Re: Gereformeerde Gemeenten
Geplaatst: 07 dec 2024, 15:33
Daar kun je eindeloos over twisten. Maar de vraag moet zijn: heb ik vrede met God, door het geloof in Jezus Christus?
Daar kun je eindeloos over twisten. Maar de vraag moet zijn: heb ik vrede met God, door het geloof in Jezus Christus?
Je gaat niet in op de punten die van belang zijn.Posthoorn schreef: ↑07 dec 2024, 15:30In vs. 31 gaat het over wat er gebeurt ná ontvangen genade. Dan zullen ze met schaamte terugdenken aan hun vorige leven. Maar dan zijn ze al terug in het land, dan zijn ze al gereinigd van de zonde en wandelen ze al in de inzettingen en rechten des HEEREN.huisman schreef: ↑07 dec 2024, 15:24 Ik verwijs maar naar D.L. 3/4 par 11 en 12 over de wedergeboorte. Je weet wel. Zonder ons, in ons gewerkt door Gods Geest.
De eerste vrucht van deze wedergeboorte . En gij zult een walging van u zelf hebben over uw ongerechtigheden en over uw gruwelen (Ezechiël 36 : 31) Daar gaat aan vooraf de gave van een nieuw hart (vs 26) wat gepaard gaat met de inwoning van Gods Geest (vs 27) En ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u ( lees dan verder tot het eerder genoemde vers 31).
In het door jou aangehaalde gedeelte van Ezechiël 36 ontvangt Israël een nieuw hart en een nieuwe geest ná hun bekering (terugkeer in het land). Het terugdenken aan hun verleden en de walging daarvan is iets anders dan de vernedering die plaatsvindt vóór het geloof. In het Schatboek wordt dat laatste de 'verbrijzeling' genoemd, die aan het geloof voorafgaat.Boston schreef:Het geloof in de Wet is inderdaad geen zaligmakend geloof, want de Wet is het woord en de bediening van de verdoemenis en met van de gerechtigheid, want het spreekt niet van een Zaligmaker, een verzoening of een toegerekende gerechtigheid, 2 Kor. 3:9. Niettemin gaat het er noodzakelijk aan vooraf, volgens de vastgestelde orde in de bedeling van het verbond. Het geloof in de Wet is als het horen van de sterke wind, het voelen van de aardbeving en het zien van het vuur. De Heere was er niet in, maar toch dienden ze als voorbereiding om te luisteren naar het suizen van de zachte stilte, 1 Kon. 19: 11-12. Precies zo is het geloof in de Wet het werk van de Heilige Geest, evenzeer als het zaligmakende geloof in het Evangelie, hoewel het op een andere wijze gewerkt wordt. Hij werkt het eerste als een Geest van dienstbaarheid, Die door de Wet overtuigt van zonde en ellende, Rom. 8: 15 vgl. met Joh. 16: 8. Hij werkt het laatste als een levendmakende Geest, Die de ziel door het Evangelie verlicht met de kennis van Christus, 2 Kor. 3: 17-18.
Ik moet voorlopig stoppen. We zijn het iig eens dat verbrijzeling ( zij werden verslagen in hun hart) en wedergeboorte en geloof het werk van dezelfde Heilige Geest is. Johannes 3 : 8 en DL 3/4 par 13 leren ons dat wij Zijn werk nooit helemaal kunnen doorgronden en naspeuren.Posthoorn schreef: ↑07 dec 2024, 16:49 Ik geef een citaat van Boston, wiens beeltenis jij in je avatar draagt:In het door jou aangehaalde gedeelte van Ezechiël 36 ontvangt Israël een nieuw hart en een nieuwe geest ná hun bekering (terugkeer in het land). Het terugdenken aan hun verleden en de walging daarvan is iets anders dan de vernedering die plaatsvindt vóór het geloof. In het Schatboek wordt dat laatste de 'verbrijzeling' genoemd, die aan het geloof voorafgaat.Boston schreef:Het geloof in de Wet is inderdaad geen zaligmakend geloof, want de Wet is het woord en de bediening van de verdoemenis en met van de gerechtigheid, want het spreekt niet van een Zaligmaker, een verzoening of een toegerekende gerechtigheid, 2 Kor. 3:9. Niettemin gaat het er noodzakelijk aan vooraf, volgens de vastgestelde orde in de bedeling van het verbond. Het geloof in de Wet is als het horen van de sterke wind, het voelen van de aardbeving en het zien van het vuur. De Heere was er niet in, maar toch dienden ze als voorbereiding om te luisteren naar het suizen van de zachte stilte, 1 Kon. 19: 11-12. Precies zo is het geloof in de Wet het werk van de Heilige Geest, evenzeer als het zaligmakende geloof in het Evangelie, hoewel het op een andere wijze gewerkt wordt. Hij werkt het eerste als een Geest van dienstbaarheid, Die door de Wet overtuigt van zonde en ellende, Rom. 8: 15 vgl. met Joh. 16: 8. Hij werkt het laatste als een levendmakende Geest, Die de ziel door het Evangelie verlicht met de kennis van Christus, 2 Kor. 3: 17-18.
