kerkje
kerkje, lief kerkje
ik mocht bij jou op schoot
een schoot dat is een veilige plek
de wereld is zoo groot…
Heere zegen deze spijze
ik ga slapen ik ben moe
opent uwe mond, zijn wijze
woorden op weg naar de Heere toe
laat me van Uw grote kudde toch een heel klein schaapje zijn
zachte woorden, mooie zin
maar kerkje, lief kerkje
die grote kudde, HOE kom ik daar nu ìn ?
“Daar ruist langs de wolken een liefelijke Naam” – er ruist niets langs de wolken –
“Hoger dan de blauwe luchten” – Hij houd niet van alle kinderen, alleen van Zìjn kinderen –
Dat soort liedjes daar kon je niets mee, ze waren te frivool
Je barstte van de angst, dat daar Arminius in school
“Laat de kinderen tot Mij komen en verhinder ze toch niet”
maar elke avond nog uren wakker, steeds maar denken aan : oordeel, dood, ellende en verdriet
je complete kinderjaren leven met de gedachte: ik ben nog maar een kind, ik ben nog niet in tel
bekéérd zijn alleen een paar volwassen mensen, en als jìj morgen dood gaat, dan ga je naar de hel
kerkje, lief kerkje, wat is er toch gebeurd ? Wat vind je nu belangrijk ? Wat is precies je doel ?
de “gemeente des Heeren” maar zovelen missen zekerheid, dat klopt niet naar mijn gevoel
“vergadert U geen schatten op de aarde…” Jezus wees ons met liefde op de kern van het bestaan
maar toen de kerk muren kreeg, vermogen en bezit, wàt deed dat met die kèrn ? Wat is er toen en later mis gegaan ?
kerkje, lief kerkje, de Reformatie is een bron, je grijpt er steeds op terug. Maar is reformatie iets van 1 keer, een startpunt zonder nieuw begin ?
de noodzaak tot dagelijkse bekering die staat bij je voorop. Maar geldt dat ook je kerk-zijn ? Hoe sta je daar nu in ?
“opdat zij allen een zijn” Wie sprak die woorden uit ? Wat doen die woorden ons ? Zouden wij bereid zijn onze vormen los te laten als daar om werd gevraagd ?
om uiteindelijk weer terug te komen bij de kern : mensen, vanaf hun prilste begin, naar Jezus leiden, zonder dat ze met voorwaarden worden belaagd ?
kerkje, lief kerkje, je bent me zo dierbaar. Niet om je buitenkant, niet om je muren, maar omdat ik zo van alle mensen houd die in je zijn.
de mensen uit mijn voorgeslacht en hen met wie ik ben opgegroeid. De Heere heeft me nu vernieuwd, me op een Rots gezet, daarvan vertellen vind ik fijn
maar waarom trek je soms zo vlug een conclusie als anderen willen getuigen hoe zij het leven met de Heere Jezus in blijdschap ervaren ?
ben je kerkje, nog wel steeds, als mìddel op het Doel gericht ? Of ben je misschien meer doel op zìch ? ging je tòch aardse schatten vergaren ?
wat heb ik een kennis uit de Heilige Schrift bij je opgedaan ! Die prachtige berijmde psalmen, waar de Heere me nog dagelijks mee omhult
kerkje, lief kerkje, die heb ik bij jóu geleerd. Ze zijn me tot troost en tot kracht, zelfs soms midden in de nacht word ik er mee gevuld
maar inmiddels zing ik ook regelmatig een lied van lofprijs en aanbidding met heel Gods Heilige Woord als bron, de psalmen roepen er toe op
“Zing de Heere een nieuw lied”
en ik ervaar Zijn zegen. kerkje, lief kerkje, mijn dagelijks gebed voor jou :
“Geef ruimte Heer en moed om te bewegen…”
(Galaten 5:1 / Psalm 118:8)
<><
bron:
http://www.voda.come2me.nl