Een mooi antwoord. Maar hoe zie je dat dan in de prediking? Een ieder zit onder het gehoor, waar Christus wordt gepredikt, of voorgesteld. Een ieder hoort het, maar niet iedereen gaat, vanwege ongeloof, verharding, geen gevoel van schuld en zonden, van Gods toorn. Toch hoort een ieder hoe Christus wordt gepredikt, Wie Hij is voor doodschuldige zondaren, voor verloren zondaren.JCRyle schreef:Ja ik weet wat deze leer inhoud. Helaas, maar al te goed. Maar het voorstellen van Christus is geen Christusprediking. Het slechts aanwijzen van Christus en het voorstellen van Christus is géén Evangelie. Christus biedt Zich aan. Niet aan ontdekte zondaren, maar aan ieder die onder het Woord verkeert. Zonder onderscheid, zonder uitsluitsel. En elke inperking daarvan doet afbreuk aan de vrije genade in Christus. Je zult het niet met mij eens zijn, dat kan. Maar op grond van Gods Woord hebben wij te spreken over een gewillige God in Christus. Hij wil ons zalig maken en daartoe is Christus gekomen, heeft Christus betaald, en heeft Christus de Geest verworven en uitgestoten. Ja, Hij wil wateren des Levens uitstorten, zoals Hij Zijn Geest uitstort. God is geen karig God. De deuren van Gods genade, de toegang tot de Troon der genade staat wagenwijd open. Iedereen die weigert om in te gaan, is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen verderf.Huismoeder schreef:Natuurlijk moet Christus wel gepreekt worden aan alle hoorders, volgens de GGiN. Dr. Steenblok en ds. Mallan spraken over het voorstellen van Christus aan alle hoorders. Het welmenend aanbod komt echter alleen tot degenen die verbroken van hart en verslagen van geest zijn.
Hoe moet er anders gepredikt worden in de GGiN?