Ik snap je punt, maar volgens mij ligt er in Hebr. 5:14 echt een ander accent. Het gaat daar over rijpere gelovigen die door oefening leren onderscheiden wat goed en kwaad is, en wat gezonde of ongezonde leer is. Dat is wat anders dan het hart of de zaligheid van iemand beoordelen – dat weet de Heere alleen (1 Sam. 16:7). Aan de vruchten kun je soms wel iets zien (Matt. 7:16), maar het laatste oordeel over wie een kind van God is, ligt niet bij ons.GG links schreef: ↑Gisteren, 22:09Dat ligt toch echt dicht bij elkaar naar mijn mening.Marijn_M schreef: ↑Gisteren, 21:56Begrijp niet helemaal wat je zegt. Hebr. 5:14 gaat niet over het doorzien van iemands zaligheid. Het gaat over onderscheiding van goed en kwaad, van gezonde en valse leer, van wat naar Christus wijst of niet. Dat is heel iets anders dan oordelen of iemand een kind van God is.
Maar als je in een omgeving leeft waar gauw over een andere gelovige geoordeeld wordt denk je misschien dat het dicht bij elkaar ligt.
Ik leef niet in zo'n omgeving. Dus ligt het voor mij veel verder uit elkaar.