memento schreef:------------------
Zwingli leert dus:
1. Dat het avondmaal alleen gedachtenis is
2. Dat het avondmaal geen kracht doet
Waar tegenover onze vaderen, in oa de NGB stellen:
1. Zo zeker als wij de wijn en brood ontvangen, zo zeker werkt God zijn genade in ons
2. Aan het avondmaal gebeurt iets. "wat door ons gegeten en gedronken wordt, is het eigen en natuurlijke lichaam en het eigen bloed van Christus"
Als je tijd hebt, moet je dit maar eens onderbouwen, i.p.v. Zwingli's theologie onjuist voor te stellen.
Dit schreef Dr. H. Bavinck (1854 - 1921) over Zwingli:
Zwingli’s leer van het avondmaal wordt dikwerf misverstaan en onjuist voorgesteld. Men doet hem onrecht, als men meent, dat hij in het avondmaal niets zag dan een |461| gedachtenismaal, en hem alzoo met de Rationalisten op ééne lijn stelt. Neen, Zwingli leerde wel terdege, dat Christus de eenige spijze onzer zielen is en als zoodanig ook in het avondmaal genoten wordt. Maar hij bewoog zich in gansch andere tegenstellingen dan Luther. Hij stelde op den voorgrond: het avondmaal is geen herhaling, gelijk Rome beweert, maar eene gedachtenis van Christus’ offerande. Niet het lichamelijke eten van den opnieuw geofferden, maar het door het geloof genieten van den eenmaal aan het kruis geofferden Christus is van nut. Vleesch is niets nut, ook niet het vleesch van Christus als zoodanig; de Geest alleen door het geloof maakt levend. Het vleesch van Christus is, niet als met den lichamelijken mond vermalen, maar als voor ons gekruist en als zoodanig genoten, voor ons van waarde. En dat geschiedt niet alleen maar toch óók in het avondmaal. Als we aanzitten aan de tafel des Heeren, herinneren we ons den dood van Christus, stellen daarin al ons vertrouwen; en daarin bestaat het eten van Christus’ lichaam en het drinken van zijn bloed. Zwingli ontkent daarom volstrekt niet, dat Christus geestelijk in het avondmaal tegenwoordig is, en dat Hij geestelijk door het geloof genoten wordt. Maar — en dit is het eigenlijke punt, van verschil tusschen hem en Calvijn — overeenkomstig zijne exegese van Joh. VI is het eten van Christus’ lichaam en het drinken van zijn bloed niets anders en niets meer dan het gelooven in Christus als den gekruisigde, het zich toeeigenen van de verdiensten, door Christus aan het kruis verworven. Nu leert Zwingli wel tegelijkertijd, dat het avondmaal eene belijdenis is van ons geloof, niet zoozeer voor onszelven als wel voor de kerkelijke gemeenschap van waarde. Op dit belijdend karakter legt hij soms al te eenzijdig den nadruk. Maar dit stoot zijn boven aangegeven gevoelen niet omver, en wordt ook door alle Gereformeerden, ook door Calvijn, als eene nuttigheid van het avondmaal |462| erkend. Bovendien kwam hij tot deze gedachte daardoor, dat het sacrament niets geeft boven bet Woord. Ook buiten het avondmaal genieten wij dus Christus’ lichaam en bloed. En in het avondmaal doen wij dus belijdenis van wat wij inwendig door het geloof genieten.
Zoo naar waarheid voorgesteld, blijft Zwingli’s leer van het avondmaal nog eene diepe, rijke, heerlijke beteekenis behouden, zelfs al wierd de aanvulling die Calvijn er aan gegeven heeft niet aangenomen. Maar ook in dit opzicht heeft de Hervormer van Genève het werk van zijn voorganger voortgezet en voltooid. De meening dat Calvijn de avondmaalsleer van Zwingli heeft bestreden en verworpen, is onjuist; hij heeft ze aangevuld, Het avondmaal van Zwingli was niet bloot een herinneringsmaaltijd. De Zwingliaansche Belijdenis van Bazel van het jaar 1534 spreekt het dan ook in art. 6 duidelijk uit, dat Christus zelf de spijze der geloovigen is ten eeuwigen leven en dat onze zielen door ’t ware geloof in den gekruisigden Christus, met zijn vleesch en bloed gespijsd en gelaafd worden, zoodat wij, leden van zijn lichaam, in Hem, en Hij in ons leeft.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"