Fjodor schreef:Joh 4: 28 Zo verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad en zeide tot de lieden:
29 Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus?
30 Zij dan gingen uit de stad, en kwamen tot Hem.
...
39 En velen der Samaritanen uit die stad geloofden in Hem, om het woord der vrouw, die getuigde: Hij heeft mij gezegd alles, wat ik gedaan heb.
40 Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem, dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen.
41 En er geloofden er veel meer om Zijns woords wil;
42 En zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om uws zeggens wil; want wij zelven hebben Hem gehoord, en weten, dat Deze waarlijk is de Christus, de Zaligmaker der wereld.
Dit duidt er voor mij wel op dat het misschien niet zo gemakkelijk is om het begin van het waarachtige geloof te kennen. In beide gevallen lijkt er geloof te zijn in de Christus, maar toch is het laatste anders, dieper. Hoe zou jij dit uitleggen?
Het woord 'geloof' heeft in de Bijbel meerdere betekenissen. Calvijn schrijft ergens dat het woord 'geloof' soms ook de voorbereiding tot het geloof kan betekenen. Verder gaat het er ook niet om dat je bij
anderen het begin van het geloof aan kan wijzen, maar wel bij jezelf. Als je ogen opengaan, ben je daar zelf bij.