Piet25 schreef: ↑07 dec 2023, 13:34
Weet je dat dat één van de dwalingen was die Dordt weerlegd heeft?
https://www.dordtse-leerregels.nl/hoofd ... rwerping-6
Daarnaast: het behaagt God Zijn Zoon te openbaren. Op Zijn tijd, niet op de jouwe. En nee, dat is niet lijdelijk. Dat wordt nood. Niet de nood: ik moet geloven. Maar hoe kom ik met God verzoend. Als dan Christus als Middelaar wordt geopenbaard is dat één groot wonder. Niet omdat ik nu besloten heb om te gaan geloven maar dat Hij Hem aan mij wegschenkt. Dan is het geloof een instrument.
Misschien even uitschrijven voor degenen die het de moeite niet vonden de link aan te klikken
Ik meen dat Dordt hier zeer duidelijk is, en meteen verwerpt wat hiermee in strijd is.
Dus: Of we blijven in het spoor der vaderen, of we verachten het, of vinden wel iets waardoor we het anders kunnen uitleggen. Zo is tenminste de praktijk die we al langer zien.
Citaat:
Verwerping van de dwaling:
God geeft de macht om tot het geloof te komen, geloven doet een mens zelf
Die leren: Dat in de ware bekering des mensen
geen nieuwe hoedanigheden, krachten of gaven in den wil
door God kunnen ingestort worden,
en dat, overzulks het geloof, waardoor wij eerst bekeerd worden,
en waarvan wij gelovigen genoemd worden,
niet is een hoedanigheid of gave, van God ingestort,
maar alleen een daad des mensen,
en dat het niet anders kan gezegd worden een gave te zijn,
dan ten aanzien van de macht om tot hetzelve komen.
Want daarmede wederspreken zij de Heilige Schrift,
die getuigt dat God nieuwe hoedanigheden des geloofs,
der gehoorzaamheid en van het gevoel Zijner liefde in onze harten uitstort:
Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven (Jer. 31:33);
en: Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge;
Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten (Jes. 44:3);
en: De liefde Gods is in onze harten uitgestort door den Heiligen Geest,
Die ons gegeven is (Rom. 5:5).
Zulks strijdt ook tegen het standvastig gebruik der Kerk Gods,
dewelke bij den profeet aldus bidt: Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn (Jer. 31:18).