Ik kan het niet beter verwoorden dan met de woorden van Thomas Halyburton in zijn mooie (maar wel moeilijk toegankelijke) boekje over de rechtvaardigmaking.TSD schreef: ↑07 dec 2024, 15:09 Natuurlijk kan je het geloof in Christus niet scheiden van de rechtvaardigmaking.
Maar het niet willen scheiden van de rechtvaardigmaking en de verzekering / verzegeling daaromtrent is inderdaad een altijd een stroming geweest binnen de reformatie, maar zeker niet de hoofdstroom, laat staan de enige. En dat is wel wat je nu in feite doet.
Als Christus zich aan je ziel openbaart, dan ben je daarbij, dat is echt heel wat anders dan een heenwijzing naar Hem. Om dan vervolgens te zeggen: het is niets, wanneer dat niet gepaard gaat met een bewuste vrijspraak, dan is het slechts een heenwijzing, ik vind dat een hele gevaarlijke redenering een redenering. Ik denk dat je dan écht heel erg tekort doet aan de veelkleurigheid van het werk van de Heilige Geest.
Halyburton schreef:Om alle misvatting hieromtrent te voorkomen: wanneer ik zeg, dat God toepast, bedoel ik niet dat God door een volstrekte belofte of krachtige verklaring spreekt "uw zonden zijn u vergeven", wat Hij ook bij sommige gelegenheden mag doen. [Maar] op hetzelfde ogenblik waarin de arme, bevende, overtuigde zondaar, door een heldere openbaring van de Middelaar, overreed wordt om van alle andere wegen van hulp af te zien, en zijn oog tot Hem te wenden als alleen alle aanneming waardig, en als Iemand Die voor arme zondaren in zo'n toestand alleen geldig kan zijn; ik zeg, daar is op datzelfde ogenblik (hoewel, in orde der natuur, daaruit voortvloeiend):
(1)Een heldere ontdekking van goedertierenheid waarop de zondaar tevoren op die wijze geen gezicht had.
(2)Deze goedertierenheid wordt aan de arme zondaar persoonlijk tot zijn hulp voorgesteld; zij wordt hem voor ogen gesteld als gepast voor de toestand waarin hij nu verkeert.
(3)De belofte en de verbintenis van God komt met kracht tot de ziel: "Gij zult verlost worden", dat is: zaligmakende goedertierenheid of ontferming wordt op dat ogenblik aan de arme bevende zondaar aangeboden.
Nu, hoewel de zondaar, nog niet hersteld uit de verschrikking waarin de ontdekking van zijn ellende vlak daarvoor hem geworpen had, niet altijd dadelijk persoonlijke en toepassende conclusies durft te trekken, toch verwekt deze genadige kennisgeving iets van een nederig vertrouwen, en breekt, tenminste voor die tijd, de kracht van de onderdrukkende en verbijsterende beschuldiging, waaronder hij tot die tijd toe lag.
Deze daad nu van God die hiervoor beschreven is (…), kan naar mijn mening worden genoemd, en met recht ondersteld worden te zijn Zijn rechtvaardigmakende daad, of Zijn daad van vrijspreking.
