Thea schreef:Ik lees nu een boek van Teelinck: het geestelijk sieraad van Christus bruiloftskinderen. Hij benadrukt daarin ook erg de eis van het verbond, zoals dat ook aan kinderen bij de doop wordt gegeven. Omdat ze gedoopt zijn (in het verbond opgenomen) zIjn ze verplicht om godzalig te wandelen. Dan denk ik: we hebben de dingen ( gg) wel omgedraaid. Eerst bekering, dan verbond. Terwijl Teelinck zegt: omdat je in het verbond bent, ben je verplicht je als bekeerd te gedragen.
Interessant. Daar zijn nog een paar citaten van Teellinck.
In “Huisboek 1639”. Op pag. 100: ,,Aan de andere zijde, zo laten vele roekeloze en onbekeerde zondaren ook verluiden, dat zij part en deel hebben in de beloften des levens, welke ons door de Heere Jezus Christus verworven zijn. Maar de beloften der zaligheid in Christus, ons in het Evangelie geopenbaard, zijn niet gedaan aan de roekeloze, onboetvaardige en moedwillige zondaren: ja tegen deze bidden de mannen Gods door de Geest des Heeren aldus. Zijt niemand genadig van dien, die zo moedwillige kwaaddoeners zijn, Ps. 59: 6. Zo worden dan de beloften der genade alleen gedaan aan degenen, die zich bekeren van de zonden in Jacob, spreekt de Heere, Jes. 59 : 20."
Op pag. 572: ,,Edoch om deze gehele zaak, daar toch zeer veel aan gelegen is, te beter te beseffen, zo moeten wij weten, hoe dat God de Heere in Zijn woord predikt, aandient en belooft vergeving der zonden en het eeuwige leven, door Zijn Zoon Jezus Christus aan al degenen, die zich bekeren en het Evangelie geloven, Marc. 1: 15, hetwelk het verbond der genade genoemd wordt. Nu degenen die door de predikatie des Evangelies waarlijk bekeerd worden en geloven, die worden medegenoten van het genadeverbond."
Over de ontheiliging van het gebruik van de sacramenten op pag. 573: ,,Ja, het laat zich aanzien, zo wanneer des Heeren Christi veldteken en livrei, als zijn Zijn heilige Doop en Avondmaal, dezulken ook toegediend worden, alsof de Heere Jezus zelve (Die zich stelt als het Hoofd, of de Leidsman van al de bondgenoten Gods) een Hoofd, en Kapitein, of Veldoverste ware van zulke heilloze, schandelijke en ongeschikte wichters, als daar alle diegenen gevonden worden, die daar ongoddelijke leer drijven, of een ergerlijk leven leiden. 't Welk dan op het hoogste strekt tot versmading en bespotting van het verbond des Heeren."
Op pag. 669: ,,Derhalve, al gaat de belofte dus: Al wat gij de Vader bidden zult in Mijnen naam, dat zal Ik u geven, Joh. 14:13, zo moet men evenwel weten, dat dat alleen gesproken is tot de discipelen van Christus, die nu reeds bekeerd waren, en in de discipelen tot al diegenen, die zich van harte tot de Heere bekeren willen, Jes. 59: 29, Joh. 17: 20. Zouden wij ons dan verzekeren kunnen op deze belofte Christi, dat wij zullen om Christi wille in ons gebed verhoord worden, zo moeten wij noodzakelijk het gebod Christi horen in onze wandel, en, noemende de naam Christi, afwijken van ongerechtigheid, willen wij ons niet bedrogen vinden".
In zijn: De Practijk van het Heilig Avondmaal schrijft Teellinck op pag. 58: ,,Nergens belooft God de Heere aan dezulken, die hunne zonden niet verlaten willen, dat Hij hunne ondubbelzinnige woorden, dat Hij hun de zonde tehuis zoeken en nahouden en hen daarom verstoten zal. Ps. 68:22. En indien des ondanks de ijdele mens wil geloven, dat God hem zal zegenen, dan moet het toch voor een iegelijk duidelijk zijn, dat zulk een geloof een dwaze waan is, Deut. 29: 9, aangezien hij de bedreigingen Gods, die tegen hem gericht zijn, verwerpt, en de beloften Gods, waarop hij geen recht heeft, zich toeëigent."