. Hij zwijgt. Als wij voor Gods rechterstoel staan komen er geen valse getuigen, dan is alles waar en onweerlegbaar. Dan is het niet zonder oorzaak. Wat is de diepste aard van de zonde? Dat is vijandschap tegen God. Ongeloof zit er vol van. Christus draagt het allemaal en gaat er in onder. Ik voor u. Ziet U Hem voor u in psalm 69 in al Zijn dierbaarheid?
Wat moet je doen om zalig te worden? Ik zal het zeggen, maar ik moet oppassen wat ik zeg want in een gemeente kwam een echtpaar heel trouw maar toen ik dit had gezegd kwamen ze nooit meer, maar ik zeg het toch maar weer: je wordt zalig met je armen over elkaar! Kom maar met je schuld, kom maar met je ongeloof, kom maar met je vijandschap. Want Hij heeft gezwegen, Hij is weggezonken. Dan kunnen wij heilig voor God staan door Hem. Bedek je schuld dan niet, alles is tegen u. Rust in Christus. Zo niet, besef dan dat het vijandschap is! Haast u dan! Kom nou maar, rust in die Borg. O, ik nodig u nog één keer uit. Is er één echte reden om buiten Christus te blijven? Nou, u zwijgt. Die is er niet. Haast u dan, kom herwaarts tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven. Amen.
Rijke preek! Toen ons dochtertje van 7 naar bed ging zei ze: mooie preek hè, helemaal over de Heere Jezus
(en ik vond nog wel dat ze vreselijk zat te wiebelen...)
Biddag:
's avonds wezen shoppen.
Ds. B. Labee geweest
Het ging over Gen. 18 - over de rechtvaardigen in Sodom
Reden tot het gebed / Vorm van het gebed / Kracht van het gebed / Vrucht van het gebed
Ps. 113:1-4
Matt 26:17-30
Ps. 116:1-9-11
Ps .117
Ps. 118:13
Punten:
1. Het eten van het pascha
2. Het zingen van de lofzang
3. Het uitgaan naar de hof.
Matt 26:30
En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar den Olijfberg.
1.
De nacht ‘in welken Hij verraadden werd’ breekt aan.
De opperzaal is een zaal op het dak dak.
Door de man met een kruik water op z’n hoofd vinden de dicipelen een opperzaal, helemaal klaar voor het gebruik van het pascha. Er waren drie bekers bij het pascha. De 1ste van de beker van de dankzegging. Daarna werd er gegeten van de bittere kruiden en het lam. Een van de kinderen moest vader vragen waarom deze avond anders was dan andere avonden. Daarom verhaalde Jezus alles aan Zijn discipelen. Onder het pascha werd ook het groot hallel gezongen. (ps. 113-118)
Als eerst werden de eerste twee psalmen van het hallel gezongen voor de koeken werden gegeten. Bij dit moment stond Judas op en ging weg.
Daarna dankt Jezus nog een keer. Het brood verdeeld Hij over de discipelen. Dit was iets nieuws, de discipelen waren verbaasd. Het brood noemt Hij Zijn lichaam, de wijn noemt Hij Zijn bloed. Dit pascha was het laatste pascha.
2.
Op dit moment is Judas buiten in Jeruzalem. Hij doet zijn werk,. Na de maaltijd zingen Jezus en de discipelen ps .115-118, de lofzang van het hallel. Ps. 115: Hij is Mijn schild, ps. 116: God heb ik lief. Na ps. 117 en 118 staan Jezus en de discipelen op en gaan naar buiten.
3.
De discipen waren verbaasd dat ze naar buiten gingen. Dat was ongebruikelijk. Bij het 1ste pascha mocht niemand naar buiten, de verderfsengel ging immers rond. Maar Jezus ging naar buiten om die engel te ontmoeten, Hij gaat naar het kruis.
Op straat verteld Hij hun over de ranken en de Landman. En Hij bidt. Dan gaan ze verder. Ze gaan de berg niet op. Jezus laat Zijn discipelen achter en gaat met Johannes, Petrus en Jakobus verder. Maar daar spreekt de tekst nu niet over. Jezus zong lofzangen, ondanks alles wat Hem te wachten stond.
Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben. (Joh 8:12b)
Net terug van de begrafenis van mijn tante.
Het is geen zondgsdienst
Geen gewone weekdiesnst
Een rouwdienst
Toch mocht het even goed zijn in de kerk
Ds. sprak over de woorden uit Johannes 19:4 (laatste gedeelte) Zie de mens
Indringend en ernstig.
Aan het graf heel presoonlijk tot mijn oom
De woorden uit Psalm 71 Verwerp mij niet in den tijd des ouderdoms; verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat.
We moeten ons niet alleen in God verblijden om wat we van Hem ontvangen hebben en nog dagelijks ontvangen,
maar ook om wat Hij beloofd heeft en wat we nog van Hem hopen te ontvangen.
Gezegende zondag. "Met mijn zuchten en mijn zorgen, niet verborgen. Daar Gij alles ziet en weet."
Morgendienst over Lukas 23: 28
En Jezus, Zich tot haar kerende, zeide: Gij dochters van Jeruzalem! weent niet over Mij, maar weent over uzelven, en over uw kinderen.
's Middags over Genesis 28: 15
En zie, Ik ben met u, en Ik zal u behoeden overal, waarheen gij trekken zult, en Ik zal u wederbrengen in dit land; want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben, hetgeen Ik tot u gesproken heb.
Het waren woorden van blijde troost en vrêe.
Met veel blijdschap en verwondering in de kerk mogen zitten.
Dat is mooi! Vers 1 of 4, of 23? Nou ja, het is allemaal de Waarheid tenslotte.
Jezus was dus een onaantrekkelijke bebaarde man met een slecht figuur, vaak ziek, mensen verachtten Hem en keken weg,
vers 2 en 3 zijn best belangrijk.(vraag me af hoe de rkk-ers iedere keer weer prentjes en tekeningen produceren van een aantrekkelijke man)
Maar dat terzijde.
“Wij prediken tot mensen alsof zij zich ervan bewust zijn stervende zondaars te zijn; dat zijn zij niet; zij hebben een goede tijd, en ons spreken over wedergeboren worden ligt op een domein waarvan zij niets weten. De natuurlijke mens wil niet wedergeboren worden”.
- Oswald Chambers -