(...)
In één woord, op deze ontdekking verschijnt de Rechter, als het ware, ontdaan van Zijn vreselijke majesteit; er worden geen fronsels meer in Zijn aangezicht gezien, maar een lieflijkheid die steeds gepaard gaat met zulk een majesteit, die terstond weldadige gedachten en eerbied afdwingt. De aangeklaagde wordt niet meer zoals tevoren ingekerkerd en opgesloten met de vreselijke verwachting van toorn en hevige grimmigheid; de vervolgers trekken of geheel af en verdwijnen, of, indien de twistzieke tegenpartijder volhoudt, dan is wat de satan of een verkeerd ingelichte consciëntie nu doet, slechts als boosaardige protesten die veroorzaakt zijn door de teleurstelling die zij van de Rechter hebben ondervonden. En, om hier niet meer aan toe te voegen, de arme mens gaat terstond hierna met enige lieflijke vrijmoedigheid zijn weg, en begint met lust zijn werk.
Bedankt Posthoorn! Een heel mooi stukje! En ik begrijp nu eindelijk waar je staat en wat je bedoelt. Woorden / termen geven blijkbaar zoveel verwarring…Posthoorn schreef: ↑07 dec 2024, 18:32Ik kan het niet beter verwoorden dan met de woorden van Thomas Halyburton in zijn mooie (maar wel moeilijk toegankelijke) boekje over de rechtvaardigmaking.TSD schreef: ↑07 dec 2024, 15:09 Natuurlijk kan je het geloof in Christus niet scheiden van de rechtvaardigmaking.
Maar het niet willen scheiden van de rechtvaardigmaking en de verzekering / verzegeling daaromtrent is inderdaad een altijd een stroming geweest binnen de reformatie, maar zeker niet de hoofdstroom, laat staan de enige. En dat is wel wat je nu in feite doet.
Als Christus zich aan je ziel openbaart, dan ben je daarbij, dat is echt heel wat anders dan een heenwijzing naar Hem. Om dan vervolgens te zeggen: het is niets, wanneer dat niet gepaard gaat met een bewuste vrijspraak, dan is het slechts een heenwijzing, ik vind dat een hele gevaarlijke redenering een redenering. Ik denk dat je dan écht heel erg tekort doet aan de veelkleurigheid van het werk van de Heilige Geest.Halyburton schreef:Om alle misvatting hieromtrent te voorkomen: wanneer ik zeg, dat God toepast, bedoel ik niet dat God door een volstrekte belofte of krachtige verklaring spreekt "uw zonden zijn u vergeven", wat Hij ook bij sommige gelegenheden mag doen. [Maar] op hetzelfde ogenblik waarin de arme, bevende, overtuigde zondaar, door een heldere openbaring van de Middelaar, overreed wordt om van alle andere wegen van hulp af te zien, en zijn oog tot Hem te wenden als alleen alle aanneming waardig, en als Iemand Die voor arme zondaren in zo'n toestand alleen geldig kan zijn; ik zeg, daar is op datzelfde ogenblik (hoewel, in orde der natuur, daaruit voortvloeiend):
(1)Een heldere ontdekking van goedertierenheid waarop de zondaar tevoren op die wijze geen gezicht had.
(2)Deze goedertierenheid wordt aan de arme zondaar persoonlijk tot zijn hulp voorgesteld; zij wordt hem voor ogen gesteld als gepast voor de toestand waarin hij nu verkeert.
(3)De belofte en de verbintenis van God komt met kracht tot de ziel: "Gij zult verlost worden", dat is: zaligmakende goedertierenheid of ontferming wordt op dat ogenblik aan de arme bevende zondaar aangeboden.
Nu, hoewel de zondaar, nog niet hersteld uit de verschrikking waarin de ontdekking van zijn ellende vlak daarvoor hem geworpen had, niet altijd dadelijk persoonlijke en toepassende conclusies durft te trekken, toch verwekt deze genadige kennisgeving iets van een nederig vertrouwen, en breekt, tenminste voor die tijd, de kracht van de onderdrukkende en verbijsterende beschuldiging, waaronder hij tot die tijd toe lag.
