Gelezen, gedacht, gehoord...

Gebruikersavatar
Auto
Berichten: 4533
Lid geworden op: 22 feb 2002, 20:01

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Auto »

Gebruikersavatar
refo
Berichten: 24600
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door refo »

Wandelende schreef:
Wet en Evangelie schreef:
Delftenaar schreef:En op ruim 3000 leden is die 80 niet veel.
Inderdaad. Ik heb geen cijfers van voorgaande jaren bij de hand, maar hoe was het toen?
De 'bevolkingsgroei' van de GGiN Barneveld bedroeg 2,15%.
De gemiddelde bevolkingsgroei in Nederland in 2017 was 0,57%.

Dat zijn slechts twee feiten.
Geestelijke groei (verticaal in diepte en hoogte) is echter belangrijker dan groei in ledenaantallen (horizontaal).
En de gemiddelde groei van de GGiN is 0,09% in ons land.
Gebruikersavatar
Jeremiah
Berichten: 1539
Lid geworden op: 25 mar 2016, 12:43

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Jeremiah »

KOM TOT MIJ

Er staan in de Bijbel veel liefelijke nodigingen voor zondaren. Toch heb ik deze nodiging vaak het liefelijkst gevonden: Ik ben de Deur, indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden (Joh. 10:9). Sommige nodigingen zijn gericht tot dorstigen, of tot belasten, of tot gevangenen. Maar deze nodiging lijkt mij het liefelijkste, want er staat: 'Indien iemand.' Er staat niet: Indien een dorstige, een vermoeide, een belaste Maar: Indien iemand (...) ingaat, die zal behouden worden. Christus' deur staat voor iedereen open, hoe uw leven of uw karakter ook mag zijn. Zijn deur staat open voor arme mensen. 'De armen wordt het Evangelie verkondigd.

Robert Murray McCheyne
Bertiel
Berichten: 5657
Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
Locatie: bertiel1306@gmail.com

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Bertiel »

Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
-DIA-
Berichten: 33842
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door -DIA- »

Zondag vroeg ds. zich af of wij de Bijbelse wedergeboorte nog verstaan,
zoals die wordt omschreven in de Dordtse Leeregels.
Ik geloof ook dat dit wonder heel weinig meer wordt verstaan.
Dit is te merken aan allerlei reacties, en wat je her en der leest en hoort.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Gebruikersavatar
liz boer
Berichten: 2989
Lid geworden op: 18 jun 2018, 15:31

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door liz boer »

-DIA- schreef:
Zondag vroeg ds. zich af of wij de Bijbelse wedergeboorte nog verstaan,
zoals die wordt omschreven in de Dordtse Leeregels.
Ik geloof ook dat dit wonder heel weinig meer wordt verstaan.
Dit is te merken aan allerlei reacties, en wat je her en der leest en hoort.
Daar heb je gelijk in DIA, ik denk dat niemand het begrijpt!
Jij niet en ik niet.
Zo God voor ons is, wie kan tegen ons zijn?
-DIA-
Berichten: 33842
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door -DIA- »

liz boer schreef:
-DIA- schreef:
Zondag vroeg ds. zich af of wij de Bijbelse wedergeboorte nog verstaan,
zoals die wordt omschreven in de Dordtse Leeregels.
Ik geloof ook dat dit wonder heel weinig meer wordt verstaan.
Dit is te merken aan allerlei reacties, en wat je her en der leest en hoort.
Daar heb je gelijk in DIA, ik denk dat niemand het begrijpt!
Jij niet en ik niet.
Dat is ook de reden dat een volk (het klein getal der vromen, dat steeds minder wordt, zie Psalm 12)
dat het nog wel verstaat afraad om op internet te gaan.
Waarschuwend: Als je Gods volk daar tegen komt, doe ze dan de groeten. Begrijpen we de zorgen?
Tevens is het een struikelblok voor hen die menen dat het nu anders gaat of kan gaan.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Gebruikersavatar
liz boer
Berichten: 2989
Lid geworden op: 18 jun 2018, 15:31

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door liz boer »

