DDD schreef:Ik ben het met je eens dat Voetius een belangrijke vertegenwoordiger is van de gereformeerde traditie. Zag hij de RKK als een christelijke kerk, en zo nee, waarom accepteerde hij dan toch de doop?
Ik verbaas me er inderdaad over dat hij tegen het bijwonen van de mis was, maar dat neem ik dan aan. Ik zou het wel leuk vinden om die tekst nog eens zelf te lezen.
Ik ben het niet met je eens dat het een discussietruc is als iemand zijn stellingen zelf aannemelijk moet maken. Dit gesprek begon met het afwijzen van Merels keuze om RKK diensten bij te wonen. Ik heb mijn mening uitvoerig onderbouwd, en daar ook Brakel op nagelezen. Het is opmerkelijk dat zijn hoofdstuk over de kerk een andere toon heeft dan het hoofdstuk over de mis. Misschien was er een spanning in zijn visie. Misschien begrijp ik iets verkeerd. Ik ben in ieder geval niet deskundig op dit gebied. Maar ik kan wel lezen of iemands argumenten deugen.
Blijkbaar tóch niet... Anders had je mij niet uitgemaakt als zijnde iemand die de gereformeerde tradities loochent... Want dat doe je in wezen zelf, door te ontkennen wat á Brakel zegt en dan vervolgens het te gaan hebben over de toon en de aantijgingen die niet netjes zouden zijn... Nee, tegen afgoderij bedrijvende mensen hóór je een afwijzende toon te hebben...!!!
En dat de doop (nog) erkent wordt, betekent niet dat we dáárom hen maar moeten accepteren als medechristenen. Want ze leren nog steeds een levensgevaarlijke dwaling waar we ons als christenen verre van dienen te houden...!
En anders moet jij me maar eens uitleggen waarom ik dan een dienst van de Jehova's Getuigen moet bijwonen? Want zij geloven toch ook in de bijbel?, al 'interpreteren' ze het dan anders? Dus waarom zou ik die dienst dan ook niet gewoon bezoeken? En ik kan ook wel een keertje naar een moskee gaan, als er geen Protestantse Kerk in de buurt is. Want zij geloven ook in God (Allah), al is dat op hun eigen manier...
Nee, DDD, je dwaalt. En ook al wil je dat niet erkennen, je bewijst het met je eigen toon en aantijgingen. Je kunt niet het kromme recht praten met een uit het verband gerukte citaat van een oudvader.