Als je dit niet hebt gedaan in dit leven, zal blijken dat de Vader je niet heeft getrokken, en dat je niet uitverkoren bent.
Beste Julian Brasser,
We moeten er alles aan doen om te willen, te kunnen, te weten,etc.
Om er dan vervolgens achter te komen dat het niet afhangt
van ons kunnen, willen, weten,etc.
Ik moet denken aan het boek met de titel "Het innige Christendom"
van Ds. Wilhelmus Schortinghuis
Deze beklemtoonde dat de mens niet in staat was om
ook maar iets aan zijn eigen heil bij te dragen.
Schortinghuis had dit samengevat in de als "zalig" of "dierbaar" getypeerde "vijf nieten": ik wil niet, ik kan niet, ik weet niet, ik heb niet en ik deug niet.
Maar als de Heere werkt,
door Zijn onwederstandelijke Geest dan kan en mogen de gelovigen óók beleven de "vijf wellen".
Want ware gelovigen kunnen en mogen ook zeggen: "ik weet alles, ik wil alles, ik kan alles, ik vermag alles en ik heb alles." Ook dat laatste beklemtoonde Ds. Schortinghuis.
Lees Psalm 52: 11 Ik zal U loven in eeuwigheid,
omdat Gij het gedaan hebt; en ik zal Uw Naam verwachten; want hij is goed voor Uw gunstgenoten.
Psalm 110: 3 Uw volk zal (13)
zeer gewillig zijn
op den dag Uwer heirkracht(14), in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn.
Kantekening 13) Uw volk zal
Hebr. uw volk der gewilligheden; dat is, het zal zijn een volk van grote gewilligheid, of vol gewilligheid, te weten, om het Evangelie aan te nemen, en om U, o Heere Jezus Christus, te dienen; ja het zal, bij manier van spreken, de gewilligheid zelve zijn. Zie Exod. 25:2; Ps. 119:108; Hand. 2:41, en Rom. 12:11, en versta hier door uw volk de uitverkorenen, of gelovigen.
Kantekening 14) op den dag Uwer
Dat is,
als Gij de krachtige predikatie van het heilige Evangelie, door de apostelen, mitsgaders vele andere verkondigers van hetzelve, zult uitzenden, om de wereld en den duivel te overwinnen en veel schapen in den waren schaapstal te brengen. Zie Rom. 1:16; 2 Cor. 10:4,5; Openb. 6:2.
We moeten deze gewilligheid dus niet toeschrijven aan de vrije wil van de mens,
maar aan Gods welbehagen: de Grote: IK ZAL maken dat hun werk in der waarheid zijn zal.