-DIA- schreef:
liz boer schreef:
-DIA- schreef:
Zondag vroeg ds. zich af of wij de Bijbelse wedergeboorte nog verstaan,
zoals die wordt omschreven in de Dordtse Leeregels.
Ik geloof ook dat dit wonder heel weinig meer wordt verstaan.
Dit is te merken aan allerlei reacties, en wat je her en der leest en hoort.
Daar heb je gelijk in DIA, ik denk dat niemand het begrijpt!
Jij niet en ik niet.
Dat is ook de reden dat een volk (het klein getal der vromen, dat steeds minder wordt, zie Psalm 12)
dat het nog wel verstaat afraad om op internet te gaan.
Waarschuwend: Als je Gods volk daar tegen komt, doe ze dan de groeten. Begrijpen we de zorgen?
Tevens is het een struikelblok voor hen die menen dat het nu anders gaat.
Misschien begrijpt Gods volk er het minste van.
Het is namelijk onbegrijpelijk.
Van dood levend worden!
Een nieuwe gehoorzaamheid!
Vergeving van zonden!
Het is net zo verwonderlijk als het dal dorre doodsbeenderen, ze waren zeer dor. Dan gebeurd dat Wonder...
Zo God voor ons is, wie kan tegen ons zijn?
-DIA-
Berichten: 33842
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door -DIA- »

Dit is de oude gereformeerde omschrijving betreffende de wedergeboorte, of eigenlijk de katholieke omschrijving, of een zeer duidelijke omschrijving, waarvan de mens van nature en vooral de remonstrant niet wil weten en ook niet kan verstaan:

De mens is van den beginne naar het beeld Gods geschapen, versierd in zijn verstand met ware en zalige kennis van zijn Schepper en van andere geestelijke dingen; in zijn wil en hart met gerechtigheid; in al zijn genegenheden met zuiverheid; en is overzulks geheel heilig geweest. Maar door het ingeven des duivels, en zijn vrijen wil van God afwijkende, heeft hij zichzelven van deze uitnemende gaven beroofd, en heeft daarentegen in de plaats van die over zich gehaald blindheid, schrikkelijke duisternis, ijdelheid en verkeerdheid des oordeels in zijn verstand; boosheid, wederspannigheid en hardigheid in zijn wil en hart; mitsgaders ook onzuiverheid in al zijn genegenheden.

Zodanig als nu de mens geweest is na den val, zodanige kinderen heeft hij ook voortgebracht, namelijk hij, verdorven zijnde, verdorvene; alzo dat de verdorvenheid, naar Gods rechtvaardig oordeel, van Adam op al zijn nakomelingen , uitgenomen alleen Christus, gekomen is, niet door navolging, gelijk eertijds de Pelagianen gedreven hebben, maar door voortplanting der verdorven natuur.

Overzulks zo worden alle mensen in zonde ontvangen, en als kinderen des toorns geboren, onbekwaam tot enig zaligmakend goed, geneigd tot kwaad, dood in zonden en slaven der zonde. En willen en kunnen tot God niet wederkeren, noch hun verdorven natuur verbeteren, noch zichzelven tot de verbetering daarvan schikken, zonder de genade des wederbarenden Heiligen Geestes.

Wel is waar dat na den val in den mens enig licht der natuur nog overgebleven is, waardoor hij behoudt enige kennis van God, van de natuurlijke dingen, van het onderscheid tussen hetgeen betamelijk en onbetamelijk is, en ook betoont enige betrachting tot de deugd en tot uiterlijke tucht. Maar zo ver is het vandaar, dat de mens door dit licht der natuur zou kunnen komen tot de zaligmakende kennis Gods, en zich tot Hem bekeren, dat hij ook in natuurlijke en burgerlijke zaken dit licht niet recht gebruikt; ja veel meer het, hoedanig het ook zij, op onderscheiden wijze geheel bezoedelt en in ongerechtigheid ten onder houdt; en dewijl hij dit doet, zo wordt hem alle verontschuldiging voor God benomen.

Gelijk het met het licht der natuur toegaat, zo gaat het ook in dezen toe met de wet der tien geboden, van God door Mozes den Joden in het bijzonder gegeven. Want nademaal deze de grootheid der zonde wel ontdekt en den mens meer en meer van zijn schuld overtuigt, doch het herstellingsmiddel daartegen niet aanwijst, noch enige krachten toebrengt om uit deze ellendigheid te kunnen geraken, en omdat zij alzo, door het vlees krachteloos geworden zijnde, den overtreder onder den vloek blijven laat, zo kan de mens daardoor de zaligmakende genade niet verkrijgen.