Deze daad nu van God die hiervoor beschreven is (…), kan naar mijn mening worden genoemd, en met recht ondersteld worden te zijn Zijn rechtvaardigmakende daad, of Zijn daad van vrijspreking.
(...)
In één woord, op deze ontdekking verschijnt de Rechter, als het ware, ontdaan van Zijn vreselijke majesteit; er worden geen fronsels meer in Zijn aangezicht gezien, maar een lieflijkheid die steeds gepaard gaat met zulk een majesteit, die terstond weldadige gedachten en eerbied afdwingt. De aangeklaagde wordt niet meer zoals tevoren ingekerkerd en opgesloten met de vreselijke verwachting van toorn en hevige grimmigheid; de vervolgers trekken of geheel af en verdwijnen, of, indien de twistzieke tegenpartijder volhoudt, dan is wat de satan of een verkeerd ingelichte consciëntie nu doet, slechts als boosaardige protesten die veroorzaakt zijn door de teleurstelling die zij van de Rechter hebben ondervonden. En, om hier niet meer aan toe te voegen, de arme mens gaat terstond hierna met enige lieflijke vrijmoedigheid zijn weg, en begint met lust zijn werk.
De redelijke Godsdienst deel 1TSD schreef: ↑07 dec 2024, 20:22Bedankt Posthoorn! Een heel mooi stukje! En ik begrijp nu eindelijk waar je staat en wat je bedoelt. Woorden / termen geven blijkbaar zoveel verwarring…Posthoorn schreef: ↑07 dec 2024, 18:32Ik kan het niet beter verwoorden dan met de woorden van Thomas Halyburton in zijn mooie (maar wel moeilijk toegankelijke) boekje over de rechtvaardigmaking.TSD schreef: ↑07 dec 2024, 15:09 Natuurlijk kan je het geloof in Christus niet scheiden van de rechtvaardigmaking.
Maar het niet willen scheiden van de rechtvaardigmaking en de verzekering / verzegeling daaromtrent is inderdaad een altijd een stroming geweest binnen de reformatie, maar zeker niet de hoofdstroom, laat staan de enige. En dat is wel wat je nu in feite doet.
Als Christus zich aan je ziel openbaart, dan ben je daarbij, dat is echt heel wat anders dan een heenwijzing naar Hem. Om dan vervolgens te zeggen: het is niets, wanneer dat niet gepaard gaat met een bewuste vrijspraak, dan is het slechts een heenwijzing, ik vind dat een hele gevaarlijke redenering een redenering. Ik denk dat je dan écht heel erg tekort doet aan de veelkleurigheid van het werk van de Heilige Geest.Halyburton schreef:Om alle misvatting hieromtrent te voorkomen: wanneer ik zeg, dat God toepast, bedoel ik niet dat God door een volstrekte belofte of krachtige verklaring spreekt "uw zonden zijn u vergeven", wat Hij ook bij sommige gelegenheden mag doen. [Maar] op hetzelfde ogenblik waarin de arme, bevende, overtuigde zondaar, door een heldere openbaring van de Middelaar, overreed wordt om van alle andere wegen van hulp af te zien, en zijn oog tot Hem te wenden als alleen alle aanneming waardig, en als Iemand Die voor arme zondaren in zo'n toestand alleen geldig kan zijn; ik zeg, daar is op datzelfde ogenblik (hoewel, in orde der natuur, daaruit voortvloeiend):
(1)Een heldere ontdekking van goedertierenheid waarop de zondaar tevoren op die wijze geen gezicht had.
(2)Deze goedertierenheid wordt aan de arme zondaar persoonlijk tot zijn hulp voorgesteld; zij wordt hem voor ogen gesteld als gepast voor de toestand waarin hij nu verkeert.
(3)De belofte en de verbintenis van God komt met kracht tot de ziel: "Gij zult verlost worden", dat is: zaligmakende goedertierenheid of ontferming wordt op dat ogenblik aan de arme bevende zondaar aangeboden.