Hetgeen dan noch het licht der natuur noch de wet doen kan, dat doet God door de kracht des Heiligen Geestes, en door het woord of de bediening der verzoening, welke is het Evangelie van den Messias, waardoor het God behaagd heeft de gelovige mensen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, zalig te maken.

Deze verborgenheid van Zijn wil heeft God in het Oude Testament aan weinigen ontdekt, doch in het Nieuwe Testament , het onderscheid der volken nu weggenomen zijnde, heeft Hij haar aan meer mensen geopenbaard. Van welke onderscheiden uitdeling de oorzaak niet moet gesteld worden in de waardigheid van het ene volk boven het andere, of in het beter gebruik van het licht der natuur, maar in het gans vrije welbehagen en de onverdiende liefde Gods; waarom ook diegenen, wien buiten, ja tegen alle verdiensten zo groot een genade geschiedt, haar met een nederig en dankbaar hart moeten erkennen, maar in de anderen, wien deze genade niet geschiedt, moeten zij met den apostel de gestrengheid en rechtvaardigheid van Gods oordelen aanbidden en die geenszins curieuslijk onderzoeken.

Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord wat Hem aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen, en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven.

Dat er velen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, niet komen en niet bekeerd worden, daarvan is de schuld niet in het Evangelie, noch in Christus, door het Evangelie aangeboden zijnde, noch in God, Die door het Evangelie roept, en Zelf ook dien Hij roept onderscheiden gaven mededeelt; maar in degenen, die geroepen worden; van dewelken sommigen, zorgeloos zijnde, het woord des levens niet aannemen; anderen nemen het wel aan, maar niet in het binnenste huns harten, en daarom is het, dat zij, na een kortstondige blijdschap van het tijdgeloof, wederom terugwijken; anderen verstikken het zaad des Woords door de doornen der zorgvuldigheden en wellusten der wereld, en brengen geen vruchten voort; hetwelk onze Zaligmaker leert in de gelijkenis van het zaad , Matth. 13,.

Maar dat anderen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, komen en bekeerd worden, dat moet men den mens niet toeschrijven, alsof hij zichzelven door zijn vrijen wil zou onderscheiden van anderen, die met even grote of genoegzame genade tot het geloof en de bekering voorzien zijn , hetwelk de hovaardige ketterij van Pelagius stelt,; maar men moet het Gode toeschrijven, Die, gelijk Hij de Zijnen van eeuwigheid uitverkoren heeft in Christus, alzo ook dezelfden in den tijd krachtiglijk roept, met het geloof en de bekering begiftigt, en uit de macht der duisternis verlost zijnde, tot het Rijks Zijns Zoons overbrengt, opdat zij zouden verkondigen de deugden Desgenen, Die hen uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, en opdat zij niet in zichzelven, maar in den Heere zouden roemen, gelijk de apostolische schriften telkens getuigen.

Voorts, wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen, die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelfden wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.

En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift , die van den Auteur van deze werking is ingegeven,, in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden; alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.

De wijze van deze werking kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomenlijk begrijpen; ondertussen stellen zij zich daarin gerust, dat zij weten en gevoelen, dat zij door deze genade Gods met het hart geloven, en hun Zaligmaker liefhebben.

Zo is dan het geloof een gave Gods; niet omdat het aan den vrijen wil des mensen van God wordt aangeboden, maar omdat het den mens metterdaad wordt medegedeeld, ingegeven en ingestort; ook niet daarom, dat God alleen de macht om te geloven zou geven, en daarna de toestemming of het daadwerkelijk geloven van den vrijen wil des mensen verwachten; maar omdat Hij, Die daar werkt het willen en het werken, ja alles werkt in allen, in den mens teweegbrengt beide, den wil om te geloven en het geloof zelf.

Deze genade is God aan niemand schuldig; want wat zou Hij schuldig zijn dengenen, die Hem niets eerst geven kan, opdat het hem vergolden worde? Ja, wat zou God dien schuldig zijn, die van zichzelven niet anders heeft dan zonde en leugen? Diegene dan, die deze genade ontvangt, die is Gode alleen daarvoor eeuwige dankbaarheid schuldig, en dankt Hem ook daarvoor; diegene, die deze genade niet ontvangt, die acht ook deze geestelijke dingen gans niet en behaagt zichzelven in het zijne; of, zorgeloos zijnde, roemt hij ijdellijk dat hij heeft hetgeen hij niet heeft. Voorts, van diegenen die hun geloof uiterlijk belijden en hun leven beteren, moet men naar het voorbeeld der apostelen het beste oordelen en spreken; want het binnenste des harten is ons onbekend. En wat aangaat anderen, die nog niet geroepen zijn, voor dezulken moet men God bidden, Die de dingen die niet zijn, roept alsof zij waren; en wij moeten ons geenszins tegenover hen verhovaardigen, alsof wij onszelven uitgezonderd hadden.

Doch gelijk de mens door den val niet heeft opgehouden een mens te zijn, begiftigd met verstand en wil, en gelijk de zonde, die het ganse menselijk geslacht heeft doordrongen, de natuur des mensen niet heeft weggenomen, maar verdorven en geestelijker wijze gedood; alzo werkt ook deze Goddelijke genade der wedergeboorte in de mensen niet als in stokken en blokken, en vernietigt den wil en zijn eigenschappen niet, en dwingt dien niet met geweld zijns ondanks, maar maakt hem geestelijk levend, heelt hem, verbetert hem, en buigt hem tegelijk lieflijk en krachtiglijk; alzo dat, waar de wederspannigheid en tegenstand des vleses tevoren ten enenmale de overhand had, daar nu een gewillige en oprechte gehoorzaamheid des Geestes de overhand begint te krijgen; waarin de waarachtige en geestelijke wederoprichting en vrijheid van onzen wil gelegen is. En tenware dat die wonderbaarlijke Werkmeester alles goeds in dezer voege met ons handelde, de mens zou ganselijk geen hoop hebben van uit den val te kunnen opstaan door zijn vrijen wil, waardoor hij zichzelven toen hij nog stond, in het verderf heeft gestort.

Gelijk ook die almachtige werking Gods, waardoor Hij dit ons natuurlijk leven voortbrengt en onderhoudt, niet uitsluit, maar vereist het gebruik der middelen, door welke God naar Zijn oneindige wijsheid en goedheid deze Zijn kracht heeft willen uitoefenen; alzo is het ook dat de voormelde bovennatuurlijke werking Gods, waardoor Hij ons wederbaart, geenszins uitsluit noch omstoot het gebruik des Evangelies, hetwelk de wijze God tot een zaad der wedergeboorte en spijze der ziel verordineerd heeft. Daarom dan, gelijk de apostelen en de leraars die hen zijn gevolgd, van deze genade Gods het volk godzaliglijk hebben onderricht, Hem ter eer, en tot nederdrukking van allen hoogmoed des mensen, en ondertussen nochtans niet hebben nagelaten, hen door heilige vermaningen des Evangelies te houden onder de oefening des Woords, der Sacramenten en kerkelijke tucht; alzo moet het ook nu verre vandaar zijn, dat diegenen, die anderen in de gemeente leren, of die geleerd worden, zich zouden vermeten God te verzoeken door het scheiden dier dingen, die God naar Zijn welbehagen heeft gewild dat te zamen gevoegd zouden blijven. Want door de vermaningen wordt de genade medegedeeld; en hoe vaardiger wij ons ambt doen, des te heerlijker vertoont zich ook de weldaad Gods, Die in ons werkt, en Zijn werk gaat dan allerbest voort. Welken God alleen toekomt, zo vanwege de middelen, als vanwege de zaligmakende vrucht en kracht daarvan, alle heerlijkheid in der eeuwigheid.
Amen.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Gebruikersavatar
liz boer
Berichten: 2989
Lid geworden op: 18 jun 2018, 15:31

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door liz boer »

Ik denk dat we langs elkaar heen praten.
De wedergeboorte is niet te begrijpen omdat het van boven komt.
Omdat het van beneden af onmogelijk is.
Omdat het een heel groot wonder is
Zo God voor ons is, wie kan tegen ons zijn?
Gebruikersavatar
AnJa
Berichten: 225
Lid geworden op: 17 jul 2018, 08:14