Nu, hoewel de zondaar, nog niet hersteld uit de verschrikking waarin de ontdekking van zijn ellende vlak daarvoor hem geworpen had, niet altijd dadelijk persoonlijke en toepassende conclusies durft te trekken, toch verwekt deze genadige kennisgeving iets van een nederig vertrouwen, en breekt, tenminste voor die tijd, de kracht van de onderdrukkende en verbijsterende beschuldiging, waaronder hij tot die tijd toe lag.
Deze daad nu van God die hiervoor beschreven is (…), kan naar mijn mening worden genoemd, en met recht ondersteld worden te zijn Zijn rechtvaardigmakende daad, of Zijn daad van vrijspreking.
(...)
In één woord, op deze ontdekking verschijnt de Rechter, als het ware, ontdaan van Zijn vreselijke majesteit; er worden geen fronsels meer in Zijn aangezicht gezien, maar een lieflijkheid die steeds gepaard gaat met zulk een majesteit, die terstond weldadige gedachten en eerbied afdwingt. De aangeklaagde wordt niet meer zoals tevoren ingekerkerd en opgesloten met de vreselijke verwachting van toorn en hevige grimmigheid; de vervolgers trekken of geheel af en verdwijnen, of, indien de twistzieke tegenpartijder volhoudt, dan is wat de satan of een verkeerd ingelichte consciëntie nu doet, slechts als boosaardige protesten die veroorzaakt zijn door de teleurstelling die zij van de Rechter hebben ondervonden. En, om hier niet meer aan toe te voegen, de arme mens gaat terstond hierna met enige lieflijke vrijmoedigheid zijn weg, en begint met lust zijn werk.
Ik geloof zelf dat het punt van de wedergeboorte eerder is, voel me meer thuis bij Brakel op dit punt. Maar ik kan wel met je mee dat het kennen van deze openbaring van de Middelbaar cruciaal is om gegronde rust te hebben. Je kan niet weten wedergeboren te zijn voordat dit heeft plaatsgehad.
Wil je ook even duidelijk maken wat je met je lap tekst bedoelt te zeggen? Ik zie dat je nu iets van een samenvatting citeert van wat Brakel volgens iemand zegt... maar je wat je aan de gedachtewisseling tussen Posthoorn en mij nu wilt toevoegen is mij oprecht niet duidelijk.Scheepsbel schreef: ↑07 dec 2024, 20:35De redelijke Godsdienst deel 1TSD schreef: ↑07 dec 2024, 20:22Bedankt Posthoorn! Een heel mooi stukje! En ik begrijp nu eindelijk waar je staat en wat je bedoelt. Woorden / termen geven blijkbaar zoveel verwarring…Posthoorn schreef: ↑07 dec 2024, 18:32Ik kan het niet beter verwoorden dan met de woorden van Thomas Halyburton in zijn mooie (maar wel moeilijk toegankelijke) boekje over de rechtvaardigmaking.TSD schreef: ↑07 dec 2024, 15:09 Natuurlijk kan je het geloof in Christus niet scheiden van de rechtvaardigmaking.
Maar het niet willen scheiden van de rechtvaardigmaking en de verzekering / verzegeling daaromtrent is inderdaad een altijd een stroming geweest binnen de reformatie, maar zeker niet de hoofdstroom, laat staan de enige. En dat is wel wat je nu in feite doet.
Als Christus zich aan je ziel openbaart, dan ben je daarbij, dat is echt heel wat anders dan een heenwijzing naar Hem. Om dan vervolgens te zeggen: het is niets, wanneer dat niet gepaard gaat met een bewuste vrijspraak, dan is het slechts een heenwijzing, ik vind dat een hele gevaarlijke redenering een redenering. Ik denk dat je dan écht heel erg tekort doet aan de veelkleurigheid van het werk van de Heilige Geest.Halyburton schreef:Om alle misvatting hieromtrent te voorkomen: wanneer ik zeg, dat God toepast, bedoel ik niet dat God door een volstrekte belofte of krachtige verklaring spreekt "uw zonden zijn u vergeven", wat Hij ook bij sommige gelegenheden mag doen. [Maar] op hetzelfde ogenblik waarin de arme, bevende, overtuigde zondaar, door een heldere openbaring van de Middelaar, overreed wordt om van alle andere wegen van hulp af te zien, en zijn oog tot Hem te wenden als alleen alle aanneming waardig, en als Iemand Die voor arme zondaren in zo'n toestand alleen geldig kan zijn; ik zeg, daar is op datzelfde ogenblik (hoewel, in orde der natuur, daaruit voortvloeiend):
(1)Een heldere ontdekking van goedertierenheid waarop de zondaar tevoren op die wijze geen gezicht had.