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door AnJa »

Thomas Boston:

" Christus sprak: "Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle
creaturen. Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden;
maar die niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden" (Mark. 16: 15, 16).
Hiervan zegt de apostel tot de stokbewaarder te Filippi: "Gelooft in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis" (Hand. 16: 31). Iedere dienaar van Christus mag dat zeggen tot ieder mens. God zegt het tot iedereen tot wie Zijn Woord komt. Als ik niet geloof dat Hij bekwaam en gewillig is om mij zalig te maken en dat Hij Zichzelf mij aanbiedt, zondig ik tegen Christus en ben ik nog een ongelovige.
Want het aanbod is algemeen en komt tot ons allen (Jes. 5: 1, Openb. 3: 20). Als
iemand van u het wel gelooft voor alle andere mensen en niet voor zichzelf, maakt hij God tot een leugenaar.
God zegt dat het aanbod geldt voor allen die het Evangelie horen. Maar u spreekt het tegen door te zeggen dat het aanbod niet aan u wordt gedaan.
Dat Christus niet gewillig is de uwe te zijn. Welke weldaad kan een mens ontvangen door een algemene belofte, of aanbod der genade van God of mens, als hij die zichzelf niet toeëigent?
Een koning biedt opstandelingen gratie aan, maar zij weigeren die aan te nemen.
Een van hen zegt: "O, maar het is voor de anderen en niet voor mij. Ik zal het niet wagen om uit mijn schuilhoek te komen".
Is dat niet een beledigen van de koning,
een weigeren van vrijspraak en minachten van het aanbod? Hoe is het mogelijk dat
iemand de zaligheid kan aannemen, ontvangen en er op rusten, als hij niet een
persoonlijke toepassing maakt op de belofte van het Evangelie?
Het aannemen moet noodzakelijk gegrond zijn op het aanbod, en het kan niet ruimer zijn dan het aanbod is. Als ik niet geloof,
dat Christus Zich mij aanbiedt in het Evangelie, kan ik het niet aannemen, ontvangen en omhelzen, noch in Hem rusten.
Waarin gaat ons geloven van de belofte van het Evangelie het geloof der duivelen te boven, als het niet leidt tot de toepassing ervan op onszelf? De duivelen geloven de bedreigingen Gods en zij sidderen (Jak. 2: 19). Zij geloven dat God trouw is aan Zijn Woord en daarom beven ze, in de verwachting van hetgeen Hij heeft gedreigd. En zij weten dat dezelfde getrouwe God Die de beloften toegezegd heeft, ook de bedreigingen gegeven heeft.
En omdat de duivelen in een tijdvak van zo'n vijfduizend jaren hebben kunnen nagaan, dat de beloften in hun tijd nog vervuld zijn, kunnen wij ervan verzekerd zijn, dat zij de rest ook nog verwachten, om vervuld te worden.
Waarin gaat ons geloof dan het hunne te boven, als wij de belofte, of het aanbod van leven en zaligheid voor ons in het bijzonder niet geloven? Als wij voor onze zaligheid niet geloven in Christus, Hem niet aannemen en omhelzen, zondigen wij tegen Christus en doen onze zielen geweld aan. Onder een schijn van ootmoed wordt Christus gehoond door ongelovige zondaren. Inderdaad, het is een machtige zaak om dit te geloven na het inleven van eigen slechtheid en onwaardigheid. Maar het geloof zal z'n weg banen door dit alles. Het zal Christus eren door in Zijn Woord te geloven.

(a) Wanneer zondige Adamskinderen het aangeboden huwelijk weigeren of negeren,
wordt de koninklijke Bruidegom geminacht en bespot. De bruid hinkt op twee gedachten en komt niet tot het besluit. In de harten van zondaren die het Evangelie horen, zijn twee partijen: aan de ene kant Christus, aan de andere kant de begeerlijkheden. En deze laatste hebben de harten van velen zo in beslag genomen, dat zij Christus afwijzen. Men ziet wel in dat een keus gedaan moet worden. Als ze Christus aannemen, moeten ze het andere verlaten. Zij kunnen er niet aan denken beroofd te worden van of beknot te worden in hun zondige begeerten. Als Christus hen zo wordt aangeboden, zullen zij het aanbod niet aanvaarden.
(b) Het kan zijn dat een zondaar Christus niet durft aannemen of omhelzen in het
Evangelieaanbod. Uit vrees dat Hij nooit de zijne zal willen zijn, noch Zich aan
hem zal geven. Dit is een strik voor de overtuigde zondaar. Die houdt hem even
krachtig van Christus af, als de liefde tot de begeerlijkheid hem vreemde goden
doet nawandelen (Jer. 2: 25). U kunt zien dat het eerste de weg baant tot het
laatste. De reden daarvan is dat zo'n mens een diepe indruk heeft van zijn
zondigheid en onwaardigheid. Dat doet hem denken dat het voor hem vermetel
zou zijn te menen dat hij gelooft. Daarom spreekt zo iemand evenals Petrus:
"Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens" (Luk. 5: 8).