(2)Deze goedertierenheid wordt aan de arme zondaar persoonlijk tot zijn hulp voorgesteld; zij wordt hem voor ogen gesteld als gepast voor de toestand waarin hij nu verkeert.
(3)De belofte en de verbintenis van God komt met kracht tot de ziel: "Gij zult verlost worden", dat is: zaligmakende goedertierenheid of ontferming wordt op dat ogenblik aan de arme bevende zondaar aangeboden.
Nu, hoewel de zondaar, nog niet hersteld uit de verschrikking waarin de ontdekking van zijn ellende vlak daarvoor hem geworpen had, niet altijd dadelijk persoonlijke en toepassende conclusies durft te trekken, toch verwekt deze genadige kennisgeving iets van een nederig vertrouwen, en breekt, tenminste voor die tijd, de kracht van de onderdrukkende en verbijsterende beschuldiging, waaronder hij tot die tijd toe lag.
Deze daad nu van God die hiervoor beschreven is (…), kan naar mijn mening worden genoemd, en met recht ondersteld worden te zijn Zijn rechtvaardigmakende daad, of Zijn daad van vrijspreking.
(...)
In één woord, op deze ontdekking verschijnt de Rechter, als het ware, ontdaan van Zijn vreselijke majesteit; er worden geen fronsels meer in Zijn aangezicht gezien, maar een lieflijkheid die steeds gepaard gaat met zulk een majesteit, die terstond weldadige gedachten en eerbied afdwingt. De aangeklaagde wordt niet meer zoals tevoren ingekerkerd en opgesloten met de vreselijke verwachting van toorn en hevige grimmigheid; de vervolgers trekken of geheel af en verdwijnen, of, indien de twistzieke tegenpartijder volhoudt, dan is wat de satan of een verkeerd ingelichte consciëntie nu doet, slechts als boosaardige protesten die veroorzaakt zijn door de teleurstelling die zij van de Rechter hebben ondervonden. En, om hier niet meer aan toe te voegen, de arme mens gaat terstond hierna met enige lieflijke vrijmoedigheid zijn weg, en begint met lust zijn werk.
Ik geloof zelf dat het punt van de wedergeboorte eerder is, voel me meer thuis bij Brakel op dit punt. Maar ik kan wel met je mee dat het kennen van deze openbaring van de Middelbaar cruciaal is om gegronde rust te hebben. Je kan niet weten wedergeboren te zijn voordat dit heeft plaatsgehad.
De dadelijke- en lijdelijke rechtvaardigmaking zijn onafscheidelijk.
Voordat Brakel ingaat op de vraag in welke tijd de rechtvaardigmaking plaats vindt,
geeft hij eerst een uitleg van de begrippen dadelijke- en lijdelijke rechtvaardigmaking.
(869)
In de rechtvaardigmaking komt God voor als Degene die rechtvaardigt en de mens als
degene die gerechtvaardigd wordt.
Hieruit blijkt dat rechtvaardigmaking niet alleen een uitspraak van een vonnis is over
de mens maar ook tot de mens. Dit betekent dat diezelfde daad van rechtvaardigen van
twee zijden aangemerkt kan worden; aan de zijde van God, hoe God de mens
rechtvaardigt en aan de zijde van de mens, hoe de mens de rechtvaardigmaking
ontvangt.
Als men de rechtvaardigmaking van Gods kant aanmerkt dan wordt dit genoemd de
justificatio activa, de dadelijke (actieve) rechtvaardigmaking.