Satan gebruikt twee glazen spiegels om de mensen hun zonden te laten zien:
- Een verkleinglas dat hij de geruste zondaars voorhoudt: daarin gezien blijken hun zonden slechts gering. Vandaar dat
hun ongeregelde wandel slechts 'zwakheden' wordt genoemd. En kleinere zonden die de wereld niet opmerkt, worden in 't geheel niet als zonden gerekend.
- Een vergrootglas, dat hij een overtuigde zondaar voor de ogen houdt. En als een
mens op zijn eigen zondigheid ziet, moet hij weten dat hij in satans spiegel ziet.
Daardoor ziet hij niets van Gods genade, van de kracht van Christus' bloed en de
werking van Zijn Geest, boven zijn zondigheid. Het zien van de ziekte brengt hem verder van de Geneesheer af.
Het doet hem van Christus afwijken in plaats van tot Hem te gaan.
In plaats van hem aan te sporen om het middel te gebruiken, wordt z'n hart er door ontmoedigd. Want hij kan z'n hand niet uitstrekken om de aangeboden genezing zich toe te eigenen.

Dat dit van satan afkomt, is duidelijk, omdat het juist tegengesteld is aan:
a. Het ware gevoel van de wet,
in onderwerping aan het Evangelie (Gal. 3: 24). De wet ontdekt de zonde, en daardoor de ellende van de ziel.
Maar dat dient om de hoorders van het Evangelie geschikt te maken om Christus hoog te achten en tot Hem de toevlucht te nemen.
b. De duidelijke verklaringen van liefde en genade die in het Evangelie voorkomen.
Deze tonen aan dat er geen geval is, hoe slecht ook, of Christus is zowel bekwaam
als gewillig om het te genezen. Als de zondaar het niet durft wagen met alleen
Christus tot zaligheid, tracht hij zichzelf bij God aannemelijk te maken door zijneigen gehoorzaamheden (Gal. 3:4). Het verbond der werken is ingeweven in onze natuur.
Wij zijn van nature onkundig van de verborgenheid van Christus en de weg der toegerekende gerechtigheid. Totdat de Geest des Heeren ons zaligmakend verlicht in de kennis van Christus, zullen wij maar gering blijven denken van een toegerekende gerechtigheid.
Omdat wij die weg wantrouwen, proberen wij deze weg te verstevigen door onze eigen werken er bij te voegen. Dit komt overeen met een proberen om ijzer met klei te vermengen, wat geen stand zal houden. Maar in de dag van Gods heerkracht zal de Geest des Heeren de mens helemaal afbrengen van zijn eigen grond.
Als de zondaar Hem niet aanneemt tot dat doel waartoe Hij van de Vader is aangesteld, in al Zijn ambten, zal die zondaar zich slechts afkeren.
Hij is in het aanbod van het Evangelie voor ons allen gegeven, tot verlossing van de zonde en van toorn.
Als onze Profeet om ons te leren, als onze Priester om ons zalig te maken en onze
Koning om ons te besturen of te regeren. Wanneer de zondaar Christus niet aanvaardt tot heiligmaking en rechtvaardigmaking, zondigt hij tegen Hem en verwerpt Hem als de ordinantie tot het heiligen van zondaars."