Als men de rechtvaardigmaking van de kant van de mens aanmerkt dan wordt dit
genoemd de justificatio passiva, de lijdelijke (passieve) rechtvaardigmaking.
Vervolgens geeft Brakel hier een nadere uitleg aan, die van groot belang is.
Deze dadelijke en lijdelijke rechtvaardigmaking is één en dezelfde daad.
Het onderscheid tussen beide is alleen gelegen in de manier waarop ze geschiedt, hoe
ze gedaan (actief) wordt of hoe ze ontvangen (passief) wordt.
Daarom kan men ze nooit van elkaar scheiden.
Waar de dadelijke rechtvaardigmaking is, daar is ook de lijdelijke en waar de lijdelijke
rechtvaardigmaking is, daar is ook de dadelijke! (869)
Volgens Brakel is het dus uitgesloten dat dadelijke- en lijdelijke rechtvaardigmaking
temporeel gescheiden zijn. Zij vinden gelijktijdig plaats en de een kan er nooit zijn
zonder de ander.
Vervolgens gaat Brakel nader in op de vraag in welke tijd de mens gerechtvaardigd
wordt.
Brakel ontkent dat de mens van eeuwigheid gerechtvaardigd is. Alleen Gods
voornemen om de uitverkorenen in de tijd te rechtvaardigen is van eeuwigheid. (869)
39
De mens wordt niet eerder gerechtvaardigd dan op het moment dat de mens, die
gezondigd heeft, gerechtvaardigd wordt en in Christus gelooft. (870)
TSD schreef: ↑07 dec 2024, 20:22 Bedankt Posthoorn! Een heel mooi stukje! En ik begrijp nu eindelijk waar je staat en wat je bedoelt. Woorden / termen geven blijkbaar zoveel verwarring…
Ik geloof zelf dat het punt van de wedergeboorte eerder is, voel me meer thuis bij Brakel op dit punt. Maar ik kan wel met je mee dat het kennen van deze openbaring van de Middelbaar cruciaal is om gegronde rust te hebben. Je kan niet weten wedergeboren te zijn voordat dit heeft plaatsgehad.
Kennelijk kan Thomas Halyburton het beter verwoorden dan ik. Want dat is precies zoals ik het ook zie en bedoelde te zeggen.Posthoorn schreef: ↑07 dec 2024, 22:22TSD schreef: ↑07 dec 2024, 20:22 Bedankt Posthoorn! Een heel mooi stukje! En ik begrijp nu eindelijk waar je staat en wat je bedoelt. Woorden / termen geven blijkbaar zoveel verwarring…
Ik geloof zelf dat het punt van de wedergeboorte eerder is, voel me meer thuis bij Brakel op dit punt. Maar ik kan wel met je mee dat het kennen van deze openbaring van de Middelbaar cruciaal is om gegronde rust te hebben. Je kan niet weten wedergeboren te zijn voordat dit heeft plaatsgehad.![]()
Goed om te horen, Refojongere, maar ik lees hier toch geen 'langzamerhand tot geloof komen', zoals jij eerder schreef.Refojongere schreef: ↑07 dec 2024, 23:18Kennelijk kan Thomas Halyburton het beter verwoorden dan ik. Want dat is precies zoals ik het ook zie en bedoelde te zeggen.Posthoorn schreef: ↑07 dec 2024, 22:22TSD schreef: ↑07 dec 2024, 20:22 Bedankt Posthoorn! Een heel mooi stukje! En ik begrijp nu eindelijk waar je staat en wat je bedoelt. Woorden / termen geven blijkbaar zoveel verwarring…
Ik geloof zelf dat het punt van de wedergeboorte eerder is, voel me meer thuis bij Brakel op dit punt. Maar ik kan wel met je mee dat het kennen van deze openbaring van de Middelbaar cruciaal is om gegronde rust te hebben. Je kan niet weten wedergeboren te zijn voordat dit heeft plaatsgehad.![]()
Ik denk met wat @TSD ook zegt, Je kan niet weten wedergeboren te zijn voordat dit heeft plaatsgehad.huisman schreef: ↑07 dec 2024, 16:31
De gave van een nieuw hart is de wedergeboorte. (Vs 26) Gods Geest neemt dan intrek in het hart (vs 27) De zondaar met een nieuw hart en de inwoning van Gods Geest gaat dan walgen van zijn ongerechtigheden en gruwelen.
Als ik jou goed lees gaat dat ‘ walgen van zijn ongerechtigheden en gruwelen.‘ aan de wedergeboorte vooraf en komt de inwoning van Gods Geest pas daarna. Dat lees ik niet in Ezechiël 36. Die ontdekking van de zonde is toch echt een vrucht van de Geest en
van de wedergeboorte. Daarvoor is immers de zondaar dood in misdaden en zonden (Efeze 2 : 1 ev.) kanttekening 2 zegt hierbij o.a. zonder enig leven en beweging in geestelijke zaken. Het is dood of leven en een dode zondaar heeft geen ware ellendekennis.
Ik wilde vooral de Bijbel zelf laten spreken, maar inderdaad trek ik die conclusie daaruit. Mijn redenering is als volgt: de Bijbel schrijft op verschillende plaatsen kenmerken/vruchten van het geloof toe aan alle gelovigen in het algemeen. Omdat dit in het algemeen aan gelovigen toegeschreven wordt, moet dit ook in het algemeen van toepassing zijn op de gelovigen. De 3 teksten die ik aanhaal zijn daar wat mij betreft een voorbeeld van, als je echter niet instemt met 1 van deze teksten, dan blijven de andere teksten nog steeds staan. Een ander voorbeeld zou zijn: Paulus schrijft dat de gelovigen vrede met God hebben, dus is wie geen vrede met God heeft geen gelovige, Rom. 5:1.Refojongere schreef: ↑07 dec 2024, 07:49 Kijk, dit is de meest heldere bijdrage van de afgelopen pagina's naar mijn mening. Vanuit het Woord. Calvinistische taal ook.
Om op 1 Joh. 5:11 te reageren. Een ieder die gelooft is verzekerd van het eeuwige leven. Kennelijk wordt hieruit de conclusie getrokken dat als iemand gelooft, dat die dan ook altijd weet dat hij een waar geloof bezit. Dat zou ik niet willen zeggen.
In de hele Johannesbrief wordt gewaarschuwd dat je wel kan zeggen dat je gelooft, maar dat het toch bedrog kan zijn. Als je bijvoorbeeld in zonde leeft (1:6), ontkent dat je zondigt (1:8), als je de geboden niet doet (2:4), als je je broeder haat (2:9), als je de wereld liefhebt (2:15).
Johannes noemt juist kenmerken van het ware geloof omdat het kennelijk voor zijn hoorders niet duidelijk is geweest wanneer je nu kunt weten een kind van God te zijn en een waar geloof te hebben. Wij zullen ons hart verzekeren (3:19) als wij de broeders liefhebben, de rechtvaardigheid doen. Als we vol zijn van Gods liefde, dan hebben we vrijmoedigheid in de dag des oordeels (4:17).
Tegelijkertijd ben ik het met je eens, het ware geloof heeft in de geloofsdaad altijd enige vrede, rust, blijdschap, liefde, verwondering. Geloof is denk ik nooit onbewust. Kortom: het getuigenis van de Geest. Maar dan nog kan het zijn dat als een gelovige erop reflecteert deze nog heen en weer geslingerd kan worden: Was het wel waar, was het wel diep genoeg. Zeker als een bepaalde prediking van de bewuste rechtvaardiging een bewuste ervaringsmoment maakt.
Terwijl de meesten langzamerhand tot geloof komen zoals Maanenschijn bij zichzelf beschrijft. Een bekering "niet uit de boekjes".
Dus iemand kan onbewust gelovige zijn als zo iemand een verkeerd beeld heeft gekregen wanneer je een ware gelovige zou moeten zijn. Bijv als geleerd wordt dat je door een crisiservaring heen moet zijn gegaan waar je een duidelijk verhaal over moet kunnen vertellen.