Uit:
ONGELOOF, DE GROOTSTE ZONDE;
GELOOF, DE GROOTSTE GENADE
" Geeft U mij wijsheid vandaag"
Isala
Berichten: 1267
Lid geworden op: 27 sep 2013, 22:14

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Isala »

Het gevaar van de maakbaarheidsgedachte ziet Van Dijk ook terug binnen zijn eigen reformatorische zuil. “Komt de wens tot maakbaarheid ook tot uiting in de prediking?,” vraagt hij retorisch. “Als iedere zondag de bekering tot in detail wordt uitgetekend waarbij het er niet toe doet welk Bijbelgedeelte aan de orde is, is het Woord aan het woord of onze gedachten over hoe God kan werken. Alsof toe-eigening van het heil altijd moet plaatsvinden. Sommigen menen dat het geloof een zware en verborgen zaak is en moeilijk te verkrijgen. Is dat zo?” Van Dijk citeert Wilhelmus à Brakel: ‘Niemand moet bekommerd zijn over de wijze van bekering.’

"Soms snak ik naar een preek zonder toepassing en bevinding. Gewoon een heldere exegese van een Bijbelgedeelte. Als de Geest het Woord neemt, sneuvelen onze schema's. En dan niet van die leegheid een heel verhaal willen maken. Dat noem ik het reformatorische drama. Niets worden voor God, is echt niets. Wij maken van dat niets zo vaak een heel iets. Laten we heel oprecht niets zijn. Een zondaar is nooit geschikt voor God, maar Christus is wel geschikt voor iedere zondaar. De Geest begint altijd bij wat God heeft gedaan in Christus, dat wordt toegepast naar de mens. Dat is eng, want het gevolg is dat wij God niet meer onder controle hebben.”

Bron: CIP
https://cip.nl/cip+/69324-diederik-van- ... geGxNLdBYZ
Of terug te luisteren via de link naar de lezingen van de Haamstedeconferentie:
https://www.rd.nl/kerk-religie/haamsted ... -1.1508744
Hora est!
Erasmiaan
Berichten: 8596
Lid geworden op: 17 okt 2005, 21:25

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Erasmiaan »

Er zijn kerken genoeg waar Van Dijk terecht kan om de prediking te horen waar hij naar snakt. Maar het is jammer dat ook bij hem de schriftuurlijk bevindelijke prediking het moet ontgelden. Zijn er nog mensen die tevreden zijn met de prediking en de neiging kunnen onderdrukken om af te geven op andere prediking dan de prediking waarvan zij in het hoofd hebben dat die goed is of alleen maar tot zegen kan zijn?
Erskinees
Berichten: 2979
Lid geworden op: 14 jun 2018, 21:15

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Erskinees »

Van Dijk schreef:Als iedere zondag de bekering tot in detail wordt uitgetekend waarbij het er niet toe doet welk Bijbelgedeelte aan de orde is, is het Woord aan het woord of onze gedachten over hoe God kan werken.
Dus jij ziet dit als schriftuurlijk bevindelijke prediking? Dan moet je jouw definitie goed nakijken Erasmiaan.
Ik geloof namelijk niet dat hij in dit stuk de schriftuurlijk bevindelijke prediking aanvalt.
Laatst gewijzigd door Erskinees op 26 sep 2018, 17:38, 1 keer totaal gewijzigd.
JCRyle
Berichten: 2287
Lid geworden op: 29 mei 2017, 13:08

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door JCRyle »

Erasmiaan schreef:Er zijn kerken genoeg waar Van Dijk terecht kan om de prediking te horen waar hij naar snakt. Maar het is jammer dat ook bij hem de schriftuurlijk bevindelijke prediking het moet ontgelden. Zijn er nog mensen die tevreden zijn met de prediking en de neiging kunnen onderdrukken om af te geven op andere prediking dan de prediking waarvan zij in het hoofd hebben dat die goed is of alleen maar tot zegen kan zijn?
Jouw reacties lezende zie ik een lijn naar voren komen. Je reageert vooral als er kritische geluiden gekraakt worden, bijvoorbeeld over prediking. Kan het in jouw beleving ook weleens terechte kritiek zijn? Kan jouw gevoelen m.b.t. de Schriftuurlijk-bevindelijk predking ook weleens onjuist zijn? Is Schriftuurlijk-bevindelijke prediking nog wel echt Schriftuurlijk en nog wel echt bevindelijk? Of mag je deze vraag of kritische noot op voorhand al niet kraken van je?
Plaats reactie